Naar de kust!

Dinsdagochtend verlieten we Berat, op de planning stond de rit van 3 uur naar het zuiden naar het kustplaatsje Himarë. We hadden in Berat nog een poging gedaan ‘uit’ te ontbijten, maar dat zijn Albanezen blijkbaar niet gewend. Alle café’tjes gaan om 6 of 7 uur open, maar ontbijt serveren – ho maar. Gelukkig hadden ze wel koffie en was de bakker om de hoek. Mich reed het eerste stuk, toen we bij de kust kwamen vond ik op Google maps per ongeluk een leuk plekje om te picknicken. Het was namelijk een heuse vogel-spot! Dat was bij meren waar zout uit werd gewonnen, en in dat water zaten steltkluten (en hun baby), veel flamingo’s en we zagen zelfs een pelikaan. Echt een leuke verrassing was dit!

Daarna mocht ik verder rijden, onder andere over de Llogara pas. Daarna daalden we natuurlijk weer af, met steeds heel mooi uitzicht op de kustlijn met van dat gigantisch blauwe water. Wauw! We maakten ook een tussenstop bij Dhermi, een wat hoger gelegen dorpje in ‘Griekse stijl’ dus witte huisjes met blauwe accenten. Heel schattig en fotogeniek, maar ook een beetje gek. Toen we een beetje ronddraalden, bleek namelijk de helft van het dorp onderdeel te zijn van een soort resort! Ze kopen gewoon de huisjes op en maken er chique hotelkamers van. Erg apart. Heel jammer is ook dat je toch overal wel afval ziet, zelfs in zo’n idyllisch dorpje liggen er in de bosjes hele afgedankte gordijnen tussen de vuilniszakken…

We dronken dure koffie bij een panorama-restaurant en reden toen door naar het dorpje Jale. We moesten de tijd volmaken tot we het appartementje in mochten dus gingen alvast naar het strand! Het was even een kwartiertje lopen vanaf de parkeerplaats (die werd bereikt via, jawel, een NIET-geasfalteerde weg), maar dat was het zogeheten ‘Aquarium Beach’ absoluut waard. Het was klein, met kristalhelder water, en het behoorde niet tot een of ander hotel dus er was geen peloton aan strandbedjes of geharkt grind. We hebben er lekker gezwommen en een uurtje uitgerust.

 

Toen mochten we het appartementje in, wat iets buiten Himarë lag op een heuvel. We hadden als routebeschrijving een serie foto’s gekregen van een schattig blauw auto’tje op belangrijke kruispunten. Het leek een soort spoorzoeken op deze uiteraard NIET-verharde weg ;). Het appartementje had een balkon/veranda prachtig uitzicht over het stadje, en een nog mooiere tuin.

’s Avonds aten we bij de populaire Fig & Olive bistro. Na even op een tafeltje te hebben gewacht kregen we een ontzettend lekkere gegrilde sea food-schotel, zeevruchtenpasta en ook nog een gratis toetje!

Woensdagochtend wilden we weer een wandeling maken. Op de heenweg zochten we ontbijt, het eerste tentje was wel open maar natuurlijk alleen maar voor koffie. Gelukkig konden we hetzelfde dorpje inlopen voor het Butterfly Cafe. Dat dorpje was ook weer onderdeel van een oud kasteel, dus zo hadden we alweer een leuke bezienswaardigheid te pakken! Ze serveerden alleen omelet, die kostte wat maar smaakte heel goed en het uitzicht was prachtig.

De geplande wandeling was opnieuw in een kloof, maar nu een die vanaf het strand tot op wat hoger op de berg liep. We reden naar de parkeerplaats, liepen een stuk naar het strand en startten daar met de wandeling. Die begon gemoedelijk met een rotsblokje hier en daar, maar werd al gauw flink uitdagender. Toen je alleen nog maar met behulp van een touw omhoog kwam, keerden Hans en Alexandra om. Mich en ik klommen nog een tijdje door, tot we écht niet meer zagen hoe we verder konden. Toen begon het ook weer te hozen en het omlaag klimmen over de rotsen was minstens zo spannend als de heenweg. Gelukkig ging dat allemaal goed; toen we terugkwamen bij het strandje konden we samen met H&A nog fijn een duik nemen.

We gingen terug naar het appartementje om om te kleden en daarna door voor de lunch. Dat was in een leuk restaurantje langs de weg met mooie planten, lekkere zeevruchten en verse bruscetta, en een érg praatgrage maar vriendelijke ober. Terug bij het appartementje mocht ik mijn boek uitlezen (Camino, erg indrukwekkend) en verloor de rest zich in sudoku’s. Later op de avond gingen we nog even naar het centrum van Himarë voor een lekker toetje aan de boulevard. Toen we terugliepen naar de auto wipte ik nog het restaurantje in wat we op het oog hadden voor het ontbijt. Die bleek om 6.00u open voor koffie en 8.30u voor ontbijt, top!

 

Donderdag vertrokken we alweer uit Himarë, dus met een ingepakte auto reden we naar het ontbijtrestaurant. Daar stond al een tafel voor ons klaar, of tenminste: er stond een plantje op met een bordje met ‘4 personas’, ondanks dat ik geen officiële reservering had gemaakt. Zo leuk! Het werd vanaf dat moment alleen maar beter: super vriendelijke bediening, heerlijke crêpe met banaan/oreo/chocola, flinke broodjes en hele smaakvolle omeletten. En dat alles voor nog geen €20… en dan kregen we ook weer een gratis cakeje! Deze namen we mee voor onderweg in de auto, dat konden we wel gebruiken voor de 3 uur durende rit naar Tirana.