Het was een feest om pap, mam en Ka opeens in het echt te zien en een dikke knuffel te kunnen geven. En dan gaan we ook nog eens een week samen op allerlei spannende tours!

Zoals eerder verteld, kwamen pap, mam en Ka (hierna te noemen “PMK”) twee dagen later dan gepland door een geannuleerde vlucht. Hierdoor had ik ook een extra weekend vrij, wat stiekem ook wel relaxed was – zo kon ik alvast uitgerust aan de vakantie beginnen. Op maandagochtend 5.00u zou ik worden opgehaald door de shared taxi, die kwam een uurtje te laat maar ging daarna wel vlot. Zo vlot, dat ik in Paramaribo nog langs de vreemdelingendienst kon gaan om EINDELIJK mijn stempels te krijgen! Ik heb nu een officiële Kort Verblijf-vergunning, handig zo halverwege mijn werkperiode. Maar het kan nog erger, Lotte heeft nog helemaal geen bericht gekregen hoe het ervoor staat met haar aanvraag… Die gaat waarschijnlijk zonder stempels vertrekken.

Vanaf de vreemdelingendienst pakte ik weer de altijd leuke en goedkope bus de stad in om daar de bus naar Zanderij te zoeken. Eerst leek het alsof die pas om half 7 ’s avonds ging, maar dat betrof gelukkig alleen de SVB (Surinaams Vervoers Bedrijf) bus. Er rijden altijd en vaker particuliere bussen – blijkbaar kun je daar meer van opaan. Ik werd op een bus gewezen met een bordje Zanderij erop waar al wat mensen in zaten, maar geen bestuurder. Toen begon het heerlijke wachten. Ik had geen idee hoe laat die bus zou gaan, mijn medepassagiers ook niet, dus dat zagen we vanzelf wel. Het niet weten, maar wel zien wat er gebeurt had iets heel ontspannends. Ik dook in mijn boek en merkte nauwelijks dat er ruim een uur was verstreken voordat we vertrokken. Naar ons guesthouse in Zanderij was het ongeveer een uurtje rijden, ik drukte per ongeluk precies op tijd op de bel om te stoppen en werd op de oprit van Sonja’s guesthouse afgezet. Dit was rond half 2, ik werd direct vriendelijk verwelkomd door Sonja en kon lekker in de patio gaan zitten wachten. Al om 15u kreeg ik bericht dat PMK geland waren en een halfuurtje later verscheen er een glimmend witte Toyota Vanguard (soort RAV), met pap achter het stuur!

Het was heel gek, dat het direct zó normaal was om ze weer te zien. Alsof dat niet al 3 maanden geleden was! Zo fijn om iedereen weer een hele dikke knuffel te kunnen geven, dat was een van de dingen die ik het meest heb gemist. En de vertrouwdheid van familie, dat doet in mijn hersenen iets héél positiefs (heel veel oxytocine misschien?). We gingen aan de koffie met zelfgebakken ricotta-perencake uit Wervershoof en ik werd overladen met cadeaus!

Tegen 17u had Sonja het eten al voor ons klaar, heerlijke roti. We zijn daarna nog een stukje gaan rijden en rondkijken bij een natuurgebiedje op een kwartier rijden, Bersaba. Daar was een soort verlaten strandje, veel (vervallen) huisjes en een waterfabriek die was pas opmerkten toen we er voor de 4de keer langs reden. Het was niet heel bijzonder, maar wel lekker om even op z’n Nederlands rond te wandelen. We waren daarna allemaal behoorlijk gaar en zijn lekker om half 9 gaan slapen.

De volgende dag waren we lekker vroeg wakker en kregen een ontbijtje geserveerd met toast, gebakken eitjes en verse ananas. In het holst van de nacht (oké, het was 22u) was ik wakker gebeld door de gids van onze tour naar de Fredberg vandaag. We hadden afgesproken om elkaar om 11u bij het laatste tankstation van Brownsweg te ontmoeten, dus wij moesten rond 9 uur vanaf Sonja vertrekken. Wij kwamen perfect op tijd aan en hadden tijd om nog een cola’tje te drinken; gids Kamero was drie kwartier te laat. Wel had hij al een snack mee: bakabana’s en cassavekroketjes, dat maakte het meteen goed. We ontmoetten de andere gasten die meegingen op de tour, een Nederlands stel met hun twee dochters van circa 15 en 17. Zij wonen op Curaçao en waren sinds een aantal dagen in Suriname op vakantie. Het plan was dat wij met onze eigen auto achter de gids aan zouden rijden naar het basiskamp, maar Kamero keek meteen heel moeilijk naar onze auto. Dit ging niet werken, onze auto kon die weg nooit aan. Wij waren verbaasd, dit was toch het stoerste model wat we hadden kunnen kiezen? Bovendien had de dame van het tourbureau niets gezegd over de eisen van de auto toen ik had gevraagd of we met eigen vervoer heen konden gaan. Gelukkig kwam Kamero direct met een plan: we moesten tot aan de dirt road in onze eigen auto achter hem aan rijden, vanaf daar konden wij achterin zijn pick-up en zouden de spullen later worden opgehaald. Zo gezegd, zo gedaan. Pap, Karel en ik hesen ons in de brandende zon achterin de pick-up, we konden gelukkig op een koelbox en een jerrycan zitten. De eerste 100m dachten wij nog: wat een aanstellers, dit kon onze auto prima. Daarna waren we 100% genezen van die gedachte. Ik heb slechte wegen gezien (Apoera), maar dit sloeg echt alles! Door de regen waren alle kuilen in de weg dieper en modderiger. We stuiterden alle kanten op en moesten ons heel goed vasthouden. Een aantal keer moesten we ook uitstappen en zelf enkeldiep door de modder lopen, omdat de auto er anders niet doorkwam. Het was een hele belevenis, heel leuk maar na een uur waren we er ook echt wel klaar mee. Gelukkig kwamen we toen gauw bij het basiskamp, een netjes gebouw aan de rivier. We kregen direct lunch, hele smakelijke rundvleesstoof met pompoenpuree.

