Nachtdienst heet hier “wacht”. Best toepasselijk, je houdt als het ware de wacht over het ziekenhuis en de inwoners van Nickerie.

Wacht

Het loopje van ons huis naar de ingang van de SEH is denk ik nog geen 100m. Dat is dezelfde ingang als dat patiënten gebruiken en waar familie op hen wacht. Daardoor kun je vaak een redelijke inschatting maken of het druk is. Veel verschillende groepjes mensen = veel patiënten; geen mensen buiten = geen of weinig patiënten. Maar… je hebt natuurlijk ook de gevallen waarbij er twintig mensen van één familie een feestje (of ruzie) houden voor de SEH.

De nachtdienst begint om 21.45u en duurt tot 7.45u. Best lang hè? Toen ik aankwam lagen er nog een stuk of 4 patiënten waar mijn collega van de avonddienst nog mee bezig was. Gelukkig rondde zij alles af; het is best moeilijk om een verslagje te maken op basis van het gesprek van een ander. Er was één meisje van 19 jaar dat sinds die ochtend niet lekker was. Ze had sinds haar eerste zwangerschap 2 jaar geleden suikerziekte, maar we kregen niet duidelijk wat voor medicijnen ze gebruikte. Zijzelf was te verward en haar man wist het ook niet. Hier ’s avonds op de SEH zagen we echt een zieke dame. Ze ademde heel snel en haar adem rook naar aceton! Dit beeld past typisch bij ernstige ontregeling bij suikerziekte (diabetische keto-acidose).

Terwijl ik al een heel uitlegverhaal hierover zat te typen, kreeg ik een déjà vu-gevoel*. Ik ben even naar mijn blog van Malawi gegaan en jawel, in coschap week 2 heb ik precies dit beeld gezien en uitgelegd. De bloedsuikerwaarde was toevallig nog hetzelfde ook, 32! Wel was deze patiënte hier denk ik de meest zieke die ik heb gezien met dit ziektebeeld. Haar klachten en onze bevindingen bij lichamelijk onderzoek waren heel duidelijk en typerend hiervoor, dat was erg leerzaam voor mij. Dit meisje ging naar de MCU (Medium Care Unit), waar ze goed in de gaten zou worden. Die nacht was daarna best wel rustig, ik heb in totaal wel 3 uurtjes kunnen slapen. Dat doe je op het patiënten-kamertje met het “lekkerste” matras. Dat is een beetje een zweterig ding en ik wil niet weten wat daar allemaal op gebeurd is, maar je kunt er gelukkig een lakentje op leggen. Ziet er best knus uit he? En zo’n infuuspaal is ook handig om je doktersjas aan op te hangen.

*Waarschijnlijk is déjà vu-gevoel geen woord, omdat het een verschijnsel en geen gevoel is. Maar ik vind het toch écht een bestaand gevoel en nog een mooi woord ook. Déjà vu-gevoel. Klinkt lekker, met die V’s.

Er kwamen een paar keer mensen bij de deuren van de SEH die ik heb geweigerd. Het is soms ondoorgrondelijk waarom ze om 3u ’s nachts komen met een klacht die al maanden bestaat en die absoluut niet bedreigend is. Ze zullen er voor zichzelf een goede reden voor hebben, want je gaat zelf ook niet voor de lol op dat tijdstip op pad. Maar het is al gauw te merken dat de kennis over gezondheid en hoe het lichaam werkt hier veel minder is. Mensen zoeken daardoor sneller medische hulp en kiezen dan net zo makkelijk voor de spoedeisende hulp als voor de huisarts. Nu heb ik nog het gevoel dat ik ze een beetje moet opvoeden: niet acuut ontstaan en niet bedreigend = niet voor de SEH. Maar andere – met name Surinaamse – collega’s zijn een stuk ‘makkelijker’, of ‘voorzichtiger’. Zij halen bijna iedereen naar binnen om uitgebreid te onderzoeken. Het speelt ook mee dat het ziekenhuis daar geld aan verdient. Dat vind ik een stomme reden, maar wie weet ga ik er ook nog achter komen dat ik ook minder streng moet zijn? Ik weet het niet. Maar ik sliep wel weer lekker verder daarna ;).

