Het kleurrijkste koloniale stadje van allemaal.

On the road

Donderdag 25 november

Na weer zo’n heel fijn ontbijtje in de tuin vertrokken we uit Becan, want het was 3,5 uur rijden. De hele dag waren we wel een beetje de tijd kwijt, onze telefoons raakten namelijk in de war door de verschillende tijdzones en het lukte ons zelf ook niet om er iets logisch van te maken. Gelukkig is precieze planning ook niet nodig op vakantie :)

Ons eerste stoppie was bij een wegrestaurant met een fantastisch toilet:

Daarna hebben we nog heel goedkoop en lekker geluncht op de boulevard in Champoton, bij een street food tentje. Helaas geen foto van, want het was met mooi uitzicht op zee.

Toen we Campeche binnenreden waren we even overweldigd. We dachten het concept vrolijk gekleurd koloniaal stadje nu wel te kennen, maar Campeche is nóg kleurrijker dan alle andere stadjes! Nadat we ons in de hotel kamer hadden geïnstalleerd, liepen we de deur uit en direct het gezellige centrum in. We dronken een koude chocolademelk bij een Chocolateria, maar die smaakte nergens naar. Het chocoladetaartje gelukkig wel!

Campeche was vroeger een zeer welvarende stad, maar daardoor hebben ze veel aanvallen van piraten vanaf zee te verduren gehad. Ter verdediging is er toen een stadsmuur gebouwd met daarin verschillende bastions, dat was gelukkig heel effectief. Grote delen van de stadsmuur zijn nu vervangen door weg, maar een paar belangrijke stukken en poorten staan er nog. In de poort die van de stad naar het land erachter leidt, bevond zich een piratenmuseum. Dat leek ons nog wel leuk voor de late namiddag, maar toen we eenmaal entree hadden betaald bleek het museumgedeelte niet te werken omdat de stroom het daar niet deed. Wel konden we de stadsmuur op, vanaf waar we leuk uitzicht hadden en ook nog een hoop gezellige vogeltjes hebben gezien! En er viel ons iets op: achter een heleboel mooie gevels zat geen huis.

We hebben daarna het centrum wat verder verkend en zagen een prachtige zonsondergang bij het water. We deden een lekker biertje bij een speciaal biercafé en aten pizza & pasta bij restaurant Casa Vittoria.

Museumliefhebbersdag

Vrijdag 26 november

We ontbeten bij een populair tentje om de hoek, Café Luan. Het eten was erg lekker – quesedillas met ei en frisse salsa verde, chocoladewafels met banaan, amandelschaafsel en honing – maar ze waren ontzettend traag, terwijl het best rustig was. Het is maar goed dat we besloten om de delen, want de wafels kwamen een half uur later dan het andere gerecht.

Hierna pakten we de auto naar één van de forten van Campeche op 4km ten zuiden van het centrum. Deze forten zijn dus meer gebouwd omdat Campeche onderdeel was van de grens van het Spaanse rijk, en hebben niet zoveel met piraten te maken. Tegenwoordig bevindt zich in dit fort een museum “van internationaal niveau” (aldus de Lonely Planet) over de Maya cultuur. Wij als museum liefhebbers moesten dat natuurlijk zien!

Het was inderdaad een mooi museum, maar we kwamen erachter dat we een hele hoop al wisten. Wel waren er prachtige maskers van jade, welke de hoogst geplaatste personen mee kregen in hun graf. Het idee was dat de ziel, die het lichaam verliet na de dood, zo nog wel een gezicht had voor zijn reis en de volgende bestemming. Ook waren er beeldjes te zien die andere gebruiken van de Maya’s toonden. Zo maakten ze met opzet littekens in hun gezicht en deden daar dingen als steentjes of aarde in. De littekens werden als mooi gezien of iets wat iemands persoonlijkheid toonde.

Een andere gewoonte was om bij jonge baby’s/kinderen de vorm van hun hoofd te beïnvloeden met behulp van bepaalde instrumenten. Net als dat de voeten van adellijke jonge meisjes in China vroeger werden afgebonden om ze klein te houden, denk ik. Dit was ook weer verschillend voor families, ieder had zijn methode. Ik heb ook een keer gelezen of gehoord dat ze hun hoofd zo langwerpig mogelijk wilden laten worden, zodat het op een maïskolf lijkt! Die Maya’s: maïs, maïs en nog eens maïs. Zou daar de naam vandaan komen?