Achterin de pick-up, we waren heel blij met de kermis-hoedjes van oma Bruin

Daarna kleedden we ons om voor de wandeling naar de Fredberg. Die berg heet zo, omdat hij is “ontdekt” door een man genaamd Fred. Lekker to the point. Fred heeft er ook een toeristische bestemming van gemaakt en runt de business hier; zelf was hij nu niet aanwezig maar alles verliep perfect en gesmeerd.

Om half 4 vertrokken we met 10 mensen in 1 jeep, geen grap! Ik mocht samen met de twee andere Nederlandse meiden op het dak van de jeep zitten, Karel zat daarachter en onze andere gids Kuute stond achterop de auto. Het was nu ongeveer een 20 min rijden, maar dat was niet veel comfortabeler dan de dit eerder die dag. Soms helde de auto zo erg één kant op dat ik me moest inhouden die meisjes niet vast te grijpen, zodat ze er niet af kukelden!

Het was daarna best fijn om vaste grond onder m’n voeten te hebben. De wandeling ging door redelijk dicht bos en was erg goed te doen, het was alleen erg warm. De andere Nederlanders kregen er iets meer moeite mee toen we wat moesten klimmen, maar mooi op tijd voor het donker kwamen we op de top aan. Daar hadden we prachtig uitzicht over de omliggende jungle!

Het kamp was super netjes, met banken en tafels, een dak boven de hangmatten, een baad-hutje en zelfs een echt toilet. Terwijl wij om de beurt baadden (een emmer water over ons hoofd gooiden), had Kamero lekkere Saoto soep voor ons klaargemaakt. Daarna hebben we nog een tijdje zitten praten en naar de sterren gekeken voordat we onze hangmat opzochten.

Het was niet de meest comfortabele nacht, het was namelijk een beetje koud! Om 6 uur stonden we allemaal op om naar zonsopgang te kijken. Dat was ook weer prachtig, door het geluid van brulapen en door de wolkenzee die over de jungle hing en langzaam verdween. Het ontbijt was fantastisch. Kamero wist ons bovenop een berg versgebakken brood, oliebollen, scrambled eggs en pannenkoeken te serveren. Ongelooflijk.

We liepen daarna weer terug naar het basiskamp, dit ging een stuk vlotter. We kregen onderweg uitleg over lianen, luchtwortels, bladeren die gebruikt konden worden als huis/dakbedekking, vogeltjes (bospolitie), indi pipa, etc. Eenmaal terug in het basiskamp stond er weer wat lekkers voor ons klaar, bananencake en kaneelbroodjes. Daarna hebben we lekker “gezwommen” in de rivier. Dat was vooral er op punt A in springen, je mee laten drijven met de stroming, en er op punt B weer uit klimmen. Heel leuk!

De lunch was romige pasta Alfredo, het avondeten heerlijke kip van de barbecue, coleslaw, aardappels uit de oven.’ s Middags maakten we nog een wandeling om vogels te spotten, we zagen er niet veel maar het was wel even leuk. Ook’ s Avonds gingen ze weer dieren spotten, PMK ging mee maar ik vond het mooi geweest en ging lekker lezen en heb daarna heerlijk geslapen. We sliepen met iedereen in één grote slaapzaal, we hadden eigenlijk op privé hutjes gehoopt maar dit had ook wel iets grappig, kamp-achtigs.

Dag 3 hebben we weer heel lekker ontbeten met bananencake, verse broodjes, vers knoflookbrood en scrambled eggs. Daarna vertrokken we weer, want wij moesten om 13u in Atjoni zijn voor onze volgende tour! Nu mochten we gelukkig in de auto zitten, we reden tot halverwege. Daar was de weg zo slecht, dat een van de auto’s van tour er niet gisteren niet doorheen kwam! Die arme bestuurder had daar de nacht moeten doorbrengen. Nu waren ze de modder wel aan het verplaatsten met een enorm apparaat, het was nog even spannend want het leek alsof die ging kantelen maar het ging net aan goed. Wij liepen er doorheen en ontmoetten aan de andere kant nog een andere auto. De toeristen die daarin zaten, zouden in onze auto verder rijden naar het basiskamp en wij gingen met hun auto terug naar de grote weg. Wat een logistiek.

Bij de grote weg was onze witte flashy Toyota Vanguard nog net zo wit en flashy als toen we hem achterlieten. We namen afscheid van gidsen Kamero en Kuutu en reden verder naar Atjoni, naar ons volgende avontuur!