’s Ochtends vroeg belde ik heel kort in bij het verhuisteam in Utrecht, want Bette en Rik verhuisden dat weekend. Wat zag dat er allemaal gezellig uit zeg! Iedereen bij elkaar, lekker aan het werk. Ik kreeg er wel heimwee van… Ik at gauw mijn kaneelbroodjes op (jammie) en ging naar huis om te slapen. Dat ging helaas matig, overdag merkte ik veel duidelijker dat mijn airco eigenlijk niet goed werkt. Toen ik m’n slaapkamer uitkwam, bleek het op mijn kamer veel warmer te zijn dan de rest van het huis. Lotte was zondagavond naar Wageningen vertrokken, een ziekenhuisje op ongeveer 1,5u rijden. Daar zit altijd een vaste basisarts, maar die heeft twee dagen per maand ‘verlof’ en dan wordt er een andere basisarts ingezet. Ik mag er volgende maand heen, dus dan vertel ik daar meer over!

Conclusie voor mij was dat ik alleen thuis zat. Dat vond ik eigenlijk wel prima, lekker uitrusten en blog schrijven. De nacht van zondag op maandag was wel een stuk hectischer dan de vorige. Rond half 5 ’s nachts werd er een man van 60 jaar binnengebracht met pijn op de borst. Hij kwam eigenlijk meer dood dan levend binnen… Hij had een héél erg lage bloeddruk (54/38), ik kon zijn hartslag niet voelen in zijn hals en hij voelde helemaal koud en klam aan. Hij kreunde de hele tijd dat hij pijn had. We hebben gauw een infuus met vocht gegeven en een hartfilmpje gemaakt. Op dat hartfilmpje was nog niet heel duidelijk iets te zien. Ik hing al ongeveer direct aan de lijn met de cardioloog, dat is zo’n fijne man! We lieten bloedonderzoek doen en in de tussentijd zouden we veel vocht geven om te kijken of zijn bloeddruk omhoog ging. Dat ging ‘ie niet. Na 30 minuten was zijn hartslag 25 per minuut en leek het leven er helemaal uit te vloeien. De broeder trok alvast het lakentje van de reanimatie-kar, maar de patiënt bleef ademen, wij bleven aan hem schudden en na een paar minuten leek het weer ietsje beter te gaan. Na weer 10 minuten werden de hartslag en bloedruk ook ietsje beter. We herhaalden het hartfilmpje, daarop zag je nu duidelijker tekenen van hartschade. Maar ik dacht ondertussen ook aan een geruptureerd aorta-aneurysma: het scheuren van de grote lichaamsslagader die het bloed van je hart naar de rest van je lichaam brengt. Dat is zeg maar nog dodelijker dan dat het klinkt. De cardioloog dacht nog aan een tamponade van het hart. Je hart zit in het hartzakje, dat is een vlies eromheen. Bij een tamponade zit er bloed/vocht in dat zakje en kan je hart niet meer uitzetten => niet meer kloppen. Dan komt er ook geen bloed meer in de rest van je lichaam. Na extra overleg zei de cardioloog: ik kom eraan. Met 5 minuten stond hij naast me en stond hij een echo van het hart te maken. Er was geen tamponade te zien en ook de aorta zag er goed uit; wel deden delen van het hart nauwelijks mee. De patiënt had dus echt een groot hartinfarct. Nu we het hartfilmpje voor de derde keer herhaalden, was het echt duidelijk zichtbaar. Het ging om een infarct van de achter-onderwand.

Bij zo’n groot infarct hoort een hele slechte prognose. In Nederland zou je met ongeveer een half uur op de behandeltafel kunnen liggen. Ze kunnen dan direct in beeld brengen wáár de verstopping in de bloedvaten van je hart zit en dat opheffen. Maar zelfs dan is het nog de vraag of je het nog haalt.

