Bijzonder krap, eng, nauw, warm, zweterig, modderig, en onvergetelijk.

Grutas Calcehtok

Zondag 28 november

We dachten een rustig dagje voor de boeg te hebben: broodjes en koffietje halen, naar Mérida rijden, onderweg wat grotten bezoeken. We waren zelfs bang dat het programma wat summier was, maar wat hadden wij ons vergist.

Nouja, vergist… Niet serieus genomen is een betere omschrijving.
Het begin met de koffie en broodjes halen. Dat ging moeizaam door parkeerproblemen én te volle koffiebekertjes. Dat gloeiend hete spul kwam overal onder het dekseltje vandaan! Ik heb er uiteindelijk maar wat uit gegoten om het wat handzamer te maken. Het was ook geen beste koffie, dus ik was er niet heel rouwig om. Ernstige problemen dus al op de vroege morgen, maar de broodjes waren best lekker. De chocoladecroissant was de ster van het stel, daar zat extreem veel chocolade op.

De rit naar de grotten verliep trouwens prima, dit moet geen klaagverhaal worden – eigenlijk juist het tegenovergestelde! Namelijk dat we positief verrast werden, maar daarvoor moet ik onze verwachtingen een beetje toelichten.

In de reisgids stond wel dat het bijzondere grottenstelsels waren, en bij de Google reviews stond dat je vies werd, maar wij dachten die Mexicanen onderhand wel te kennen. Hoewel, achteraf gezien hadden we al direct kunnen merken dat het hier anders was. Het “entreepad” was namelijk al zo lang als wat ze normaliter een intensieve wandeling van 30 minuten zouden noemen.

De entreegrot

Toen we bij de grotten aankwamen, leek er niets te gebeuren. Geen receptie, geen poort, alleen een hutje waar 2 mannetjes zaten te praten die er verder niks mee te maken leken te hebben. Wij liepen de eerste grot in van het niveau “familia”, dus voor alle leeftijden geschikt. Toen we in deze ondiepe grot stonden, kwam er een mannetje naar beneden om te vragen of we een tour wilden doen. Ja, graag! Het bleek dat er al een groepje was waar wij bij konden aansluiten. Dat waren een Mexicaanse jongen uit Mérida, zijn moeder en twee van zijn vrienden die op bezoek waren. De Mexicaanse jongen begon al gauw dingen voor ons te vertalen, heel fijn! Hij vertelde dat dit al zijn 4de keer hier was, en dat hij het nu graag met z’n moeder en vrienden deelde.
We gingen naar een grot van “intermediate” level. Voordat we een laddertje afdaalden naar beneden, vertaalde hij dat we rustig aan zouden doen en dat ze altijd op ons zouden wachten. Wij grinnikten en keken elkaar aan, wij vermoedden dat het meer andersom zou zijn. Onderaan het laddertje vroeg de gids of we de makkelijke of de “extreme” versie wilden doen. Wij zeiden direct extreem, want dit is Mexico, hoe extreem kon het nu zijn? De gids waarschuwde dat er nauwe doorgangen bij zaten, waar je echt als slang moest kruipen en over de grond moest tijgeren. Ja ja, dat kunnen wij wel hoor! We kregen hoofdlampjes op en we waren klaar om te gaan.

Ha. Ik zit er nu echt om te lachen hoe erg wij dit onderschat hadden. Zodra we het eerste gat van het grottenstelsel door kropen, was het compleet anders dan ik ooit had verwacht.
Het was niet lopen en af en toe ergens doorheen kruipen. Het was bijna alleen maar liggen, als je geluk had kon je iets op je knieën kruipend of op je hurken schuifelen doen. En daarbij waren er scherpe bochten, je moest omhoog en omlaag, er waren scherpe steentjes, modder, hele vochtige lucht…
Gelukkig zaten mich en ik een beetje voorgaan in onze groep van 6, zodat we de instructies van de gids goed konden volgen.

Binnen een paar minuten droop ik van het zweet. Iedere keer dacht ik: die kant moeten we op, maar dan gingen we door het kleine gaatje waarvan ik het niet voor mogelijk had gehouden dat we daar doorheen zouden passen. Of je zag niet eens een gat, en dan verdween die gids er toch doorheen. Terwijl we bezig waren, was het soms best eng. Ik ben gelukkig niet claustrofobisch – dan red je dit met geen mogelijkheid – maar soms kostte het echt veel kracht! En dan kon je geen grip vinden met je voeten, je niet naar voren/boven trekken met je handen, moest je weer een idiote hoek maken…

Twee keer heb ik mezelf echt een beetje tot rust moeten manen: ik zit niet vast, ik kan hier weg, als ik rustig doe kan ik mezelf voortbewegen. Stom was ook dat we onze rugzak en heuptasje mee hadden genomen. De gids had ons niet gewaarschuwd, maar de rugzak kon je met geen mogelijkheid ophouden en schoof Mich de hele tijd voor zich uit. Mijn heuptasje moest ook vaak af en die gooide in dan naar voren.

De gids vertelde ondertussen over deze grotten. Ze werden tijdens de kastenoorlog al door de Maya’s gebruikt om in te schuilen. Vrouwen en kinderen bleven wel een jaar beneden, terwijl mannen af en toe omhoog kwamen om voedsel te zoeken. Ik kan het me gewoon niet voorstellen, een jaar lang. Op verschillende plaatsen liet de gids aandenkens van de Maya’s zien, zoals een kom met een mes erin en een heleboel scherven van aardewerk.

Overal was ik heel blij dat ik niet zo groot ben, maar op een gegeven punt was het echt heel smal. Een van die Mexicaanse jongens was een sportschool type met hele brede schouders… Te breed. Echt waar. Hij paste er niet door!

De gids ging toen naar hem terug en wij hebben een tijdje zitten wachten op een plek waar je gelukkig rechtop kon zitten. Dat waren 20 stille minuten, waarin we eigenlijk niet goed wisten wat er gebeurde. Mijn gedachten gingen toen geen fijne kant op: er kan echt veel misgaan daar beneden. Wat als er ergens een stuk instort? Wat als de gids een hartaanval krijgt en het loodje legt (hij was al minstens in de 60)? Wat als er niemand terugkomt en al onze hoofdlampjes leegraken?
Mogelijk hadden de twee Maya-skeletten die achter ons lagen ook wel te maken met deze gedachtegang, bedenk ik me nu.

Gelukkig kwam de gids toen terug, vanaf een andere kant. Blijkbaar is hij samen met brede schouders achteruit gegaan en hebben ze een andere uitgang genomen. En voor ons duurde het ook niet zo lang meer, wat was dat een fijn gevoel toen we de laatste opening door kropen! Michels uitspraak van 2 jaar terug in Vietnam is nog steeds maar al te waar: het mooiste aan een grot, is wanneer je er weer uit mag. Wat zagen we er ook uit he!

 

We waren helemaal omvergeblazen door deze ervaring. En heel moe. We aten onderweg naar Mérida in een klein plaatsje, vis met knoflook en ceviche. Het was al 7 uur toen we in het hotel in Mérida aankwamen. Ik voelde me echt een soort holbewoner, zoals we daar helemaal onder de modder voor de receptie stonden. Zodra we de tassen hadden neergezet stapten we onder de douche!

Tot slot sleepten we ons met onze laatste krachten naar het enige tentje van Mexico dat dat waard was: ijssalon Pola.