Oja, dat was inderdaad een kenmerk welk m’n collega’s hadden genoemd van Dions trips: back to basic.

Op een paar minuutjes rijden vanaf de grote weg was het ‘kamp’: een open gekapt stuk jungle met een zeil erover. Dion zette onze veldbedjes neer en hing er een klamboe over. Kok John en de bootsman (geen idee hoe die heette, oom nog iets, want het was de man van tante Annie) gingen vissen. Er was even paniek: er was geen alesi! (Rijst) Een uur lang zat in iedere zin die ze gebruikten het woord alesi. Zucht, al die inkopen gedaan, zijn ze het belangrijkste vergeten… gelukkig konden we rijst lenen van mensen die verderop in de jungle woonden.

We zouden later nog wel even een wandelingetje maken om vogels te kijken, zei Dion terwijl hij een joint op stak en in de verte ging staren. We hadden geen plek om te zitten behalve een natte omgekeerde boot, dus ging ik maar op bed liggen liggen lezen, lekker veilig onder de klamboe. Natuurlijk had ik niet door hoeveel tijd er verstreek, maar Mich werd steeds onrustiger. Het werd al bijna donker, we misten vogel-prime time! Toen de schemering begon te vallen, liepen we weer een stuk terug naar de grote weg. Halverwege dat pad was een open vlakte waar veel vogels zouden zitten. We zagen er eigenlijk niet veel. Het enige wat ik me kan herinneren is het Surinaamse boskonijn dat het pad overstak, dat lijkt namelijk vooral op een heel klein biggetje. Wél indrukwekkend waren de kikkers die Dion moeiteloos oppakte.

Toen we terugkwamen was het eindelijk tijd om te eten, John kan heerlijk koken en ik rammelde. Daarna was het tijd om te baden. Ik moest eerst wennen aan het woord, maar het zit er nu helemaal in. Mensen hebben vaak namelijk geen douche. Als we met de fietsmannen afspreken na het fietsen, zeggen we ook ‘we zien jullie na het baden!’. Klinkt gezellig he?

Het baden hier ging in de rivier gebeuren, dat was nog ietsje verder de weg aflopen. Daar lag al een boot klaar voor de volgende dag. Daar gingen we in staan en met een bakje water over ons hoofd gooien. Het water was niet het helderste wat ik ooit had gezien… maar het friste toch wel lekker op.

Toen gingen we maar weer zitten met z’n allen, dit keer op de omgekeerde boot. Daar had ik niet echt bij stil gestaan, dat er in de jungle niet zoveel te doen is. Bij eerdere trips hadden we eigenlijk altijd wel een vol programma, maar dit is natuurlijk een Surinaamse trip. Met Surinaams tempo. En niet echt een programma.

Er was gelukkig nog wel iets goed gegaan bij de inkopen, er was namelijk een twee-persoonsflesje Borgoe mee gekomen. Dat is dé Surinaamse rum, die is een beetje zacht en zoetig. Mich had dat nog niet geproefd, dat kon natuurlijk niet. Ik vind het nog steeds vies om puur te drinken, het blijft rum, maar in de cola is het verbazingwekkend lekker. Zo zaten wij bij de mannen, die gezellig zaten te roken en te kletsen in het Surinaams. Af en toe ving ik nog het woord alesi op, maar meer woorden herkende ik niet. Het voelde een beetje alsof deze mannen samen op trip waren, waarbij Mich en ik per ongeluk meeliftten, maar het was wel gemoedelijk zo. Om half 10 kropen Mich en ik in onze ‘slaapzak’, een dichtgenaaide fleecedeken, en de mannen in hun hangmat op 1m afstand van ons. Het voelde lekker knus zo, en ik sliep bijzonder goed!

De volgende dag werd iedereen rond 7 uur wakker. We kregen al snel koffie, daarna duurde het even maar gingen we weer met Dion naar de open plek lopen om vogeltjes te spotten. Nu was het héél succesvol: overal gezellig blauwe, gele en paarse vogeltjes! Die man is echt bizar. Hij herkent alle geluiden, patronen, namen, verschillen tussen mannetjes/vrouwtjes, waar je ze vindt… álles. We zagen in de verte ook dusky parrots, toekans en er vlogen in de verte nog scarlet macaws voorbij. Mich was helemaal blij!

