Op de planning stond een bergbeklimming naar Mulanje! Yekta had besloten niet mee te gaan omdat ze nogal een vermoeiende week had en even wilde bijkomen, maar Sander, Doris en ik hadden er alledrie heel veel zin in. Het was mooi weer, we hadden het supergoed voorbereid met tijd-, eet- en equipmentplanningen, we hadden een fijne gids geregeld én we hadden vlak van tevoren van Wouter gehoord dat hij dat het mooiste stukje van Malawi vond. Het was inderdaad te mooi om waar te zijn… want Sander werd vrijdagavond ziek.

Doris en ik hebben toen besloten om toch maar met z’n tweeën te gaan. De kosten waren dan wel een stuk hoger, maar we hadden het al zo goed voorbereid, allemaal mensen ingeschakeld  en het zou zonde zijn om in Malawi te zijn geweest zonder Mulanje te hebben gezien. Om 7 uur haalde taxi ons op, we deden nog even boodschappen in Zomba en pikten daar ook onze gids Isaac op. Hij werkt vooral op het Zomba plateau, maar hij werd zeer warm aanbevolen door de vorige coassistenten vanwege zijn kennis over natuur en in het algemeen.

Rond 10 uur kwamen we aan in Likhubula, ons startpunt aan de voet van het gebergte. We troffen daar ook onze porter James, die – zoals zijn functietitel al doet vermoeden – spullen voor ons droeg. Slaapzakken, kookgerei en servies is namelijk niet aanwezig in de hut en ook gaven we hem een 5L fles water mee.

Voor de wandeling stond op de website zo’n 3 tot 4 uur, maar Isaac zei dat het we wel 5 tot 6 uur moesten rekenen. Dat Malawianen ergens snel in zijn klinkt onlogisch, maar de locals daar zijn erg gewend aan bergbeklimmen omdat ze vaak de berg op gaan om brandhout te verzamelen. Ze hebben er zelfs de “Porter’s race”, een jaarlijkse wedstrijd wie zo snel mogelijk de berg op- en neer rent.

Ziet er nog leuk uit…

We startten op 600m hoogte en onze hut van bestemming lag op 2600m. Hoewel ik altijd een mini beetje zenuwachtig ben voor wandelingen (je moet toch een inspanning gaan leveren) had ik er wel vertrouwen in, het is niet alsof ik nooit heb gewandeld. Terwijl ik met moeite mijn ademhaling onder controle hield op een steile helling in de volle zon, bedacht ik me zelfs dat ik dezelfde wandeling in 2012 ook al had gedaan! Toen liepen we naar boven en naar beneden op één dag, in plaats van door te lopen naar de hut om daar te overnachten. Nou, dan moest het nu toch zeker ook lukken?

… maar er kwam gewoon geen einde aan

Trap na trap, helling na helling, begon ik daaraan te twijfelen. Er kwam gewoon geen einde aan de trappen en rotspartijen, en ze werden nog steeds steiler ook. Ik had dit echt zwaar onderschat. Isaac zei elke keer “we zijn er bijna, dit is het laatste stukje” en dan kwamen we de bocht om en dan was daar wéér zo’n rotspartij waar je je met handen en voeten omhoog moest werken!

Deze steen herkende ik!

Maar eerlijk is eerlijk, toen we eenmaal boven kwamen was het prachtig – het uitzicht, de voldoening en de vlakheid. Het was nog een uurtje naar de hut, maar dat was peanuts. Om de paar honderd meter deed het landschap me weer ergens anders aan denken, van Nieuw-Zeeland tot Oostenrijk tot Engeland. Een hele nieuwe kant van Malawi; ik ben er ondertussen achter dat echt elk stukje Malawi er anders uit kan zien.

#nofilter
Steeds weer andere uitzichten

Rond half 4 kwamen we bij de hut aan. We zouden eerst naar Chambe hut gaan, maar die zat “vol”. Best bijzonder, want het zou slaapplaats voor 16 personen bieden en we waren onderweg niemand tegen gekomen. Gelukkig stond er vlak voor nog een andere hut, France’s Cottage, die we voor onszelf zouden hebben. Doris en ik waren meteen verliefd, wat een idyllisch paleisje!

Zo schattig

Ik heb me nog een paar seconden ondergedompeld in een erg fris en helder beekje, maar het koelde al gauw af en werd donker. Tijd om te koken op een echt vuur. We hadden een heel makkelijk en snel een-pans-recept van Sander meegekregen voor een soort rijstsoep met groenten en zoete aardappel. Klinkt heerlijk toch? Nou dat was het ook! Kwam waarschijnlijk door de geleverde inspanning, de lage verwachtingen en de bijzondere omgeving. Doris was zelfs zo vooruitziend geweest om gezellige lampjes mee te nemen, wat ook maar goed was want er was geen stroom.