We hadden het museum al snel uitgespeeld. We stapten weer in de auto op zoek naar een leuk strandje om even te liggen en te zwemmen, maar dat bleek een onmogelijke queeste. Alles daar is of privé club, of gesloten wegens Covid/renovatie. Daarom besloten we nog een ander fort annex museum in het stadscentrum te bekijken. De weg er naartoe was de steilste die we tot nu toe zijn tegengekomen, maar daar hield het wel op met de spanning. Het museum leek nog erg in de begin-fase, er was geen verband te ontdekken tussen de kamers. Een drietal bordjes buiten vermeldden weetjes over het fort; de eerste kamer ging over de oudste gevonden Maya-vrouw in een onder water gelopen grot in bij Tulum; de andere kamers gingen over zeer uitlopende onderwerpen die met scheepvaart te maken hadden.

Klaar met de musea parkeerden we onze auto bij de speciale estacionnemento van ons hotel en  gingen daarna op zoek naar lunch. We belanden bij Chocol-Ha, ook bekend om zijn chocolade(melk) – maar deze was wél lekker! Ik had met chili, echt pittig, en Mich 80% cacao zonder suiker, echt purig (zoals jonge Kareltje zou zeggen). Ze hadden er ook lekkere lunch dingetjes én ze waren hartstikke snel. Tot slot hebben we nog leuke souvenirs geshopt, echt een tentje naar mijn hart.

Op de hotelkamer hebben we wat belangrijke zaken geregeld, ’s avonds aten we bij het chique El Piguan. Toen we aankwamen was het uitgestorven, wij waren de enige gasten! Ietsje later kwamen er gelukkig nog wat mannen binnen, die zorgden dat het niet te stil was. Ik besloot braaf de aanbeveling uit de Lonely Planet te volgen en koos voor de kokos garnalen, in de veronderstelling dat het wel iets als een curry of garnalen in kokosmelk zou zijn. Bekijk de foto maar wat het wél was, ik ben er nog steeds niet helemaal uit. Ze waren in ieder geval gefrituurd met veel kokos, heel zoet, met appelmoes als dip. Ja, zelfs voor mij kan het te zoet. Gelukkig mocht ik ter vulling/koolhydraten nog wat rijst van Mich, die een best oké gefrituurd visje had. Maar de mensen waren wel erg aardig!

We deden nog een drankje in de drukke toeristenstraat, deze belachelijk goedkope cocktail a 2 euro compenseerde dan weer voor het dure diner ;)

Avonturenpark El Gran T”Zunun

Zaterdag 27 november

Voor vandaag hadden we een adventure park uitgezocht. We wilden eigenlijk naar een waterpark, maar die zijn er alleen in Cancun, en dat ging qua planning niet lukken. Dus toen we dit foldertje zagen waren we blij verrast!

Alleen zagen we een tikkeltje laat dat je van tevoren moest reserveren, dus ik belde pas toen we aan het ontbijt zaten in Originals Café. Het meisje van het adventure park nam gelukkig op en heeft mijn oren geopend. Hoe zij Engels praat, moet denk ik lijken op hoe ik Spaans praat. Heel traag, alsof ze Google translate voorlas. Maar het goede nieuws: ze waren geopend en we waren welkom! Het ontbijtje was wat prijzig, maar wel bijzonder lekker. Echt een beetje verfijnd, dat is zeldzaam hier! Michel had een soort toast met avocado en chorizo, ik had een sandwich met romige scrambled egg, gecarameliseerde ui, pittige mayonaise en serranoham. Toen mijn bordje arriveerde, kon ik echter geen serranoham ontdekken. Het duurde zo’n 10 minuten voordat ze dat erop hadden gekregen, maar in de tussentijd had ik weleens gratis crème brulee-cakje gekregen van de aardige serveerster ?. Oh, en ze hadden een prachtige muurschildering!

Het was daarna een halfuurtje rijden naar het adventure park, El Gran T’zunun. Dit was een van de slechtste wegen tot nu toe… De parkeerplaats was heel ruim opgezet, maar leeg. We moesten meteen denken aan hun waardeloze website: de enige informatie die daarop stond, was hun visie om in 2024 een belangrijke speler in de adventure parken te zijn. Prijzen, mogelijkheden, foto’s, beschrijvingen – nee. Hun visie – uitgebreid beschreven.