 

Het ontbijt was weer een wit puntje met pindakaas en jam (WPJ). Alle maaltijden van de trip die ik niet specifiek noem, waren trouwens WPJ’s. Beetje eentonig, maar ik ben de combinatie PJ wel meer gaan waarderen. Daarna ging John echter koken en hadden we rond 9u second breakfast. Het plan was om vandaag te gaan varen naar de El Dorado en Blanche Marie vallen (watervallen), maar het regende de hele ochtend. Ze hadden geen zin om in de regen in de boot te gaan zitten, dus zaten we de tijd uit. Mich en ik speelden een nieuw spelletje dat hij had meegenomen (nog een verjaardagscadeautje!), 7 Wonders Duel. Stiekem best leuk maar ik ben er nog niet zo goed in, dus na 2x vond ik het mooi geweest en ik ging ik lezen.

 

Tegen 13u was het droog en konden we vertrekken met de boot. Toen zagen we vanuit de verte nog een fanged parrot, die heeft een soort lila indianentooi! Het varen was heerlijk. Lekker briesje, en prachtige natuur om ons heen. Ik zat de meeste tijd een beetje te dromen, dus miste ik een paar keer bijna mooie vogels die Dion en Mich aanwezen. Sorry hoor, ik kan nu eenmaal niks tegelijk. Na een paar uur voer de bootsman een groen gordijn in, wat de toegang bleek te zijn tot de El Dorado vallen. Deze watervallen hebben ze voor het laatst 10 jaar geleden bezocht, hij is nu pas weer zo groot en toegankelijk door de uitzonderlijk zware regenval! We moesten 5 minuutjes klimmen, maar toen kwamen we bij een hele lange watervalformatie. Het was heerlijk koel, fris en helder (schoon!) water. We konden de hele waterval op en neer klauteren, “baden” en lekker met het water klooien.

Lekker fris stapten we weer in de boot om door te varen naar de Blanche Marie vallen. Na een kwartier kwamen we bij het verlaten resort aan; door de zware regen is de weg erheen niet begaanbaar. Er komen dus al een hele tijd geen toeristen, zonde! We liepen naar het uitzichtpunt bovenaan, vanaf daar zagen we pas hoe breed deze waterval was. Het deed me denken aan de Niagara Falls in Canada, het was niet zó groot maar de manier waarop het water valt is wel vergelijkbaar. Het komt vanaf een hoog breed platform en stort hóp de diepte in. Heel indrukwekkend, en ik blijf me toch verbazen over waar die enorme hoeveelheden water vandaan komen. Waar het heen gaat wist ik dit keer, namelijk: Nickerie! Deze waterval is onderdeel van de Nickerie rivier. Leuk idee dat als ik hier een flessenpost in de rivier gooi, Lotte dat er thuis uit kan vissen ;)

Het terugvaren was nóg mooier dan de heenweg, want het was perfecte vogeltijd. We hebben heel veel paartjes scarlet macaws zien overvliegen. Die vogels zijn wereldwijd echt schaars en moeilijk te spotten, maar hier zie je ze om het kwartier! En ze zijn ook niet te missen, want ze maken véél herrie. We hebbe nog een luiaard ‘gered’: die zat in een boompje middenin de rivier. Hij was daar waarschijnlijk heen gezwommen, maar Dion & co vonden het beter om hem op de droge rivieroever neer te zetten. Dat was nog behoorlijk lastig, dat beestje hield zich heel goed vast en kon toch nog sneller bewegen dat dat Dion zijn klauwtjes los kon peuteren. Uiteindelijk lukte het ze met z’n tweetjes en is hij veilig aan de kant beland.

Ook hebben ze even een “knap vleesje gescoord” voor het avondeten, maar niet zoals mam dat doet bij de slager. Ze hebben een boskalkoen uit de boom geschoten. Het jachtgeweer was mee, ze hanteerden de “point & shoot” techniek, en voilà: de vogel viel dood uit de boom in het water (of: in de water, voor de internetgekkies). Nadat hij hem uit het water had gevist, zat Dion niet helemaal op te letten. Hij kukelde uit de boot, achterover het water in. Het was een fantastisch gezicht, ik zie het nog voor me in slow motion.

Terug in het kamp maakte John een lekkere maaltijd met de boskalkoen voor ons, we dronken weer een borgoe-cola, en gingen slapen. Volgende ochtend zouden we verder reizen, naar het Bakhuis-gebergte!