Eindelijk was het zover, we kwamen met z’n allen samen in de heerlijke vakantievilla in Ubud.

Deze blog schrijf ik bijna een jaar later… oeps! Beter laat dan nooit hè?

De 4u durende boottocht van Lombok naar Bali was best een uitdaging voor mijn zeeziekte, maar gelukkig weten Mich en ik tegenwoordig hoe ermee om te gaan. Ik moet ten álle tijden voorkomen dat ik honger krijg! Anders beland je in een vicieuze cirkel van honger, misselijkheid en chagrijn… Dus dat is ook zeker in Mich zijn belang en hij houdt me altijd goed in de gaten. Desondanks hadden we trek in lunch toen de ferry ons afzette in Padang Bai. We aten overheerlijke vers gegrilde vis, die voor onze neus op de barbecue werd bereid.

Daarna boekten we een Grab die ons in een 3 uur uur naar Ubud bracht, daar arriveerden we rond 19.00u. Kitty had uitgebreide instructies en foto’s gestuurd, dus we wisten precies welke steeg we moesten hebben. Aan het eind van de steeg vonden het vakantiehuis, met daarin al het Nieuw-Zeelandse deel van de familie! Dat was zó leuk, om hen na al die tijd juist hier te zien! Karel en Evelien arriveerden ongeveer 2 uur later, zij hadden er ook al 2 weken vakantie op onder andere Java en Bali op zitten. We gingen met z’n allen uit eten  een kamer uit bij een avocado-restaurantje in dezelfde straat. Het was er niet echt berekend op grote groepen, maar we konden alle tafels aan één kant van het restaurant bij elkaar schuiven.

Ondertussen waren pap, mam, opa en oma gearriveerd op het vliegveld en zaten in het drukke Balinese verkeer in de taxi. Kitty en ik vochten tegen onze slaap en bleven wakker tot ze rond half 12 arriveerden. Deel Wervershoof was ook binnen! Nu alleen Betten en Rik nog, die verwachtten we de volgende dag.

Maandag was Kitty en Peter’s trouwdag! Dat gingen we ’s middags vieren met taart die Kitty al besteld had, en ’s avonds met een heel uitgebreid buffet dat door het personeel van het huisje gekookt werd.

Mich en ik vertrokken om 6 uur (nog voor het ontbijt) met de scooter om de bekende Campuhan Ridge Walk een te maken. We wilden graag op tijd zijn voor de vogels, de warmte en drukte vóór zijn en ook nog op tijd terug zijn voor het ontbijt in het huisje. De wandeling was mooi maar niet uitdagend, wel zagen we een mooie Roestbuikmalkoha. Aan het eind van de wandeling liepen we langs een extreem chic hotel, waar we besloten een kopje koffie te doen. Daar hadden ze een heel bijzonder, schip-vormig terras met heel mooi uitzicht.

Terug bij het huisje stond het ontbijt al klaar. Iedere ochtend maakt het personeel een ontbijtje; je mocht kiezen uit pannenkoeken, nasi goreng, fried noodles, allerlei soorten ei… Echte verwennerij! Na het ontbijt regelde pap ook een scooter; hij ging samen met Mich en mij het centrum van Ubud in. De uitgekozen bezienswaardigheden waren de tempel en het paleis, deze waren mooi maar het was ook heel warm. We hadden het redelijk snel gezien, en hadden zin in koffie! Dat vonden we in een leuk klein souvenir-straatje; het was zo lekker dat we zelfs voor een tweede ronde gingen. Daarna reden we terug, op de weg naar het huis was namelijk het lunchrestaurantje waar we met iedereen hadden afgesproken. De rest was daar vanaf het huisje heen gelopen. Het was een hip tentje en we zaten met lekker met z’n allen in de schaduw aan een grote tafel.

 

’s Middags vertrokken Mich en ik nog op een scootertochtje naar een prachtige waterval. Daar liepen we hele stukken door het water, het was een soort wandeling door een rivier! We moesten ons terug een beetje haasten, maar waren gelukkig nog op tijd voor het feestelijke koffie en taart-moment. De taart was heel feestelijk geworden, mooi wit met als versiering gezellige botercrème-bloemen en gekleurde macarons!

Ondertussen rook het ook al (de hele dag) lekker, want het personeel had dus een heel buffet voor ons gekookt. Onder andere loempia’s, kip saté, nasi… En als toetjes zelfs pannenkoekjes! Dat moesten we maar niet koud laten worden, dus we besloten toch maar niet op Bette en Rik te wachten. Zij kwamen rond half 8 aan en konden mooi aansluiten bij het buffet. Nu waren was het gezelschap compleet!

