Zo’n leuke sfeer en zoveel te doen in en rondom deze stad! We besloten al heel snel om van de drie geplande nachten zes te maken, maar bij het vertrek had ik toch nog wel een dag of tien langer willen blijven.

Dag 1

Woensdag 27 oktober

We arriveerden om 10.00u op het busstation en namen direct een taxi naar ons hotel. We konden nog niet inchecken, maar wel alvast ontbijten – gelukkig! Daarna hebben we lekker wat zitten lezen (ik mijn boek, Mich de reisgids) in de hoteltuin. We hebben een redelijk chic hotel geboekt, want we hadden goede last-minute korting, en dat zie je wel aan de faciliteiten. Ook wel eens leuk! Na ons een beetje te hebben opgefrist hebben we de stad alvast wat verkend. Het is inderdaad weer een koloniaal stadje, maar het heeft toch ook echt iets eigens waar ik nog niet precies de vinger op kan leggen. Misschien de smallere straten, misschien de laagbouw, misschien de mensen… Leuk is het in ieder geval zeker, en ook érg aangenaam: temperaturen rond de 22 graden, dus met het zonnetje erbij is dit perfect. We hebben alvast de belangrijke pleinen bezocht (er is hier trouwens geen zócalo, bedenk ik me nu) en gingen op zoek naar de belangrijkste kerk, de Santo Domingo kerk, maar raakten verdwaald in een gigantische souvenirmarkt die de kerk zo ongeveer heeft opgeslokt!

In een poging om alles wat beter te plannen, bezochten we ook alvast twee tour-kantoortjes, maar van beiden waren we niet bijzonder onder de indruk. Lunchen deden we bij een museumcafé, ik had salade met avocado en tonijn, Mich had een schnitzel. Na een rustmomentje op de hotelkamer hebben we essentiële boodschappen gedaan: mondkapjes (die gaan hard hier!) en handenalcohol. Voor diner zijn we langs wat tentjes uit de Lonely Planet gelopen, maar die zagen er allemaal niet zo leuk uit, en uiteindelijk belandden we bij La Lupe. Dit was een beetje toeristisch maar wel prima, hoewel mijn burrito wel zóveel kaas bevatte dat ik even bang was voor een acuut hartinfarct.

Dag 2

Donderdag 28 oktober

We ontbeten bij een tentje direct tegenover het hotel, La Tertulia. Dit is een beetje tuttig maar ze hadden wel héle lekkere wafels en pannenkoekjes! Daarna verzamelden we op het plein om mee te gaan met de Alex y Raul tours, zij gaan dagelijks naar de nabijgelegen stadjes San Juan Chamula en Zinacántan. De tour was met zo’n 8 anderen, waaronder een leuk Engels stel.

Onze gids, César, sprak gelukkig Engels, want hij had heel veel interessants te vertellen. We begonnen in San Juan Chamula, een heel goed voorbeeld van hoe verschillend culturen kunnen zijn! We bezochten onder andere de begraafplaats, de (gigantische) markt, het huis van een sjamaan en de kerk; terwijl César honderduit vertelde. De mensen hier noemen ze “indigenous”, dus inheems, en zouden direct afstammen van de Maya’s. De mensen in de stad zijn ook vaak vanuit inheemse dorpen daarheen gekomen, maar ondertussen gemengd met andere bevolkingsgroepen (bijv. Spanjaarden). De mensen in Chamula behoren tot de Tzotcil stam, één van de twee grote stammen in deze regio, en dit is ook de taal die ze spreken. Op school leren de kinderen trouwens zowel Tzotcil als Spaans.

Een van de belangrijkste aspecten van deze stammen is de gemeenschappelijkheid. Iedereen kent elkaar, en ze leven sámen, niet individueel. Daarom is er ook nauwelijks criminaliteit; dat is binnen de gemeenschap ondenkbaar, maar ook criminelen uit San Cristobal wagen het niet om daar iets te doen want dan zouden ze de hele gemeenschap achter zich aan krijgen. Als er toch iemand iets crimineels uithaalt, wordt diegene opgesloten in een open gevangenis waar iedereen diegene kan zien. Bij ernstige misdrijven, zoals verkrachting of moord, worden mensen gelyncht. In Mexico kennen ze geen doodstraf, maar in deze gemeenschap dus wel!

