Cambodja heeft een vreselijke en recente geschiedenis; door het bezoek aan de Killing Fields en de S21 gevangenis in Pnomh Penh zal ik de impact daarvan van mijn leven niet meer zal vergeten. Pas op! In dit stuk vertel ik veel geschiedenis en de bijbehorende gruwelijkheden.

Vanaf Chipat namen we eerst de motorbike taxi tot de grote weg, vervolgens met een bus naar Pnomh Penh. Dat ging redelijk soepel, tot we in de stad kwamen en anderhalf uur bezig waren om een paar kilometer verder bij het busstation te komen. We dineerden vroeg bij een restaurant voor mensen met een moeilijke achtergrond. Ze hebben heel veel van dat soort initiatieven hier, heb ik gemerkt. Ik had een lekkere maar zuinige portie gnocchi. Hierna gingen we naar een voetbalwedstrijd in het Olympisch Stadion! Cambodia versus Mongolië speelden geheel toevallig hier, vanavond. De kaartjes kostten niks (2,5 USD) en het was een hele belevenis. Het stadion was best goed gevuld en sommige supporters waren vreselijk enthousiast, een mannetje achter ons zat de hele wedstrijd ‘oei oei oei oei oei’ te roepen. Anderen leken alleen maar een beetje rond te lopen en te flaneren, zonder naar het veld om te kijken. Het werd uiteindelijk gelijkspel, een rechtvaardige uitslag vond ik. Op de terugweg wilden we nog een leuk theetje scoren, want vanuit de bus hadden we een heleboel theetentjes gezien, maar nu konden we die uiteraard niet meer vinden.

De volgende dag stonden we vroeg op, om kwart over zeven liepen we de deur uit. Deze nieuwe tactiek was om de hitte enigszins te ontwijken. We waren hier heel blij mee, want zelfs om 9 uur was het al warm bij het koninklijk paleis! Dat doen ze hier in Vietnam en Cambodja zo anders dan bij ons in Europa; wij zetten één groot gebouw neer, hier moet het altijd een complex van tientallen tempeltjes zijn. Wel heel erg mooi.

Na koffie met taartje gingen we door naar de Tuol Sleng gevangenis. Hiervoor is wat achtergrondkennis over de Rode Khmer periode essentieel, dus ik zal proberen het zo kort en duidelijk mogelijk uit te leggen. In het Cambodja van de jaren ’70 was er onrust, onder andere door de Amerikaanse bombardementen in het Noord-Oosten op de Vietnamezen. Daar liep namelijk de Ho Chi Minh trail, welke door de Vietcong werd gebruikt om troepen in het zuiden van Vietnam te bevoorraden. De generaal die aan de macht was in Cambodja, was niet geliefd omdat hij die Amerikaanse bombardementen soort van toestond. Cambodjanen die in het buitenland hadden gestudeerd en terugkwamen, kregen weinig kansen. Een bepaalde groep die in Parijs had gestudeerd, waaronder Pol Pot (afkorting voor Political Potential en ook wel kameraad nummer één) was daar in aanraking gekomen met communistische ideeën. Toen zij terugkwamen, wilden ze van Cambodja een landbouwstaat maken. Ze noemden zich de Rode Khmer: rood naar het communisme, Khmer is de naam van het Cambodjaanse volk. Ze gebruikten de onrust die er was om de macht te grijpen. Cambodjanen verwelkomden dat initieel; door ontevredenheid over de huidige situatie, hoopten ze dat deze verandering tot verbetering zou leiden. Maar door het beleid van Pol Pot en de Rhode Khmer zou tussen 1975 en 1979 een kwart van de gehele Cambodjaanse bevolking, 3 miljoen mensen, om het leven komen. Ze zetten de tijdstelling terug naar nul. Ze verlieten alle Westerse technieken die werden gebruikt in fabrieken en op het land. Alle mensen uit de stad, zogenaamde ‘nieuwe mensen’, werden naar werkkampen op het platteland gestuurd. Iedereen die hoogopgeleid was of ook maar enigszins verdacht werd van intellectualiteit (bijvoorbeeld door het dragen van een bril), van spionage of van het niet eens zijn met de Rode Khmer, werd opgepakt. Godsdienst was verboden, iedereen moest in “angkar” oftewel “de organisatie” geloven. Door lichamelijke uitputting, ondervoeding en moord stierven er talloze mensen. De achterdocht werkte de organisatie niet per se in het voordeel, want ook “kameraden” (leden van de organisatie) werden gemakkelijk beschuldigd en vermoord. Uiteindelijk hebben Vietnamezen de Rode Khmer verdreven en iemand anders aan de macht gezet, maar de wereld was nog anti-Vietnam door de Amerikaans-Vietnamese oorlog. De nieuwe Cambodjaanse regering werd daardoor heel lang niet internationaal erkend, maar de organisatie van Pol Pot wel! Die bleef zich schuilhouden in de jungle net over de grens in Thailand, en hebben van daaruit nog lang aanvallen uitgevoerd in Cambodja. Op het moment dat dit zich allemaal afspeelde, wist de Westerse wereld er ook niets van – behalve dan dat de grenzen potdicht zaten.