Deze behandeling kan in Suriname alleen in Paramaribo. Dat is vier uur rijden vanaf hier en daarvoor moet een patiënt stabiel zijn; dat was deze man niet. De enige optie die we hier hebben is trombolyse. Trombus = bloedstolsel, lyse = losmaken/scheiden. Je geeft dus een middel dat het bloedstolsel moet oplossen. Dat wordt hier én in NL ook gedaan bij infarcten in de hersenen. Deze patiënt ging naar de MCU om dat via het infuus te krijgen. De dochter en zoon, die buiten wachtten, had ik ondertussen al meerdere malen verteld dat ik me ernstige zorgen maakte. Ze knikten dan ernstig en naar mijn inschatting begripvol. Op dit punt ging ik ze vertellen wat de diagnose was en wat er zou gaan gebeuren. Toen ik zei “ik weet niet of hij dit gaat overleven” vielen hun monden open van de schok. “Oh, is het zo erg?” Héél leerzaam dit, ik moet dus nog duidelijkere bewoording gebruiken. Helaas werd ik een uurtje later gebeld door de MCU: de patiënt was overleden.

De laatste nacht was ongelooflijk. Er kwam GEEN ENKELE patiënt! Zelfs geen mensen met vage klachten die ik moest wegsturen. Dit is volgens collega’s echt uniek, dus ik koester het maar ;)

Vrij

Ergens deze week kwam Max langs. Max is nogal een figuur. Het is een man, maar wat hij verder doet? Hij ziet er niet onverzorgd uit, maar ik zie hem er ook niet voor aan om werk te hebben. Hij was eerst 100% fan van onze ex-collega Pauline, ‘het meisje met de gouden haren’, nadat hij haar een keer op straat tegen was gekomen. Na twee weken kwam hij echter Elise tegen en was hij Pauline op slag vergeten. Hij kwam regelmatig bij onze huisjes aan het hek vragen naar Elise en haar een ‘soft’ (softdrink, meestal mierzoete Fernandes) brengen. Soms maakten ze een praatje, maar Elise probeerde er ook vaak voor te zorgen dat ze ‘er niet was’. Tot de keer dat hij langskwam en Elise écht definitief vertrokken bleek… Hij was er helemaal ondersteboven van. Dus toen hebben we 10 minuten gepraat, over hoe verlaten hij zich voelde en dat Elise een prachtig persoon is. Nu raad je het waarschijnlijk al, Max blijft sindsdien komen. Maar hij vraagt niet meer naar Elise, nee hij komt mij een soft brengen. En deze week kwam hij een heel horloge als cadeau brengen! Omdat ik hem zo goed heb opgevangen toen Elise was vertrokken. Ik heb écht mijn uiterste best gedaan om dat lelijke horloge te weigeren, maar het lukte niet. Dus, als iemand nog een horloge nodig heeft?

Na de nachtdienst had ik 3 dagen vrij, waarvan 1 back-up. Woensdag had ik gevraagd of ik mee mocht lopen met de chirurg op de operatiekamer (OK). Dat was superleuk! De eerste operatie was een sinus pilonidalis openmaken (google maar). De chirurg gaf me het mes en zei ‘zet maar een incisie’. Wel met instructies hoor, maar zo cool! Het was niet zo super spectaculair als het kan zijn, de inhoud kwam je niet tegemoet stromen, maar het was wel erg leuk om te doen. Daarna moesten we 1,5u wachten tot we verder konden, het ziekenhuispersoneel is namelijk nog aan het staken. Er was een bespreking met de vakbond, afhankelijk van die uitkomst zouden ze het werk wel/niet weer oppakken. In de tussentijd hebben wij op een bankje gezeten en koffie gedronken, lekker relaxed. Gelukkig hoorden we rond half 11 dat er tot 12u gewerkt kon worden, dus kon er nog 1 operatie gedaan worden. Dat was een onderbeensamputatie bij iemand met een diabetische voet. Dat is een behoorlijk grote operatie, maar toch viel het me ook wel weer mee. Het blijft zo bijzonder om alles wat je uit een anatomieboek kent, in het echt te zien. Hierbij mocht ik assisteren: klemmen vasthouden, bloed wegzuigen, draadjes afknippen. We waren precies om 12 uur klaar.

Uitzicht vanaf het bankje waar we koffie dronken. Deze hekken staan overal te onpas in het ziekenhuis.

