Dezelfde afstand, maar verder wel in Surinamestijl: met heel veel hitte, zweten, zon en eten.

Het is veel te vroeg om al in Sinterklaassferen te zijn, maar ik merk dat ik steeds meer rijm! Oké sorry, ik houd er nu mee oppie.

Dus, fietsen van Paramaribo naar Nickerie. 220 kilometer. Hoewel een paar mensen van de Nickerie Cycle club het vaker hebben gedaan, begon het voor mij toch als een leuk idee, maar achtte ik de kans klein dat het er daadwerkelijk van zou komen. Tot we in Paramaribo met de andere clubs hadden gefietst, en zij ook enthousiast waren. Toen begon het vaste vormen te krijgen: er werd een datum geprikt, onderdak gezocht, eetplannen gemaakt… Mi Gado (Sranang voor Mijn God), dit ging echt gebeuren. Iedere keer dat ik in de auto/bus van Paramaribo of Wageningen naar Nickerie zat, lette ik extra op de weg: die leek elke keer weer langer en slechter te worden. Toen kreeg ik last van mijn heup en sloeg de paniek helemaal toe… Maar gelukkig ging dat precies op tijd weer goed.

De week voorafgaand aan dit fietsfestijn hadden Lotte en ik het helemaal druk met de voorbereidingen. Krentenbollen werden ingeslagen, teamsokken ontworpen, berekeningen gemaakt hoeveel en wat we per uur moesten eten en drinken. Het zal jullie niet verbazen dat er ook een heleboel bakken bij kwam kijken: bananencake en pannenkoeken voor de fietsers, koekjes als dankjewel voor het zusje van Ricky (waar we weer mochten logeren) en ook een DIY-koekjes pakket voor hun kindjes. Woensdag gingen we nog een stukje fietsen, het was geen training te noemen maar het was wel efficiënt. De lucht was superdonker, dus Franky nam ons mee op ziekenbezoek bij een lid van de NCC die kortgeleden slecht nieuws heeft gehad. Het voelde eerst een beetje vreemd om zo langs te gaan bij iemand die we alleen een paar keer met fietsen hebben gezien, maar het was toch wel fijn om met hem te praten. Na twintig minuten kwam Ricky aanrijden met de auto, zodat we meteen de laatste dingen voor het fietsweekend door konden doornemen. Toen alles besproken was, was het droog maar ook al bijna donker, dus fietsten we maar gauw naar huis.

De eerste echte regenbui tijdens een fietstraining

Vrijdagochtend schoven we de laatste dingen in en uit de oven, alles was keurig op tijd klaar en afgekoeld toen we om 14u werden opgehaald. Bij Ricky’s zusje aangekomen hielpen Lotte en ik gezellig met de afwas, daarna kregen we een bordje eten, deden nog wat boodschappen en gingen toen gauw naar bed. Lotte en ik sliepen in de inmiddels vertrouwde kinderkamer, ik sliep echt lekker tot de wekker om half 4 ging. Man, ik ga vaker op dit tijdstip naar bed dan dat ik ben opgestaan. Gelukkig was er koffie.

We waren op tijd bij de verzamelplaats, het was heel grappig om zo vroeg de ene na de andere fietser & volgauto binnen te zien druppelen. Al zouden we gezichten herkennen van de vorige keer, zo in het donker lukte dat niet. Alleen Tony, de lange Nederlander, was niet te missen. Die was vanaf huis komen fietsen en had dus al 20km in de benen. We waren nu ook weer met een club van 17 en wel 5 of 6 volgauto’s! Daarbij waren er nog 2 andere vrouwen, die 50-jarige dame waarvan we vorige keer al zo onder de indruk waren geweest, en een ander meisje van circa 24. Om 5.15u vertrokken we, het was toen nog donker en heerlijk koel. We zouden circa iedere 50km pauze houden. Die kon voor mij niet vroeg genoeg komen, ik had een beetje teveel koffie en thee gedronken die ochtend. De eerste snack werd ook meteen uitgedeeld: zelfgebakken oliebollen!

De pauze daarna was aan de overkant van de Coppenamebrug, toen was het tijd voor onze bananencake met honing-karamelsaus. Anderen kwamen ook met pannenkoeken en zelfgemaakte pizzabroodjes tevoorschijn… het was gewoon teveel eten! Ik baal nog steeds dat ik het pizzabroodje niet heb kunnen proeven. Het bleek dat we heel erg voor liepen op schema. We hadden ook best hard gefietst, er was iemand op kop beland die zichzelf wilde bewijzen en vond dat de hele groep wel 35km/u kon (deze persoon kon het later niet uitfietsen…) Dat kon niet de hele groep, dus Tony kwam toen aangefietst om iedereen weer tot een normaal tempo te vermanen. Dit gebeurde best vaak tijdens de rit, er blijft dus toch een soort competitiedrang heersen. De twee dames die meefietsten konden daar ook wat van, maar die behoorden dan ook tot de meest fitte mensen van het hele stel. Lotte en ik bleven steeds wel bij de kopgroep, het is niet leuk om achter te blijven en we hielden het prima vol. Wij hebben ook nog behoorlijk veel op kop gefietst, maar dan met een keurige 31-32km/u. Het heerlijke is dat je alles wind mee hebt, dat maakt natuurlijk een wereld van verschil. We hebben zelfs een paar kilometer met een hele club achter de volgauto gefietst met 35 km/u. Ik vond dat niet helemaal sportief voelen, dan doe je het toch niet zelf? Lotte had alleen problemen met het veiligheidsaspect, want eigenlijk is er verder geen verschil tussen achter een sterke fietser fietsen of achter een auto fietsen. Tja, heeft ze ook wel gelijk in.

