Vandaag stond er een flinke autorit op de planning, die we wat opleukten met een tussenstop in Kruje.

Maar niet voordat we weer werden verwend met een uitbundig ontbijt, dat zat inbegrepen bij de overnachting. Pannenkoeken, verse chocoladecroissants, gebakken eieren, cake met wortel, brood met Albanese kaas en vijgenjam… Ik pakte de helft in voor later; ik had boterhamzakjes of een trommeltje mee moeten nemen.

Het was helaas een beetje druk op de weg naar het zuiden, maar er is gelukkig altijd ontzettend veel te zien langs de weg. Na anderhalf uur kwamen we aan in Kruje, een schattig toeristisch plaatsje waar dé Albanese volksheld Skanderberg is geboren die de opstand tegen de Ottomaanse indringers leidde. We deden koffie, een snel rondje door het kasteel en over de souvenirmarkt en vertrokken na een uurtje weer. Onderweg scoorden Mich en Hans nog lekkere pizzabroodjes à €1 per stuk – lekker, efficiënt en economisch.

Rond half 4 arriveerden we in onze volgende bestemming, Berat. Het laatste stuk naar het huisje gaat over een lekker steile en smalle weg, waar we ook nog eens een tegenligger tegenkwamen. Gelukkig heb ik jaren training gevolgd in Ventimiglia, dus hier draaide ik mijn hand niet voor om.

Eenmaal aangekomen begon het weer te stortregenen en fiks te onweren. We zaten lekker buiten op het balkon, tot een bliksemschicht op maar 100m voor onze neus flitste met tegelijk met een gigantische knal! We vluchtten gauw naar binnen, maar daarna trok het gelukkig verder weg. Ondanks de aanhoudende regen begaven we ons toch naar het centrum voor het diner, naar het door alle internetblogs geprezen ‘Tradita a Beratit’.

Toen we aankwamen leken ze vol, maar bij onze verzopen katjes-aanblik konden ze toch nog wel een (krap) tafeltje voor ons versieren. Toen presenteerden ze het vaste proeverij-menu met bijzonder veel kaas erin, helaas hadden ze geen andere dineropties. Gelukkig konden ze nog wel wat kaas vervangen door vlees want Mich en Alexandra lusten geen kaas. De eerste ronde bestond uit salade en twee flinke borrelplanken. Na 10 minuten waren we ongeveer halverwege, toen de tweede ronde al kwam. Daarbij werd er nogal gecommandeerd: “move salad! Bread here! Glass there!” Ik eindigde met de halve bak salade en 3 kommetjes met olijven/brood/jam op mijn bord, zodat de volgende 4 planken met eten geplaatst konden worden. Gehaktstaven met kaas erin, aardappelballetjes, cottage cheese prutje, byrek, gegrilde groenten en tzatziki domineerden nu de tafel, met aan de zijlijn ons als beduusde dineerders die nauwelijks bij hun bord konden – dat nog volgeladen was van de vorige ronde. Ondertussen zat ik ook nog in de weg voor het personeel, dus mocht ik tot 3x toe voor hen in de kast duiken om borden en bestek aan te geven.

Het stel aan een tafeltje naast ons bleken Nederlands en keken ons meewarig aan; wat een overdonderende ervaring he? Zij waren al klaar met eten maar hadden de “fout gemaakt” samen een hele fles wijn te hebben besteld. Die moesten ze nu in noodtempo naar binnen gieten, want er stonden al mensen te wachten op hun tafel.

Het eten was niet vies, maar minder uitzonderlijk dan alle voorgaande gerechten. Tel daarbij het ‘dwingende’ personeel op (dat ook nog behoorlijk op elkaar vitte tussen alle gasten), de veel te krappe tafel én dat het veel meer kostte dan we hier gewend zijn, maakte dat het allemaal een beetje tegenviel. Maarja, we hadden na al die lekkere diners en de lovende kritieken ook wel hooggespannen verwachtingen gehad.

Nog steeds door de regen zochten we een koffiebarretje, dat wel weer lekker kneuterig en vriendelijk was met veel locals (alleen maar mannen, uiteraard). Toen de regen eindelijk wat minder werd konden we gelukkig wat boodschapjes doen en teruglopen naar het huisje.