Daarmee ontstond wel een klein probleempje. Er waren namelijk niet genoeg slaapkamers, de indeling was wat veranderd sinds de boeking al meer dan een jaar geleden. Quinn sliep al bij Kevin en Sophie op de kamer. Voor Bette en Rik hadden mam en ik op booking.com gekeken en een hotelletje gevonden dat heel dichtbij was. Daar zijn B&R even gaan kijken, maar dat was niks. Dus toen besloten we dat ze bij Mich en mij op de kamer kwamen logeren! We gebruikten matrasjes van de massagetafels (ja, die waren er…) en de ligstoelen en Bette had zelf een klamboe mee. Het was wat krapjes in de kamer, maar wel heel gezellig! En na die tocht de Rinjani op waren we al heel wat gewend van elkaar ;) Halverwege de week ruilden we van bedden, zodat zij ook een paar nachtjes lekker konden slapen.

Dinsdagochtend regelden Karel & Evelien en Bette & Rik ook scooters. Met ons achten gingen we op scooter-tour naar de rijstvelden en verschillende tempels in de regio. Dit was denk ik mijn favoriete dag van de hele week op Bali; al die scooters op een rijtje waren zo’n gezellig gezicht! Onze eerste stop was bij de bekende Tagallang rijstvelden. Hier was het érg toeristisch, er waren bijvoorbeeld talloze schommels waar je tegen betaling op kon gaan zitten in een flapperende huur-jurk om perfecte instagramplaatjes te schieten. Wij kozen voor een plat dak om een familie-foto te maken, die vind ik ook al harstikke leuk geworden. We deden ook koffie met mooi uitzicht op de rijstvelden en daar opende ik een vergadering ten aanzien van iedereens wensen en verwachtingen van deze week. Dat bleek heel nuttig, zo konden we een programma en bijbehorende taakverdeling opstellen!

De rest van de dag reden we lekker rond en bekeken indrukwekkende tempels. Lunchen deden we bij een restaurantje midden in de rijstvelden, waar we over dijkjes naartoe moesten lopen. ’s Avonds gingen we naar een traditionele dans- en muziekshow; het verhaal was lekker mythisch (onderwereld, duivel, princes, etc) maar het zag er allemaal gezellig uit.

Woensdag gingen Kitty, Peter, Quinn, Kevin, Sophie, pap en mam de vulkaan Mount Batur beklimmen. Daarvoor werden ze in het holst van de nacht opgehaald en mochten in het donker naar boven lopen. Stoer! Wij hadden wel genoeg nachtelijke wandelescapades gehad voor één vakantie, dus Mich en ik kozen ervoor een andere wandeling te maken. Daarvoor waren we trouwens ook vroeg op, want daarvoor we moesten 2u rijden met de scooter. Gelukkig was het personeel zo lief geweest om onze pannenkoeken als to-go ontbijtje in te pakken, dus dat hadden we lekker mee! We dronken halverwege koffie bij een mooi uitzichtpunt, rond 9 uur startten we met de wandeling. Die begon wel vriendelijk, maar werd heel erg stijl en stoffig. Het laatste stuk hadden we heel weinig grip, daar kwam ik alleen vooruit door op flink door te lopen. Zwaar!!! Ik was ook te koppig om een stok te gebruiken… Maar het was wel opnieuw een ontzettend mooie wandeling.

Op de terugweg reden we bij Ubud langs een heel schattig en goedkoop café’tje met bubble tea, daar hebben we lekker zitten bijkomen. ’s Avonds gingen we met z’n allen uit eten bij een redelijk nieuw restaurantje waar Kitty en Peter al eerder waren geweest. Het was daar bier- en pizza-avond, maar helaas waren er (al om 19.00u) nog maar 4 pizza-bodems over. Ook stond het bier niet koud meer… opstartproblemen zullen we er maar van zeggen. Mich en ik deelden een pizza en een ander gerecht, maar dat vulde niet echt na onze pittige wandeling. Daarna gingen Mich en ik dus nog daar naar een tacotentje vlak bij het hotel, die waren wél erg smakelijk ;)

Donderdag was raft-dag, georganiseerd door Bette! De huurauto van Kitty en Peter was gearriveerd, dus nadat Peter de overige Langbroeken bij het raftcentrum had afgezet nam hij opa en oma mee op een tour met de auto. Wij scooteraars gingen op de scooter heen en scoorden op de heenweg alvast een lekker kopje koffie. We werden over 2 boten verdeeld, het werd een soort wedstrijdje. Het was een hele leuke, spannende tour met meer dan genoeg stroomversnellingen. Ik zat voorin de boot en heb hele golven water over me heen gekregen. Het was top! Na afloop konden we douchen en kregen we lekkere lunch. ’s Middags relaxten we bij het huisje, ’s avonds gingen wij met Bette, Rik, Karel en Evelien uit eten bij Akusara Kitchen. Daar hadden ze hele lekkere curry’s, cocktails en toetjes!

