Een blog over ditjes, datjes en de was.

Ik was de blog over Wageningen al aan het schrijven, oorspronkelijk van plan om de nog niet-verslagen dagen, niet-verslagen te laten. Maar dat vond ik toch zonde; deze blog is al bijna een dagboek, dan kan ik het bijhouden ook. Ik wilde de dagen daarom eventjes kort verslaan, onderaan mijn Wageningen-blog. Je voelt de bui al hangen: ik kan dingen niet kort houden. Er “gebeurt” hier ook zoveel! Dus hierbij dan toch een speciale blog over deze dagen.

De werkweek was lekker rustig, ik stond op de mannenafdeling. Het enige spannende was dat de standaard infuusvloeistof bijna op was, de NaCl 0.9%. Ik kan het nog steeds niet helemaal bevatten, infuusvloeistof vind ik toch wel écht een basisonderdeel. Bijna te vergelijken met een ziekenhuis zonder bedden. Hoewel, dat is ook geen ondenkbare volgende stap. Patiënten moeten het al regelmatig zonder lakens doen, en zowel patiënten als medewerkers moeten hun eigen wc-papier meenemen…

Op donderdagavond stonden Lotte en ik samen in de sportschool te zweten, toen ik werd gebeld door de nieuwe chirurg. Of we zo mee wilden eten? Ja gezellig! We hadden pizzadeeg in de rijs staan, maar dat kon ook wel een nachtje doorrijzen in de koelkast. Die chirurg is hier samen met zijn gezin; zijn vrouw en 3 kinderen tussen de 9 en 14 (schatting). Verder waren de nieuwe radioloog en zijn vrouw aanwezig; de al bekende cardioloog en zijn vrouw; en nog een andere chirurg. Deze werkt hier ook regelmatig, zo ook afgelopen voorjaar voordat wij hier waren. Daarna heeft hij met zijn motor een enorme reis door Zuid-Amerika gemaakt (Colombia, Brazilië, etc…). Hij was net vandaag teruggekomen en vertelde honderduit over deze reis. De kaart lag op tafel en we moesten met z’n allen de hele route doorlopen. Ja, moesten. Wat een zelfingenomen man! Hij had het hoogste woord en leidde het gesprek steeds weer terug naar hemzelf of zijn reis. Gelukkig kon ik me iets afzijdig houden en met wat andere mensen praten.

De kinderen aten ook mee en hadden een oranje gembersapje wat lekker rook. Ze boden mij aan om ook wat te proeven. De oudste kwam met een schattig klein glaasje met oranje vloeistof aanzetten. Alleen… wat een gekke dikke substantie? Bleek het afwasmiddel! Gelukkig had ik het dóór voordat ik een slok had genomen. De jongen lag in een deuk en ging naar de keuken om een nieuw glaasje voor me halen. Toen ik dat op zijn kant hield, bleek dat weer precies dezelfde substantie. Leuk geprobeerd, grapjas! Uiteindelijk kreeg ik dan het juiste sapje, dat inderdaad lekker was. Maar die jongen moest de gehele afwas doen van zijn vader en ik ben al aan het broeden op een grap om met hem uit te halen, wanneer zij een keertje bij ons komen eten ;)

Het was uiteindelijk een gezellige avond; op de fiets terug hebben Lotte en ik gelachen om het afwasmiddel en de bijzondere chirurg. Wat een zegen dat wij niet met deze man hoeven te werken.

We hebben een paar avonden lekker rustig thuis gezeten, zelfs een keer op mijn voorstel een spelletje gedaan. Boonanza, dat was lang geleden. Ik had het hele weekend vrij. Vrijdag aten we de zelfgemaakte pizza, echt een traktatie. We eten hier altijd vegetarisch, dat vind ik geen probleem. Maar de salami die Lotte speciaal voor mij had gekocht voor op de pizza smaakte hemels.

Zaterdag was slopend. Ik schaamde me aan het eind van de dag een beetje dat ik zo moe was, want ik was toch vrij? Nu ik alles opschrijf merk ik echter pas dat ik écht veel gedaan heb.

Het was ten eerste wasdag. Op zulke momenten verlang ik extra naar huis, waar het gewoon een kwestie is van erin doen en eruit halen. Je bent er hier gewoon een HELE dag mee bezig. Het was ook wel ongelukkig gepland, want het regende waardoor ik het niet buiten op kon hangen en de doorstroming van het gehele proces vastliep. Daarnaast was ik “ondertussen” enthousiast aan het koken. Helaas kan ik geen twee dingen tegelijk. Breien en tv kijken = geheid een fout in het breiwerk. In de jungle wandelen en beestjes kijken = struikelpartij omdat ik niet op het pad let. Lezen = lezen, dan moet je eerst m’n aandacht trekken voordat ik kan luisteren. Dus geldt ook, wassen en koken = meer vertraging dan efficiëntie. Maar ik moest en zou saag paneer maken, Indiase spinaziecurry met Indiase kaas. Daarvoor moeten nogal wat dingen uitlekken en rijzen, dus het kon niet anders. Lotte en ik gingen eerst inkopen doen op de markt. We hebben onder andere 4 ananassen gescoord voor een hele goede prijs, omdat ze al erg rijp waren. Het was op de markt de warmste keer tot nu toe, al zodra ik m’n fiets afstapte liep het zweet in straaltjes over mijn lichaam. Toen ik thuis kwam, zag ik ook dat mijn hele jurk (voor de insiders: die leger groene, ‘jungle’) aan mijn lichaam plakte en je precies kon zien waar ik het meeste zweette. Charmant.