Voor mijn gevoel hebben we uren lang buiten zitten praten, lekker op de veranda tussen de lichtjes en met daarachter de sterren. Toen we eindelijk naar bed gingen was het half 10. De matrasjes zagen er vreselijk smerig uit maar gelukkig had ik een chitenje mee (always a life saver) en een lakenzak. Toen waren er twee zaken die onze nachtrust bedreigden, namelijk de 1. afwezigheid van klamboe’s en 2. de aanwezigheid van beesten. Nu denk je, dat valt toch samen omdat de klamboe de muggen tegenhoudt? Dat zou inderdaad het geval zijn geweest als het alleen om muggen ging, maar helaas bleek er ook iets in mijn lakenzak te zitten. Ik lag ’s nachts al wakker van de vreselijke jeuk en had al met mijn mobiel in mijn lakenzak naar mijn voeten geschenen, maar zag niets opvallends. Ik dacht dat het misschien door muggenbeten van eerder op de avond kwam, bovendien denk ik ’s nachts altijd wat minder helder na. De volgende ochtend bekeek ik mijn benen eens goed, en zag  zo’n 15 bulten van 2cm doorsnede op beide enkels/onderbenen. En de jeuk! Niet te doen. Ik vraag me nog steeds af wat er in mijn slaapzak heeft gezeten, ik heb hem goed uitgeschud maar zag er niet echt duidelijk iets uit vallen.

De betere ontbijtjes

Gelukkig maakte het ontbijtje veel goed, namelijk weer pannenkoekjes van Doris die ze voor vertrek al gebakken had. Rond half negen verlieten we de hut voor de wandeling terug. Altijd als ik een afdaling maak, verbaas ik me erover dat ik al die hoogtemeters naar boven heb gemaakt. Onderweg maakten we een kleine detour naar een prachtige waterval waar we ook even lekker konden zwemmen om af te koelen. Rond twee uur waren we weer beneden in Likhubula en namen de taxi terug naar Malosa.

’s Avonds brachten we Doris met de taxi naar Zomba, waar zij twee weken zou gaan logeren vanwege haar stage in het Zomba Mental Hospital. Voordat we haar afzetten, gingen we eten bij de Kip’s, de populaire snackbarketen hier. Het duurde wel een uur voordat ons eten geserveerd werd, en blijkbaar vonden zelfs zij dat lang duren dus kregen we verontschuldigings-cupcakes! Ze leken verdacht veel op Valentijnsdag-cupcakes, dus dat zou betekenen dat ze al vier dagen oud waren, maar ze smaakten nog prima. Voor eten had ik een wrap met kip en masala chips besteld, vooral die laatsten waren erg lekker.

Terwijl we zaten te eten, begon het verschrikkelijk hard te regenen. Echt, zo erg had ik het nog niet eerder gezien hier. Je zag buiten gewoon geen hand voor ogen! We hadden al een taxi besteld om ons op te pikken, maar die hebben we even laten wachten in de hoop dat de regen gauw minder werd. Na 20 minuten gaven we die hoop op. Toen we van de deur naar de taxi renden waren we binnen drie seconden doorweekt. Eenmaal in de taxi kreeg ik het nog kouder toen ik zag wie onze chauffeur was: die met de niet-bestaande lichten! We hadden al eerder aangegeven dat we het echt niet prettig vinden om met hem in het donker te rijden, maar blijkbaar waren er geen andere chauffeurs meer beschikbaar. We brachten eerst Doris naar haar logeeradres en hebben nog even binnen gewacht, gelukkig werd de regen íetsjes minder. We zijn toen weer bij hem in de auto gestapt, maar hebben wel bij de taxibaas aangegeven dat we volgende keer van tevoren willen weten of het deze chauffeur is zodat we op dat moment kunnen afwegen wat we willen.

Ondanks dat de regen iets minder erg was, was het nog steeds erg. Om het beslaan van de voorruit tegen te gaan, had de chauffeur zijn raam open en veegde om de 10 seconden met een doekje de ruit schoon. De rit vorderde weer erg traag. Ergens halverwege naar Malosa passeerden we een grote truck, nét op het moment dat we door een grote plas reden. Door het open raampje kwam er een hele golf regenwater in de auto, recht in onze gezichten en in Sanders door verbazing wijd opengesperde mond. Bah! Het mocht weer een wonder heten dat we veilig zijn aangekomen.