Woensdag moest ik er dan echt aan geloven. Aan de slag! Mijn wekker stond om 6.10 uur, want Sander en Doris staan altijd vroeg op zodat ze rustig aan kunnen ontbijten. We hadden dan ook lekkere toast en een gekookt eitje om de dag goed te beginnen. Vervolgens trokken we onze witte jassen aan (ja, die hangen thuis) en konden we op pad. Best gezellig, zo met z’n allen samen vertrekken!

We kwamen ietsjes te laat de overdracht binnen, maar driekwart van de mensen was nog veel later dus dat was absoluut geen probleem. Wat ik me nu nog herinner van de overdracht, was dat het een eindeloos, onverstaanbaar gemompel van willekeurige nurses leek. Om kwart over acht kwam er dan toch een einde aan en kreeg ik van Sam een rondleiding over het terrein. Het is namelijk niet één groot gebouw, maar elke afdeling zit in een apart gebouw. Daarna liepen we naar de Kinderafdeling (“Peads” van Peadiatrics) om aan onze rounds (visite) te beginnen samen met de clinical officer en de verpleegster. Een clinical officer, CO, is ook opgeleid als algemeen of gespecialiseerde medicus; tot nu toe zie ik ze gewoon als arts.

Ik vind het nu al normaal – kun je nagaan hoe snel dingen wennen – maar toen de rest me dinsdagavond vertelde dat er in het ziekenhuis geen computers gebruikt werden, viel mijn mond open. In Nederland bestaat 75% van je dag uit achter de computer zitten!

Maar hier gaat álles op papier. Er is een admission file met daarop de klachten bij presentatie, lichamlijk onderzoek, de differentiaal diagnose (lijst van mogelijke oorzaken waar je aan denkt) en een behandelplan. Daar worden dan steeds nieuwe A4-tjes aan vast geniet waar je je bevindingen van de visite en het verdere behandelplan opschrijft. Nu blijken er hier héél veel afkortingen te zijn, dus dat vormde obstakel nummer 1. Obstakel nummer 2 was dat ze het doktershandschrift hier te lijken hebben uitgevonden: Niet. Te. Lezen.

Terwijl ik dit aan het typen ben is het al een aantal dagen later en realiseer ik me dat er eigenlijk een heleboel dingen zijn waar ik woensdag nog verbaasd over was, maar waar ik nu al aan gewend ben. Hoe de afdelingen eruit zien, de werktijden, hoe je samenwerkt, hoe de CO’s en verpleging met de patiënten omgaan… Want:

  • de afdelingen bestaan uit één grote zaal met daarin zo’n 20 bedden en 0 privacy
  • om half 8 beginnen is echt prima, helemaal niet vroeg. Maar om 12 uur ben ik dan wel weer aan pauze en lunch toe! Na die twee uurtjes pauze kan ik er ook weer met frisse moed en energie tegenaan, want het is toch nog maar voor 2 uurtjes. Uitgerekend maken we dus maar dagen van 6,5 uur en tóch ben ik behoorlijk moe na zo’n dag.
  • visite lopen samen met de CO is tot nu toe heel leuk omdat ik bij best wel goede CO’s heb gestaan, je kunt alles vragen en ze leggen hun overwegingen uit. Ik heb nu alleen nog samen met Sam en Doris gestaan en dat vond ik nog heel fijn voor het overzicht, maar ik ben al wel veel meer aan de gang van zaken gewend en denk dat het volgende week ook wel alleen lukt.
  • de CO’s gaan gewoon bij de patiënten op bed zitten, soms zelfs bij de patiënt die naast degene ligt waar we op dat moment visite over lopen. Ook verpleging doet dat, of ze gaan gezellig op de nachtkastjes zitten.
  • Van bloedonderzoek doen we vooral witte bloedcellen, granulocyten, Hb en bloedplaatjes, maar wel met andere normaalwaarden dan in Nederland dus dat was behoorlijk wennen. Ook hebben ze allerlei (snel)testen voor malaria, HIV, TB en nog veel meer.