Eenmaal thuis begon ik met het maken van de Indiase kaas, paneer: melk koken, azijn erbij, uitlekken in theedoek. Toen waren de naans aan de beurt, een speciaal recept waarbij het deeg tussendoor een uur moest rijzen zodat ze lekker zacht werden. De spinazie moest ik ‘droogkoken’, daar bleef natuurlijk weer verrassend weinig van over. Ook de paneer bleek een zielige portie, van 800ml melk kreeg ik maar een half handje paneer. Daarom heb ik ook zoete aardappel uit de oven gemaakt voor erbij. Uiteindelijk was dit alles bij elkaar héérlijk! Vooral hoe je de spinazie bereidt is bijzonder simpel en lekker, dus moet ik het recept wel delen. Wel zou ik de paneer (of tofu) en naans gewoon kopen, scheelt gedoe.

Ondertussen had ik ook gelijk maar Surinaamse ananascake met rum gebakken. De ananassen konden niet zo lang blijven liggen en de oven stond toch al aan voor de zoete aardappel. Deze was zálig. Helaas merk ik dat ik geen foto’s heb gemaakt van al deze lekkernijen!

En dan heb ik ook nog Max op z’n nummer gezet, die kwam langs terwijl ik aan het koken was. Ik stond in de keuken en daarmee uit het zicht, maar alle deuren waren open dus het was duidelijk dat er iemand thuis was. Gedurende 10 minuten heb ik hem genegeerd, terwijl hij voortdurend ‘klop klop’ riep. Toen was ik het zat. Hij stond aan het hek, vrolijk zwaaiend met een tasje in zijn hand. Hij had weer cadeautjes voor me meegebracht (oa sap), want het was bijna Moederdag! Ik werd boos. We hadden afgesproken dat hij geen cadeautjes voor me mee zou nemen, dus ik ging ze niet aannemen. Ook niet voor deze ene keer, want dan zou het nooit duidelijk worden. Hij had niet naar me geluisterd en zich niet aan de afspraak gehouden. Ik heb hem weggestuurd en ging verder met koken. Hij liep helemaal ontdaan en bedremmeld weg… Ik voel me nu weer schuldig, maar anders wordt het echt niet duidelijk voor hem. En ik ben verdorie zijn moeder niet!

Hierna leek het alsof Max het helemaal had opgegeven, maar nee, een aantal avonden later stond hij weer bij het hek. Of ik nog boos was? Nee, dat zou niet eerlijk zijn. Er verscheen een grote glimlach op zijn gezicht, hij was weer helemaal blij. Vooruit, als het hierbij blijft – korte oppervlakkige hekgesprekjes waar hij heel blij van wordt en waar ik geen onnodige mierzoete sapjes of andere cadeautjes aan overhoud – dan vind ik het wel prima.

 

Zondag hadden Lotte en ik allebei een hele dag vrij! Dat was voor het eerst sinds weken, dus gingen we er gebruik van maken ook. ’s Ochtends hebben we gefietst, zie hieronder. ’s Middags gingen we naar De Lounge, een “resort” (café + hotel) aan de Zeedijk. Hier keken we al de hele week naar uit. Je kunt er namelijk lekker zwemmen, en dat hebben we nog niet gedaan sinds we hier zijn! Nu ben ik geen echte zwemmer, ik ben vooral gek op de ligbedjes naast het zwembad waar je zo goed op kunt liggen lezen. Dat hebben we na een verfrissende duik dan ook heerlijk gedaan. Jopie en Arie gaan hier slapen wanneer ze hier op bezoek zijn (al over een krappe 2 weken!!!!!) en het is helemaal goedgekeurd. Het voelde als een ontspannen vakantiedag! Terwijl  we daar zo lekker lagen, kregen we een uitnodiging van de chirurg om te komen eten. Het was naast Moederdag ook zijn verjaardag, reden voor een feestje! Moederdag an sich is voor Surinamers trouwens al feest. Overal op straat roepen ze je ‘fijne Moederdag!’ toe, ook naar de mannen. In de supermarkten verkopen ze prachtige cadeau-sets (niet). In de kerk wordt een speciale mis gehouden, en het schijnt dat meisjes cadeautjes krijgen.