De mannen en vrouwen dragen ook traditionele kleding: vrouwen zwarte wollen rokken (soms zien ze er echt uit als een schapenvacht!) met een geplooide bloes erop, mannen een schapenwollen tuniek. De mensen met officiële functies hebben helemaal bijzondere outfits (zakdoeken op hoofden, hoed erop, kettingen erbij) maar die hebben we niet gezien.

Deze mensen leven nog volgens de Maya kalender, hun tijd is ook één uur vroeger dan in San Cristóbal. De stad is verdeeld in verschillende “parochies” (zo verstond ik het), een soort wijken, waar de gewone mensen in wonen. In het centrum wonen de mensen met politieke en religieuze functies, daar bevinden zich ook de markt en de belangrijke gebouwen, zoals het gemeentehuis en de kerk. Het stadje heeft één kerk, maar dan wel een extreem bijzondere. Het geloof in Chamula is een mengeling tussen het katholicisme en het animalisme; toen de Spanjaarden kwamen en probeerden hun geloof op te dringen, hebben ze er een combinatie van gemaakt, het syncretisme. Bijzonder was dat ze al een overeenkomst: het kruis. Dat hadden de Maya’s al en het staat voor de Seiba-boom, een heilige boom. Bij dat gecombineerde geloof horen een aantal héle aparte dingen, bijvoorbeeld sjamaans. “Gewone” mannen kunnen zich daarvoor aanmelden en kunnen dat dan een jaar zijn. Ze krijgen hier niet voor betaald, het gaat om het respect dat ze ermee verdienen. Dit kunnen alleen mannen zijn, maar die moeten wel getrouwd zijn, want ze denken dat je als man niet compleet kunt zijn zonder vrouw. Een man kan trouwens ook meerdere vrouwen trouwen. De sjamaan en zijn familie wonen in een speciaal huis in het centrum gedurende dat jaar, in dat huis bevindt zich een soort altaar dat ze moeten onderhouden. Dit leek een soort hut van gebladerte en op de grond lag een tapijt van dennennaalden. Er moet drie keer per dag kaarsen worden aangestoken, en de bladeren die voor het altaar moeten op verschillende momenten worden ververst (het ene type om de 20 dagen, de andere 3x per jaar). De sjamaan kan het behoorlijk druk hebben met deze taken én de diensten die hij aan mensen moet leveren, dus daarom heeft hij de hulp van zijn vrouw en van vele vrijwilligers nodig. We mochten zo’n huis van binnen bekijken, maar helaas geen foto’s maken.

Mensen gaan naar een sjamaan bij allerlei soorten problemen, van ziekte tot ruzies. De sjamaan lost het op door een kip te slachten in de kerk. Je kunt je dan ook voorstellen dat die kerk iets totaal anders is dan wat wij gewend zijn. De hele kerk staat vol met duizenden kaarsen, het plafond en de muren zien zwart van de rook, en overal zitten mensen op de grond. Er zijn geen banken, maar ze richten zich tot de beelden van heiligen die langs beide muren staan. Bij de rituelen hoort onder andere het drinken van alcohol (zie het stukje over pox zometeen) en cola! Heel bijzonder. We mochten er gewoon rondlopen, maar je moest heel goed oppassen om niet in/tegen een kaars te lopen. Ook hier was het strikt verboden om binnen foto’s te maken, daarop stond een straf van 3900 pesos = 170 euro! Ze geloven namelijk dat gezondheid een balans is van warmte en koude in het lichaam. Als je ziek bent is er een disbalans, en foto’s zouden hiervoor kunnen zorgen. Ze geloven dus trouwens ook niet in Covid, tenminste niet in de Westerse opvatting. Hier denken ze dat het een overschot aan kou in het lichaam is, dus dat je warmte toegediend moet krijgen. Ze dragen geen mondmaskers en ik heb niet naar de vaccinatiegraad gevraagd, maar die zal zeer laag zijn.