Vrijdagochtend vroeg vertrok Quinn helaas al, als eerste van iedereen. Kitty en Peter brachten hem naar het vliegveld. Gek en jammer om hem na al die gezellige dagen alweer te moeten uitzwaaien, voor nog onbekende tijd! Voor pap, Ka, Rik, Bette en mij was het fietsdag, dit hadden pap en Ka georganiseerd. Mich en Evelien hoefden niet per se te fietsen en gingen met z’n tweeën wandelen. Wij fietsers werden opgehaald met een busje en reden naar het noorden – precies het stuk dat Mich en ik twee dagen terug ook met de scooter hadden afgelegd. Dat hele stuk zouden we weer terug gaan fietsen! Dat bleek heel erg mee te vallen; het was een hele leuke, gemoedelijke fietsrit – en bijna alles downhill. We fietsen midden door dorpjes, langs achtertuinen en door rijstvelden, zo kregen we wat meer mee van hoe de Balinezen wonen. Toen we door het rijstveld fietsen, gebeurde er iets onfortuinlijks… Karel viel in het water! Ik weet niet meer hoe het gebeurde, maar hilarisch was het wel. Gelukkig droog je met deze temperaturen zo op ;) Verder was de verzorging prima en was de fietsrit niet al te intensief. Het laatste stukje fietsen we door het centrum van Ubud, daarbij kwamen onze Amsterdamse fiets-skills wel van pas.

Gelukkig hadden we hierna nog energie over, want er moest nog geshopt worden! Mam, Bet en ik namen de scooter naar het centrum. Na een versterkend kopje koffie en taartje konden we er weer tegenaan. We vonden toen ontzettend leuke, typische Bali-jurkjes voor Bette, mam en mij! Die konden we ’s avonds meteen aan toen we heel geslaagd uit eten gingen bij de Bella Pizza met opa, oma, pap, mam, K&E en B&R. Dit was alweer de laatste avond voor Bet en Rik…

Zaterdagochtend gingen we met ons achten ontbijten bij KAFE in Ubud, als afscheid. Zij waren na Quinn de volgende die terugkeerden naar huis. Deze zaterdag gingen ze nog naar het bekende waterpark “Waterbom Bali” in Kuta, vlak bij het vliegveld. Het vliegtuig vertrok ’s avonds pas, maar zo hoefden ze zich geen zorgen te maken om de altijd aanwezige verkeersdrukte omdat ze toch al in de buurt zouden zijn! Heel slim, die truc gingen Mich en ik van hen overnemen. Na het ontbijt gingen Mich en ik  naar het Monkey Forest in Ubud, waar we oa een hele lieve apen-familie met aapjes-baby zagen… heel vertederend. Hierna deden we koffie en wat lekkers bij het hippe Watercress. Even relaxen bij het vakantiehuis, daarna waren we toe aan het volgende tentje en reden terug naar het leuke, goedkope bubbletea-tentje van woensdag. We deden koffie, bubble tea, lunch en ook een ‘bucket’ met een of andere cocktail, maar die was niet zo lekker dus dronken we niet helemaal leeg. ’s Avonds gingen we met iedereen uit eten om ónze laatste avond te vieren bij de heerlijke Made Bacik Warung, gespecialiseerd in gegrild vlees.

Zondagochtend vertrokken wij vroeg met de taxi – met al onze spullen, nu al heimwee naar de familie, en… Karel en Evelien! Die gingen gezellig mee naar het waterpark, dat scheelde een hoop in het het eerste gemis. Het was een superleuke dag, met veel verschillende, behoorlijk spannende en vooral snelle glijbanen. Het was er supernetjes, aan het eind van de dag konden we zelfs lekker warm douchen met shampoo en douchegel. We gingen nog lekker met Ka en Evelien uit eten, tot zij weer met de taxi terug gingen naar Ubud en wij later een taxi naar het vliegveld bestelden. Een hele geslaagde en handige laatste dag zo!

En dat na zo’n ongelooflijk mooie en bijzondere vakantie die we samen met opa, oma, Kitty, Peter, Quinn, Kevin, Sophie, Karel, Evelien, Bette en Rik hebben mogen delen. Het was onvergetelijk!