We liepen een netjes maar duidelijk in aanleg zijnde, uitgestorven park binnen. Na een minuut of 5 te hebben gewacht bij de receptie, kwam het meisje dat ik aan de telefoon had gehad. Gelukkig hadden we het allemaal goed begrepen en konden we de activiteiten doen waar we voor gekomen waren, namelijk een behendigheids parcours, ziplinen en zwemmen.

Ze bleek het soort van zonder Google translate af te kunnen, maar terwijl we naar het klimparcours liepen vertelde ze dat ze weinig Engels praatte. Ze was blij dat wij er waren, zodat ze kon oefenen. Het park was bedoeld om 2 jaar terug open te gaan, maar toen kwam de pandemie. Sinds 2 maanden waren ze geopend en maakten ze reclame, maar wij waren de eerste internationale gasten! Nou, dat is dan wel weer een eer he?

Twee andere werknemers cirkelden ook de hele tijd om ons heen. Er waren inderdaad geen andere gasten, en het leek allemaal nog behoorlijk nieuw voor ze.

Het klimparcours was een leuk rondje, niet al te uitdagend. De onderste was voor kinderen en deden we als warming-up, die erboven was op zo’n 4m hoogte. Zij ging voor en vertelde overal hoe het moest, maar het was geen hogere gymnastiek en toen we klaar waren deden we gauw nog een rondje voor de leuk.

Daarna het ziplinen! Dit waren 2 delen, heen was 400m en terug 450m. Toen we de toren hadden beklommen vanaf waar we zouden vertrekken, liet het meisje haar walkie-talkie vallen… Het geluid klonk alsof hij in heel erg veel stukjes was gebroken. Arm kind, ze was al een beetje zenuwachtig, nu dit! Ze ging twee nieuwe halen (wel slim) en was gauw weer terug. Ik mocht als eerste. Het was een heel leuk gevoel. Maar omdat het zo’n lange lijn was, had ik daarnaast gewoon tijd om na te denken! Bijvoorbeeld dat die katrol echt veel herrie maakte, dat je heel ver kon kijken, dat die katrol vast heel heet werd, hoe vaak het al gebruikt zou zijn… Gelukkig was het te leuk daar lang bij stil te staan, wat een gevoel! Daarna mochten we dus een nóg iets langer stukje, we voelden ons een beetje als vogeltjes.

Nog helemaal in die sferen kleedden we ons daarna om, maar terwijl ik nog midden in het proces zat riep Mich dat ik moest komen. Het klonk urgent, en er was toch niemand, dus in halve bikini liep ik naar buiten.

Daar zagen we weer zo’n bijzondere vogel, een motmot! Het was nu een ander type, maar welke? Toen de motmot het mooi vond geweest en wegvloog, trokken wij ons terug bij het zwembad. Het was wel extreem luxe, zo’n heel complex voor onszelf! We hadden comfortabele stoelen, schaduw, een boek, een kan limonade… Uren later vroegen ze of we wat wilden eten. We verstonden/begrepen niet wat ze hadden, maar bestelde het toch. Even later kwamen ze speciaal een tafel brengen naar het stukje waar we zaten en werden de borden gebracht. Het bleek heel lekker gezouten varkensvlees met rijst. Fijn, dan hoefden we vandaag niet zoveel meer te eten ;).

Toen de zon lager zakte besloten we maar om terug te gaan, voordat het donker werd. Rijden in het donker is hier toch iets anders dan in Nederland. Het is nog niet zoals in Afrika, waarin het gelijk staat aan suïcidale neigingen, maar een beetje ertussenin. Het is vooral dat ze een stuk minder verlichting hebben dan in NL. Op een goede weg is dat prima, maar met slecht weer of een slechte weg is het gewoon onwenselijk.

Gelukkig vertrokken we dus op tijd. We zaten nog goed vol van de lunch, dus hebben we in de stad alleen nog een broodje gehaald bij een street food tentje. Hele aardige mensen, lekker broodje, geslaagd diner voor nog geen €4 samen. En het voelt altijd goed om tussen alleen maar locals te zitten.