Woensdag op de kinderafdeling lagen er maar zes kinden; daarvan hadden er vier malaria. Veel variatie was er dus niet, maar ik heb al wel geleerd dat het nu malaria-seizoen is en ik weet de behandeling al zo ongeveer uit mijn hoofd. We waren rond 11 uur klaar met de visite en eigenlijk hadden we verder niets meer te doen, dus zei Sam dat het koffietijd was. Ik dacht, “oh leuk ze hebben dus een kantine” maar hij bedoelde dat we gewoon naar huis konden! Omdat je met een paar minuutjes thuis bent, kun je heel makkelijk op en neer gaan. Ik denk niet dat ik dat standaard zou willen met mijn werk, maar voor nu vind ik het wel heel chill! Het maakt grappig genoeg een beetje dat het ziekenhuis ook als “thuis” voelt.

’s Ochtends laten we steeds een briefje achter voor Bea, de huishoudster, of zij wilde koken, samen met 2000 kwacha (€2,50). Zij haalt dan dingen op de markt en als wij uit het ziekenhuis komen staat de lunch voor ons klaar. Ik kan dan ook echter anderhalf bord leegeten! Ze haalt elke dag ongeveer hetzelfde: rijst, ei, tomaat en aubergine. Woensdag stond dat al om half 12 klaar, dat was heel fijn omdat Sam dienst had en we om 12 uur al naar de OPD moesten.

Diensten doen is niet verplicht als coassistent, maar is een mogelijkheid vanaf je vijfde coschap week. Dat is wekelijks en houdt in dat je tussen 12 en 2 uur OPD doet en vanaf 4 uur ’s middags tot de volgende ochtend 8 uur wordt jij als eerste gebeld voor nieuwe opnames en over acute dingen bij reeds opgenomen patiënten.

OPD staat voor Out Patient Department, en daarbij komen mensen gewoon aanlopen. Het zit een beetje tussen huisarts, huisartsenpost en spoedeisende hulp in. Er zat al een hele rij mensen te wachten toen we aan kwamen lopen. Er is iemand bij die voor ons tolkt van Engels naar Chichewa en andersom, maar het is toch altijd maar de vraag hoe goed ze dat doen. Hilarisch aan onze tolk was dat elke keer wanneer ze iets niet begreep, ze “hello?” vroeg. Alsof ze je aan de telefoon had en de verbinding even wegviel!

Wat overigens superpraktisch is, is dat mensen hier allemaal een “health passport” hebben waarin artsen/gezondheidsmedewerkers bij ieder contact iets opschrijven (in onleesbaar handschrift, dan dan weer wel).

Het waren behoorlijk zieke patiënten die op ons zaten te wachten, en ook niet de makkelijksten. We hebben wel vier van de acht patiënten opgenomen denk ik, dat is behoorlijk veel! Vooral het verhaal van een viertienjarig meisje vond ik schrijnend. Ze was broodmager, kwam wankelend op haar benen binnenlopen, keek een beetje nietsziend uit haar ogen en voelde gloeiend heet. Ze was HIV positief sinds haar zevende en zou daar ook medicijnen voor gebruiken; bovendien was ze in het verleden al en eens behandeld voor tuberculose. In haar health passport zagen we dat een maand geleden een test was gedaan waaruit bleek dat de HIV totaal niet onder controle was. Later begreep ik dat ze vooral bij haar oma woonde en dat er niet op werd gelet of ze de medicijnen goed innam.

We hebben haar opgenomen met verdenking longontsteking, maar in onze differentiaal diagnose stond ook opnieuw tuberculose. Boven de 12 jaar zijn kinderen hier trouwens geen kinderen meer (!), dus kwam dit meisje al op de vrouwenafdeling te liggen. Interessant genoeg kwam ik donderdag juist op de vrouwenafdeling te staan en kon ik haar goed vervolgen! We hebben een hoop voor haar geregeld, waaronder gratis voedingsondersteuning en intensieve begeleiding bij de HIV therapie. Ze was zo zwak dat Doris haar op haar rug het ziekenhuis rond heeft gedragen. Ondertussen (5 dagen later) gaat het gelukkig goed met haar en ze is ondertussen naar huis ontslagen.

