De ‘grote hike’!

We kregen om 7 uur ontbijt geserveerd, Albanese ‘pancakes’. Die lijken het meest op een soort platte oliebollen en kon je met honing, jam of kaas beleggen. Erg lekker en voedzaam dus! Bij ons aan tafel bij het ontbijt zat, naast H&A, ook een van de meisjes uit de hostelkamer, zij kwam uit Australië. Ze was gezellig met ons aan het praten en luisterde naar ons gebabbel. Op een gegeven moment zei ze dat hoe wij Nederlands met elkaar praatten klonk als de taal uit computerspel de Sims… Heel grappig.

Rond half 9 vertrokken Mich en ik, H&A bleven nog 1 dag en nacht in Theth om de volgende dag terug te rijden naar Shkoder.

Onze bestemming, het dorp Valbonë, kun je vanuit Theth alleen per wandeling bereiken. Het is een populaire wandeling die je vanuit beide dorpen kunt maken. We begonnen lekker in de koelte, de wandeling was leuk afwisselend door bos en later wat meer alpenweide, met mooi zonnig weer. Met die Milka-taferelen kreeg ik trek in chocola! De steilte viel ons mee, in 3 uur stonden we op de top. Dat is dezelfde top als wanneer je de wandeling vanuit Valbonë maakt, heel grappig! Wij waren in bewondering over het uitzicht aan ‘hun kant’, wat wij nog niet gezien hadden, en zij precies het tegenovergestelde.

Na even uitrusten op het uitzichtpunt begonnen we met afdalen aan de andere kant, naar Valbonë Daar hadden we een heel klein beetje haast mee ivm de voorspelde regen. Ook deze kant was weer prachtig, met heel veel leuke bloemetjes. Het einde van de wandeling begon het ons wat lang te duren, want dat was vooral over een soort grindbak (oude gletsjer?) en de donkere lucht zat ons op de hielen. Precies op tijd bereikten we ons guesthouse Hyrmet Demushi. Ik was een beetje verbaasd, want ik voelde me helemaal niet zo moe! De wandeling was veel minder inspannend geweest dan ik had verwacht – zal wel door al die training voor de halve marathon komen.

We kregen lunch bij het guest house: brood, salade, kaas, chorizo en witte wijn, allemaal zelf gemaakt! Alles behalve de wijn smaakte heerlijk; de wijn smaakte alsof ze er nog een scheutje raki (lokale sterke drank) doorheen hadden gegooid voor een extra kick.

Na een rustmomentje (Mich slapen, ik lezen) hadden we wel zin in nog een relaxed wandelingetje in de omgeving van 2 uur. Bij terugkomst had ik toch alweer honger, dat was gelukkig goed afgestemd op opnieuw een lading ambachtelijk eten. Dit keer had ik byrek (bladerdeegtaart), Mich had groentesoep en de lokale polenta-specialiteit. Niet besteld maar wel geleverd: aardappels met kaas uit de oven en supervers brood. We kregen het niet op, dus ik ontvoerde wat brood – Mich begint me een hoarder te noemen, maar de volgende dag was een reisdag en niets is zo erg als reizen en honger hebben. We sloten af met een kopje ‘mountain tea’, toen ik vroeg wat dat was kreeg ik naast de uitleg (bloemen) meteen ook een heel boeketje mee om het zelf te kunnen zetten!

Na het eten keken we nog een filmpje op de kamer met een lekker elektrisch kacheltje aan (koud daar op 1000m hoogte), toen was het tijd voor een welverdiende nachtrust.