Ook bij het animalisme hoort de gedachte dat iedereen een “spiritueel dier” heeft dat samen met jou wordt geboren en samen met jou doodgaat. Dit kan van alles zijn, bijvoorbeeld een konijn, of een kip, of een varken, etc. Dat dier bevindt zich in een soort beveiligde plek (hemel?) zolang jij alles goed doet en je aan de religieuze normen en waarden houdt. Zodra je dat niet doet of iets verzaakt, wordt je spirituele dier uit die veilige omgeving verbannen en komt die in de gewone wereld, waar die gevaar loopt! Als er iets met jouw dier gebeurt, zal jou hetzelfde/ook iets ergs overkomen. Zaak is dus om je best te doen en als je iets niet goed hebt gedaan, een sjamaan te bezoeken die het weer kan herstellen. Op de begraafplaats, waar we de tour begonnen, was ook al een hoop interessants te zien. Ze hebben bijvoorbeeld verschillende kleuren kruizen voor ouderen (zwart), jongeren (blauw) en kinderen (wit). Als kinderen overlijden, geloven ze dat die opnieuw geboren zullen worden, mooi he? Verder bepaalt de manier waarop je sterft wat er na je dood gebeurt, maar de voorbeelden ben ik vergeten.

Onze tweede en laatste stop was het stadje Zinancátan. Hier worden vooral bloemen geteeld, vanuit de verte zag je al kassen staan, net als in de verkaveling! Daar is het geloof veel klassieker katholiek, dus de kerk was wat ‘gebruikelijker’.

We bezochten er een familie die kleedjes weven, niet op een weefgetouw maar met een apparaat dat ze om hun middel vastmaken en aan de muur. Ik zag nog een leuk kussenhoesje, maar die verkochten ze alleen per 2 (erg streng die dame), dus dan niet hè. We mochten daarnaast nog een zelfgemaakte tortilla met zonnebloempitpoeder (erg lekker) proeven én ze hadden 3 verschillende drankjes klaarstaan. Dit was pox, uit te spreken als posh, en wordt gemaakt van oa maïs. Het bevat tot wel 70% alcohol… de naturelversie was natuurlijk absoluut niet mijn ding, maar die met hibiscus en kaneel waren heel lekker! Zoals onze Engelse tourgenoot zei, ’tastes like Christmas’.

Tegen 14.00u waren we weer terug in San Cristóbal. Dutje, lunch (tropische vis, erg lekker! De kip van Mich viel een beetje tegen), rondlopen, kerkje bekijken, worst & wijntje bij tentje met leuk uitzicht, en de dag was alweer voorbij.

Dag 3: Cañon del Sumidero

Vrijdag 29 oktober

San Cristóbal ligt in een bijzondere omgeving qua cultuur, maar ook qua natuur. Eén van de bezienswaardigheden die je niet mag missen in de Sumidero Kloof, dus er stond weer een tour op het programma. We ontbeten bij het Al Grano Café, want dat was op tijd open en ook de plek waar we zouden worden opgehaald door het busje. Handig! Ze hadden daar lekkere koffie en ik nam een omelet met champignons en “un poco de queso” wat nog steeds mucho mucho was, Mich had een lekkere crèpe met witte chocolade en rode saus. De gids sprak geen Engels, maar was eigenlijk ook niet echt een gids; het zijn hier vooral chauffeurs die je van bezienswaardigheid naar bezienswaardigheid brengen en je daarbij een tijd meegeven hoe lang je het mag bezien. Het was wél een heel vriendelijk en vrolijk mannetje dat eindeloos kon babbelen in redelijk verstaanbaar Spaans. We reden eerst naar twee uitzichtpunten, #1 op 1000m hoogte (hoog!!!) en #2 een tikje lager maar met een andere hoek.

Daarna was het tijd voor een boottour! Toen kreeg ik pas echt door hoe gigantisch hoog die kloofmuren eigenlijk waren. Bovendien waren er ook krokodillen in de kloof, hele grote, die lekker lagen te relaxen op een strandje, heel indrukwekkend. Het was wel erg warm in de boot, en de bestuurder was een beetje traag, en onze medepassagiers bléven maar foto’s maken van een lullig watervalletje…

Toen we na 1,5 uur aan wal mochten gaan in het stadje Chiapa de Corzo was ik erg blij. De stomme toeristententen vermijdend vonden we een leuk taco-streetfood karretje met heel lekker vlees, daarna deden we nog een heerlijk verkoelende ijskoffie.