Toen we terugkwamen van de Lounge (wind tegen!), maakten Lotte en ik als cadeau een ballonslinger en een tegoedbon voor een 3 x P avond. Herinneren jullie je die grap, van het 3-P dieet? Ik kan het geluidsfragment helaas niet meer vinden, maar aan het begin van de corona-epidemie heb ik er vlak om gelegen. Het stond toen voor Pizza, Pannenkoeken en Platvis: allemaal gerechten die onder de deur door passen, voor als je in corona-isolatie zit. Hier hebben we geen platvis, pannenkoeken zijn veel teveel werk voor een heel gezin, maar pizza kunnen we zeker maken. De andere P’s van onze tegoedbon staan voor Pinda’s als snack van tevoren en Parbo (bier) om erbij te drinken. Voor de kinderen zoeken we nog wel iets anders drinkbaars met de P, misschien bestaat er wel een merk afwasmiddel dat daarmee begint!

Het was een gezellige avond, dit keer kreeg ik niks geks te drinken. Ze hadden weer lekker gekookt en er was zelfs taart als toetje. Mokkagebak en zelfgemaakte appeltaart, erg lekker, maar niet zoals die van oma Zijp

Maandag had ik avonddienst, die was rustig. Lotte maakte ondertussen lasagne, waarvan ik een bord kon komen halen als avondeten. Wat een verzorging he?

Dinsdag was voorbereidingsdag voor Wageningen, daar lees je grotendeels verder over in de volgende blog. Wel wil ik alvast verder vertellen over ons cacao-project. De bonen waren nu voldoende gedroogd in de zon, dus mochten ze geroosterd worden in de oven. Na afkoelen konden we ze pellen en daarna tot pasta vermalen met de vijzel. We zijn nu helemaal klaar voor chocolademelk! Alleen de verdere planning (Wageningen) en het weer (warm) werken niet mee, maar daar vinden we vast gauw iets op. Een avondje in de airco op standje vrieskist heb ik wel over voor een kopje heerlijke, 100% zelfgemaakte warme chocolademelk.

Dan nu nog even de fietsverhalen van afgelopen week. Lotte en ik konden beiden alle drie de trainingsdagen mee, wat een cadeautje. Op zondag waren we zelfs met een hele groep! Er bestaat namelijk een heuse Nickerie Cycle Club, al jaren. Wegens allerlei zaken (ramadan, covid, regen) was die nauwelijks actief, maar dat begint nu blijkbaar weer te komen. Lotte en ik waren helemaal blij, weer lekker in een club fietsen voor dit langere stuk (70km). We missen de specialisten namelijk wel! We kwamen bedrogen uit. Aan deze mannen heb je 0,0. Oké vooruit, eentje van hen valt wel mee. Ik zal er 5 fietser-karakterschetsen uitwerken.

A) mijn bijna-favoriet. Heeft langere tijd in keurig tempo op kop gefietst en doet geen vreemde dingen. Was aan het eind wel moe, behoorde tot het clubje waar we na 4/5 van de rit een kwartier op hebben gewacht.

B) kan echt keihard wegsprinten, lijkt me erg fit. Maar wanneer A lekker 32km/u op kop fietst, komt deze B vanaf zijn 6de comfortabele plekje naar voren met 36km/u en trekt de hele groep mee. Dit duurt 15 seconden, daarna zakt hij weer terug naar zijn fijne 6de plekje. Heeft dit 4x gedaan. Toen wij op 4/5 stonden te wachten, was deze man ergens vooruit en in geen velden of wegen te bekennen. Stond helemaal aan het eind op een random straathoek te wachten, kwamen we toevallig weer tegen.

C) de grootste aanfluiting. Fietst alleen maar achteraan, sprint soms in zijn eentje een klein stukje weg, is dan moe, wacht tot de groep er is en gaat weer helemaal achteraan fietsen. Zat bij het clubje waar we op moesten wachten.

D) iemand die weet dat hij niet hard kan fietsen, dus dat scheelt. Soms neemt hij het even 10 seconden van me over op kop als hij vind dat ik te traag ga, merkt dan dat de wind toch best hard is en hij niet harder kan, gaat dan weer naar achteren. Vaak als hij als 2de in de groep fietst, laat hij je ook alvast passeren zodat hijzelf niet op kop hoeft te fietsen. Het voelde een beetje asociaal, maar we hoefden in ieder geval niet op hem te wachten aan het eind.

E) mijn favoriet, Lotte! Tja, die fietst gewoon veel op kop, stabiel hoog tempo, gaat maar door.

Het mooiste van alles kwam aan het eind. We gingen bij iemand nazitten en cola drinken, toen werd het even nabesproken. Persoon A, B en C hadden het hardst en het best gefietst vandaag! Lotte en ik keken elkaar stomverbaasd en beledigd aan. Eh, wie hadden dan bijna alles op kop gefietst?! Zucht, de macho’s…