In de Tuol Sleng gevangenis (ook wel S21 gevangenis) in Pnomh Penh werden mensen opgesloten die verdacht waren. Daar hoefde nauwelijks een aanleiding voor te zijn, ze doodden liever iemand die onschuldig was dan iemand te laten lopen die wel schuldig was. In die gevangenis werden mensen net zo lang gemarteld tot ze een (valse) bekentenis aflegden, dat was het doel. Ze moesten bijvoorbeeld verklaren dat ze spion waren van de CIA of KGB, of dat ze iets hadden gedaan om de organisatie te ondermijnen. Zodra een bekentenis was verkregen, waren de gevangenen nutteloos en werden ze afgevoerd naar de Killing Fields ten zuiden van Pnomh Penh. De schatting is dat zo’n 20.000 mensen in deze gevangenis hebben gezeten, daarvan hebben er slechts een paar (7? 12? ik weet het niet meer) het overleefd.

Er was een ontzettend goede audiotour in het Nederlands die ons door de gevangenis loodste. Het was eerst een basisschool geweest, bijna de tegenpool van wat het later zou worden. In die tijd wist niemand in Pnomh Penh waar het gebouw voor diende, alleen dat het hermetisch afgesloten was. Er waren verhalen van mensen die het overleefden en van nabestaanden, over de gevangenisdirecteur en over de organisatie. De wreedheden die mensen kunnen uithalen zijn echt onvoorstelbaar.

’s Middags hebben we een dutje gedaan en later rondgelopen, over een gezellige boulevard. We aten bij een heerlijke pizzeria, waar we voor het eerst sinds lange tijd weer eens wijn bestelden. Dit bleek een literfles, dus het werd erg gezellig.

De laatste dag stonden we ook weer op tijd op, dit keer voor een bezoek aan de Killing Fields met goede audiotour. Gevangenen uit de Tuol Sleng gevangenis die hadden bekend, werden hier ’s nachts heen gebracht, in het begin gebeurde dit eens per week, later dagelijks. Ook hiervan wist niemand in de omgeving wat er gebeurde. Er werd luide muziek gedraaid, zodat het geschreeuw van gevangen niet te horen was in de omgeving. Om kogels te besparen, werden landbouwwerktuigen gebruikt. Op dit moment ziet het er allemaal mooi en groen uit, maar het is één groot massagraf. En dat is dan slechts één van de meer dan 400 die er door heel Cambodja zijn gevonden! Niet alleen mannen, maar ook vrouwen, kinderen en baby’s werden vermoord en de details zijn gruwelijk. Van honderden botten en schedels die ze daar hebben gevonden, hebben ze nog niet zo lang geleden een herdenkingsmonument gemaakt. Daarin zie je bijvoorbeeld allerlei schedels met daarbij aangegeven door wat voor soort letsel ze om het leven zijn gekomen.

Hoe afschuwelijk dit ook allemaal is, toch kan ik het dan wel weer achter me laten als ik het terrein af stap. Er is daarbuiten niets meer wat je eraan doet denken, het is een compleet andere wereld. Gelukkig maar.

’s Middags om 2 uur namen we de bus naar Siem Reap. We hadden niet de meest luxe/dure gekozen, maar de op één na beste. Dat was echt al alsof we eerste klas reisden, met een heuse sterwardess! Dus ik ben toch nog wel nieuwsgierig wat die andere bus dan nog extra had gehad ;). Het was een fijne reis, filmpje gekeken, eetpauze, en om 9 uur waren we in Siem Reap.

Nog even een gezellig plaatje