Eenmaal terug in San Cristóbal gingen we voor diner naar “Te Quiero Verde”, want we wilden groente. Ik had héle lekkere ramen, Mich had een super smaakvolle curry. Terug op de hotelkamer hebben we onze serie afgekeken, Squid Game. Ik ben blij dat we hem af hebben… Intrigerend maar erg bizar.

Dag 4: “rust”dag en Free City Walking Tour

Zaterdag 30 oktober

We hadden initieel maar 3 nachten in SC geboekt, maar we hadden al gauw door dat we er meer nodig hadden. We weken daarvoor uit naar een wat goedkopere optie, ook goed in het centrum. We liepen er vroeg op de ochtend heen in de verwachting gewoon onze bagage neer te zetten, maar we mochten al direct inchecken! Lekker makkelijk. Daarna haalden we gauw broodjes bij een Franse bakker omdat we om 10.00u bij het centrale plein wilden zijn voor de gratis wandeltour door San Cristóbal. Deze wordt elke dag om 10.00u ’s ochtends en 5.00u ’s middags georganiseerd en was ons aangeraden door de aardige Engelsen op onze eerste tour.

We bleken met een groep van zo’n 16 mensen, waarvan enkele Mexicanen maar ook een (volwassen) vriendengroep van 8 Nederlanders. En het leukste: twee honden! Het zijn straathonden, maar ze staan elke dag om 10.00u klaar op het plein en lopen dan vaak de hele route mee. Ze zijn zelfs een beetje beschermend ten opzichte van de groep en kunnen blaffen naar andere honden of “bedreigingen” (motors, enge mannen). Zó lief!

Het was een hele leuke tocht, door de meest pittoreske wijken, langs mooie streetart, en leuke café’s/restaurantjes. We kregen bijvoorbeeld ergens gratis koffie; in een speciaal soep-restaurant gratis soep en op het einde een kleine gratis pox-proeverij. Kleine porties natuurlijk, maar wel heel leuk! We raakten ook gezellig aan de praat met de Nederlanders, soms wel fijn om zo makkelijk te kunnen praten en je hebt een beetje hetzelfde referentiekader. Ook zagen we overal al voorbereidingen voor Dia de los Muertos, zoals altaars. Aan het eind van de tour kregen we een foldertje mee met daarop allerlei aanbevelingen voor restaurants en café’s in SC. Erg welkom, want de tips uit de Lonely Planet zijn tot nu toe waardeloos gebleken. We besloten er meteen eentje te proberen en gingen lunchen bij El Mercodito, helaas viel dit een beetje tegen. We hadden het lunchmenu en ik dácht als soep voor rijst te hebben gekozen (tja, het was bonen, rijst, of spaghetti) maar toen kreeg ik een bordje droge rijst… Gelukkig kwam al snel het hoofdgerecht, voor mij een paprika gevuld met groenten en vlees en Mich had redelijk lekkere kip met mole. Best oké maar niet top. We hebben daarna even gerelaxed op de kamer en daarna probeerden we een andere aanbeveling die wél leuk was, een café met ambachtelijk bier. Het begon daar rustig maar het werd steeds drukker, en veel mensen waren verkleed voor Halloween! We aten er nog een stukje pizza en wat taco’s bij en toen was het mooi geweest. Op de terugweg naar het hotel kochten we nog wat broodjes voor de volgende morgen, want wij (blijven hopelijk) leren van onze fouten ;)

Dag 5: Sima de los Cotorras & Cascada del Aguacero

Zondag 31 oktober

Op het onchristelijke tijdstip van 4.38u werden we uit ons bed gelicht. Huh?