De derde pauze was in Coronie (halverwege!) met rijst, die daarna vlak voor Wageningen met heerlijke pasta. Tony’s vrouw reed in een volgwagen én stond nu de pasta met salade voor ons klaar te maken, wat een moeite deed ze voor ons! De weg was wisselend in kwaliteit, maar globaal was hij hoe verder van Paramaribo, hoe slechter. Dat ging best grappig onderweg, iedereen riep steeds ‘gat’ en wapperde met de hand aan welke kant het gat zich bevond, het leek bijna een soort dansje. Tussen Wageningen en Nickerie was de weg echt op z’n slechts, daar heb je twee stukken grind. Wonder boven wonder was er maar één iemand die (daar) een lekke band kreeg. In Henar lasten we nog een extra stop in, om als club te verzamelen zodat we z’n allen tegelijk in het centrum van Nickerie aan zouden komen. De media stond daar namelijk op ons te wachten! We probeerden eerst als gehele groep verder te fietsen, maar een paar senioren waren héél moe en fietsen trager dan 20km/u. Dat was niet houdbaar, dus wachtten we ze vlak vóór de markt in Nickerie op. Lotte en ik kregen van Tony ‘de eer’ om het laatste stuk alles op kop fietsen. Dat voelde grappig genoeg echt als een eer, om deze mensen op sleeptouw te nemen op voor ons vertrouwd terrein.

Lotte had telefonisch de instructie gekregen om als een ‘slurf’ aan te komen fietsen. Het kostte even wat uitleg voor we begrepen dat we gewoon keurig op een rijtje, in een lint moesten fietsen. Inderdaad, toen we aankwamen stond er een rapportageteam van Action Nieuws Nickerie! Ze filmden alles en dat werd live uitgezonden op hun Facebook-pagina. Iedereen werd kort geïnterviewd, ook Lotte en ik. Bovendien was er een verslaggever van de krant, die maandag een stuk zou schrijven over deze fietstocht. Toen dat circus voorbij was kregen we cake en Saoto-soep in het park, beiden gemaakt door Franky’s vriendin. Daarna verplaatsten we naar een nieuw café op de hoek van de markt, waar we met een paar fietsers uit Paramaribo een biertje hebben gedronken. Om 7 uur gingen we naar huis en probeerden een aflevering GBBO te kijken, maar na een kwartier konden we onze ogen allebei niet meer openhouden. Ik heb die nacht 10 uur geslapen!

De volgende ochtend hadden we wéér afgesproken om te fietsen. Toen ik me hardop afvroeg hoe ik nou in deze ellende was beland, zei Tony ’tja, fietsers willen nu eenmaal fietsen’. Maar het werd een leuk toeristisch rondje langs de Zeedijk, eigenlijk voelde het fietsen meteen alweer goed. We stopten nog bij de Hindoestaanse tempel, waar een superschattige kitten was. Ze liet zich heel makkelijk aaien en was heel aanhankelijk. Lotte en ik bedachten dat ik de volgende dag terug kon komen; als ze er nog was kon ik haar meenemen naar huis. Ik had haar zelfs al een naam gegeven (Kitty!), maar het leek me bij nader inzien toch wel heel onpraktisch. Ik ga bijna weg (vakantie en daarna voorgoed) en wie weet houden de volgende artsen helemaal niet van katten (ondenkbaar, maar toch).

Halverwege de fietstocht kreeg iemand een lekke band. Er was geen reserveband met ventiel dat lang genoeg was, maar het duurde wel 20 minuten voordat daar duidelijkheid over gecreëerd was. Toen moest er een volgauto gebeld worden, die kwam een extra wiel brengen. We hebben totaal drie kwartier in de berm gezeten, maar het was op zich wel gezellig. Eenmaal terug op de markt in Nickerie dronken we sap van een mevrouw die bekend staat als ‘bigi billen’. Lotte en ik vonden haar derrière helemaal niet zo opvallend, maar blijkbaar heeft zij voor een Javaanse een heel groot achterwerk. Nouja, haar sapjes zijn heel lekker en je mag onbeperkt laten bijvullen, dus ik kan maar beter wel onthouden hoe ik haar moet herkennen.

Hierna mochten we EINDELIJK uitrusten. Voetjes omhoog, hoofd voor de ventilator en een stukje welverdiende noten-karamelslof. Ongelooflijk dat we het gewoon gedaan hebben!

Dit is een filmpje dat één van onze medefietsers uit Paramaribo heeft gemaakt met zijn GoPro. Het duurt even zeven minuten maar het geeft wel een hele leuke indruk van de tocht!