Note: infectious en non-infectious bins

Om 2 uur gingen we weer terug naar de kinderafdeling. Daar hadden we ook nog een interessante casus van een jongetje van 8 jaar met onbegrepen koorts, vergrote milt en een hartruis waar we een uur over hebben nagedacht wat het kon zijn en waar we nog niet echt één duidelijke verklaring hadden gevonden. Best leuk is dat wat je in het dossier bij “plan” opschrijft, de verpleging daaruit haalt en dat gewoon uitvoert! Niks orders in computers zetten, niks nabellen, niks aanvragen, ze doen het gewoon. Later kwam ik erachter dat dit alleen op de Peads écht goed werkt; de overige dagen stond ik op Female en is werkt dat dus totaal niet. Om 4 uur waren we wel klaar met nadenken en zijn we naar het huisje gegaan.

Ik was behoorlijk moe van deze dag en kroop, net als de rest, redelijk vroeg onder de lakens. Onze nachtwaker Jali werkt niet op woensdag, dus moesten de deuren op slot: de keukendeur aan mijn kant van de hal en de woonkamerdeur aan de andere kant. Toen ik net 5 minuten lag hoorde ik opeens ontzettend gerammel en gedoe aan de keukendeur. Ik schrok me een ongeluk! Met bonzend hart heb ik Sam gebeld, die gelukkig meteen opnam. Die ging direct in de hal kijken maar zag niks. Later zag ik op onze whatsappgroep voorbijkomen dat Sander een paar minuten daarvoor een gevecht had gehad met de woonkamerdeur… Fieuw! Op zo’n moment maakte het me toch wel extra zenuwachtig dat ik in mijn eentje aan die kant van het huis sliep, afgescheiden van de rest. Maar wel een happy end aan dit verhaal gelukkig ????.

Donderdag en vrijdag stond ik samen met Doris op Female. Daar was het pas druk, met 17 patiëntes! En wat een chaos met al die papieren dossiers en een CO waarvan je geen idee hebt waar die nu weer uithangt. Het ene moment leek hij aan de rounds te beginnen, dan liep hij weer naar een behandelkamertje. Na wat uitleg van zijn kant werd het gelukkig allemaal een stuk logischer en konden we samen wat orde scheppen, maar om 12 uur waren we bekaf. Heel fijn en luxe als je dan thuiskomt en er een warme lunch voor je klaarstaat. Ook hebben we toen de plannen voor het weekend besproken, vastgelegd en geregeld: we gaan namelijk naar Majete National Park!

Toen we daarna terugkwamen op de afdeling, bleek dat er zo goed als niets terecht was gekomen van alle opdrachten die we die ochtend tijdens de visite hadden gegeven. Met een hoop geregel en gedoe hebben we het uiteindelijk wel netjes afgerond en konden we rond 4 uur naar huis. Vrijdag was zo’n zelfde dag; ik was heel bij dat we nog met z’n tweetjes stonden.

Vrijdagochtend kon ik gelukkig iets eerder met pauze gaan, er was namelijk iemand die me graag wilde zien en ik haar… Emily, ons oude kindermeisje! Zij werkt nog steeds in hetzelfde huis als huishoudster/kok. De tropenarts had al over mij verteld, en nu vroeg Emily al drie dagen of ik al tijd had om langs te komen. Ik herinnerde me haar niet echt (ik was anderhalf), maar ik had wel een paar foto’s op mijn mobiel staan van haar met ons. Van één daarvan vertelde dat ze die ook thuis had liggen! We hebben meteen een nieuwe foto samen gemaakt en ook een paar met haar jongste zoon, die precies even oud is als ik (en die er toevallig rondhing).

Al sinds woensdagochtend deed de stroom het niet en ons fornuis en oven werken op elektriciteit, dus ’s avonds aten we frietjes van de markt met salade. Andere opties als we zonder stroom zitten zijn er wel, namelijk 1) barbecuen, maar dat moet buiten gebeuren en het had geregend dus het hout was nat, of 2) op een klein houtskoolvuurtje koken in één pan. Voor 5 mensen… Beide opties doen het gemiddeld genomen slecht in de peilingen. Donderdag lag de stroom er nog stééds uit dus hadden we bedacht om dan maar naar Casa Rossa te gaan, een Italiaans restaurant in Zomba (grote stad op 35 min rijden). Rond 5 uur baadde het huis toch opeens weer in het licht, maar we hadden ons al helemaal verheugd op heerlijke Italiaanse pasta’s dus gingen we alsnog gewoon. Van tevoren had ik al een vermoeden en bij aankomst werd dit bevestigd: ook hier was ik al eerder geweest. En het was absoluut de moeite waard, want het eten was verrukkelijk.