Ik vond het niet zo erg om verder een vrije middag te hebben. Lotte was namelijk die ochtend teruggekomen uit Wageningen. Gelukkig maar, want het werd toch wel een beetje eenzaam. Toen kon het grote verhuizen beginnen! We hebben uiteindelijk toch voor ‘huisje 3’ gekozen, het huisje waar ik al in zit. Dat is het grootst, wat vooral van belang is voor het terras waar je langer in de schaduw kunt zitten en de grotere slaapkamers. De betere oven was ook een sterk argument, én dat dit huisje het verste van de weg af staat. Dat is fijn vanwege het vele verkeer, de felle straatlantaarns en iedereen die voorbij loopt. Bij de andere huisjes ziet iedereen je vanaf het begin van de straat al buiten zitten.

Aan het eind van de middag gingen we ook voor het eerst samen met de fietsclub mee. Ik had een extra fiets opgehaald bij één van de fietsmannen, deze is qua hoogte wel goed maar de afstand tussen zadel en stuur is een tikje groot. Hij is een hele mooie retro Giant, wit van kleur met roze en paarse accenten. Het was weer heel fijn fietsen, ondanks de nekpijn/harde wind/stortbui. We hebben 49km gedaan!

Paasweekend

Het Paasweekend was voor de meeste Surinamers een lekker lang weekend. Vrijdag t/m zondag had ik tussendienst, maar ik had ze allemaal gesplit. In de middag was dat prima, ik had steeds maar weinig patiënten. ’s Avonds werd het echter drukker, dus dat was hard werken voor mijn collega’s. Gelukkig werd ik alleen vrijdagavond nog gebeld om even te komen helpen en 2 patiënten te zien. Daarvan had 1 man een abcesje in zijn rechter arm wat ik open moest snijden :)

Zaterdagavond kwamen Wouter en Janouk weer terug! Zij zijn twee weken op vakantie geweest naar het binnenland en komen nu Pasen vieren. Lotte en ik hadden echter de ene bruiloft en zij de andere, dus we konden niet meteen bijpraten. “Onze” bruiloft was van een collega uit het ziekenhuis, waarvoor we slechts een klein beetje naar een uitnodiging hadden gevist. We waren zo nieuwsgierig hoe dat ging! En het was inderdaad erg bijzonder, maar anders dan we verwacht hadden. Het feest was bij het ouderlijk huis van onze collega, het was voor ons nog geen 10 minuten fietsen. Het was allemaal mooi aangekleed met witte en blauwe doeken en ballonnen. Op de uitnodiging stond dat het om 19.00u begon, maar toen Lotte en ik 5 minuutjes te laat kwamen bleek de hele ceremonie al achter de rug. Nu waren ze bezig met felicitaties en de foto’s. We gingen in een stoel zitten, net zoals de rest van de gasten. Gelukkig was er een andere broeder uit het ziekenhuis die ik kende waar we naast konden gaan zitten. Toen begon het grote rondkijken. Alle dames zagen er heel feestelijk uit, als ik niet wist dat het een bruiloft was had ik gegokt dat het thema gala was. Lotte en ik voelden ons zwaar underdressed. De mannen zagen er soms wel netjes uit in pak, anderen hadden ook gewoon een casual overhemd of shirt aan. De muziek stond keihard, dus we konden nauwelijks praten en andere mensen deden dat ook niet. Die zaten aan tafel te eten uit plastic bakjes. Zodra we zaten vroeg iemand ook of we wilden eten, dat hebben we gelukkig beleefd kunnen afslaan.

Na een uurtje toe te hebben gekeken, begon ons iets te dagen. Oei, wij moesten ook in de rij gaan staan om het bruidspaar te feliciteren. Dat was slechts een klein beetje ongemakkelijk. We kenden onze collega een klein beetje, maar wisten we niet hoe haar kersverse man heette. Op de kaart stond iets wat leek op ‘Cerry’, maar hoe dat uit te spreken? Uiteindelijk viel het mee, ze bedankten ons blij dat we er waren en we gingen vlug met ze op de foto. Hopelijk krijgen we die nog te zien, ik ben benieuwd hoe erg het ongemak er vanaf straalt.

Daarna gingen we weer keurig zitten. We kregen weer hapjes aangeboden, maar daar heb ik ons uit gered door te zeggen dat we vegetarisch zijn. Lotte is dat ook echt, voor mij is het een gemakkelijke smoes. Er was slechts één vegetarisch hapje beschikbaar, die was bescheiden van formaat en nog lekker ook!

De taart was ook in het blauw-wit en wel 5 verdiepingen hoog. Lotte en ik hebben er 2 uur lang hoopvol naar zitten staren. Lotte uit nieuwsgierigheid hóe dat zou gebeuren, ik omdat ik trek had in taart. Helaas duurde het maar en duurde het maar… Om 21.00u vonden we het mooi geweest, want Lotte had nachtdienst en ik had geen zin om alleen achter te blijven. Ze hadden de taart in een onbewaakt moment tóch al aangesneden (onderste verdieping een ieniemienie puntje), maar het leek er niet op dat ze het gauw gingen uitdelen.

De volgende dag hoorden we natuurlijk dat het feestje rond een uur of 11 losbarstte met alcohol en dansen. Dat was vást heel leuk geweest, maar ik had juist een hele leuke zondagochtend: fietsen! Lekker fris en fruitig zat ik al om 7.20u in het zadel. We waren met ongeveer hetzelfde groepje als altijd, maar Lotte was niet mee ivm haar nachtdienst (die duurt tot kwart voor 8). We gingen dit keer een wat langer stukje: 78km. Ik was heel blij dat ik een flink ontbijt had gegeten én een broodje pindakaas én een stuk powerbananencake mee had. Jeetje mina wat een eind zeg. Ik heb heel veel in het wiel gehangen, anders hield ik het echt niet vol. We deden hielden nauwelijks pauze, alleen een keer 4 minuutjes. Een paar van de Surinaamse mannen hield het tempo onderweg niet bij, die hebben we onderweg geloosd (of gelost?).

Na het fietsen moest ik een uurtje bijkomen, daarna weer aan het werk. Gelukkig was het weer bijzonder rustig en heb ik eigenlijk helemaal niks gedaan. Vreselijk he? Ik kan er niks aan doen dat het rustig is, maar het geeft je wel een beetje een lui gevoel.

Direct toen ik klaar was fietste ik samen met Lotte naar café De Lounge, dat lijkt op 5,5km langs de Zeedijk. Wouter en Janouk waren daar al, we hebben toen lekker bij kunnen praten en een drankje gedaan. Rond 8u waren we terug en hebben we gegeten, om rond 11u weer op stap te gaan! Nu de corona-regels zijn versoepeld, worden er weer (legale) feestjes georganiseerd. Het was nog heel rustig in het café, dus we hebben eerst een kaartspelletje gespeeld. Het heet troef-call en is heel populair. Het lijkt op boerenbridge in duo’s, best grappig en ik kan mijn kennis van goed bridge gebruiken!

Tegen half 1 werd het veel drukker, er waren zelfs veel vrouwen. Daarvan kwamen de meesten uit de stad (zo noemt iedereen Paramaribo), maar we vonden het toch heel leuk om te zien dat deze menigte veel beter in balans was dan dat we tot nu toe gewend waren. We hebben lekker gedanst en ons goed vermaakt, maar om half 3 vonden Lotte en ik het welletjes en gingen naar huis.

Maandag, tweede paasdag, hadden we eindelijk een echte paasgebeurtenis: ontbijt! Ik had tulband gebakken, waarvoor ik de eieren handmatig stijf had geklopt (spierballen dat ik hier krijg). Lotte had brood en scones gebakken. Ook had ze eerder al passievrucht curd gemaakt van onze eigen passievruchten struik. Ik had me weer als menselijke mixer ingespannen en slagroom opgeklopt, dus we hadden heerlijke scones! Het was super gezellig om zo met z’n vieren te ontbijten en er wat feestelijks van te maken. De rest van de dag heb ik lekker met veel mensen gebeld en aan deze blog gewerkt. Zo kon ik lekker uitgerust en opgeladen beginnen aan de volgende werkweek.