We werden niet direct uit bed getrokken, maar zo voelde het wel. Ja, we hadden een tour gepland om 6.00u (ook al bijzonder vroeg); en ja, de wintertijd was vannacht ingegaan dus het was allemaal wel een tikje ingewikkeld, maar wat moesten ze zó vroeg al van ons? Bij de eerste keer kloppen dacht ik nog, misschien komt het van buiten, want we hebben hier een flut-raam waardoor elk geluid van de straat klinkt alsof het naast je hoofd plaatsvindt. Toen er de tweede keer op de deur werd geklopt, ben ik naar de deur gelopen maar ik had niet direct zin om open te doen in mijn pyjama. Door de deur heen zei iemand iets in het Spaans, ook al vroeg ik om “Inglès?”, en toen liep hij weer weg. Toen we het licht aan deden, zagen we een briefje op de grond liggen dat onder de deur door was geschoven, daarop stond “vergeet niet dat vannacht de wintertijd is ingegaan!”. Nogal debiel om ons daarvoor op dit tijdstip wakker te maken, maar goed, wat kon het anders zijn? Wij weer naar bed. 5 minuten later werd er wéér geklopt, “Michel Baas, tour!”. Toen ben ik maar in mijn pyjama met de nachtportier meegelopen naar beneden, waar een andere man stond te wachten. “Tour, Sima de Los Cottoras, Michel Baas?” Ik “Si, pero a seis! A hora, esta quattro y media!“, wijzend naar ons ticket met “6.00am” erop en mijn telefoon met de tijd erop. Die man werd boos in het Spaans, wilde niet langzaam praten, en zei iets over 10 mensen in een busje en dat we nog vijf minuten hadden voordat het busje vertrok. Ik ben weggesprint en we hebben ons zo snel mogelijk klaargemaakt, maar chágrijnig dat ik was toen we het busje in stapten. Wat een gedoe, en nou was ik door de stress ook nog mijn bikini vergeten.

Nu genoeg gezeur, want de tour was het gedoe hélemaal waard! Na ongeveer twee uur rijden kwamen we bij Sima de los Cotorras, vrij vertaald de Papagaaienput. Dat is een gigantische sink hole, ontstaan door zuren in ondergrondse rivieren + kalksteen = oplossen + instorten. Het leuke is dat de parkieten hierin een beschermde omgeving hebben gevonden, en in het goede seizoen om 7.00u ’s ochtends en masse uitvliegen. Tikje jammer dat het niet het goede seizoen was, hoewel we toch een paar parkietjes hebben gezien, maar ze hebben er ook allerlei leuke activiteiten bedacht. Tijdens het ontbijt met uitzicht op de kuil mochten we een pakket uitkiezen, we gingen voor het abseilen tot halverwege met daarbij een wandeling langs rotstekeningen. Je kon zelfs tot helemaal beneden afdalen en dan weer omhoog klimmen (via ferrata!), en ook ziplinen (Tirolean) was een optie. Helaas voelde ik me niet helemaal 100% dus ik was wel blij met deze milde optie, en de meesten van de groep kozen hetzelfde pakket. Na het (niet zo speciale) ontbijt was het zover, met tuigjes aan liepen we naar de rand van de kuil om per 2 à 3 personen naar beneden “getakeld” te worden. Bij een keer eerder (Dalat, Vietnam) moesten we onszelf laten zakken, maar nu hadden onze gidsen alle touwtjes in handen – letterlijk. Mich en ik gingen gezellig tegelijk, samen met Alain, een Mexicaanse jongen uit ons tourgroepje die goed Engels kon. Dit was bijna nog spannender, dat we zelf geen controle hadden. Wel heel cool, zo hangend in zo’n bijzondere omgeving!

Toen ik echter uit de lucht was gehaald, voelde ik me helaas écht niet goed worden. Misselijk, maar vooral mijn buik was erg van streek. Een andere gids heeft me toen zo snel mogelijk opgehaald via een kort wandelpad en toen mocht ik in het restaurant bijkomen. Ze waren daar ontzettend lief voor me, ik kreeg gratis water en de eigenaar is zelfs pilletjes uit zijn eigen voorraad gaan halen. Geen loperamide, maar wel het wondermiddel Treda. Ik had daar geen mobiel bereik en kon het dus niet opzoeken, maar er stond op dat er oa neomycine en kool in zat. Nou, kool is altijd goed, en neomycine klok wel “agressief”. Een ibuprofen erbij, een fijn toiletbezoek, wat geduld, en na een uur voelde ik me weer helemaal mezelf! Maar goed ook, want de rest was ondertussen teruggekeerd (behalve coole rotstekingen zei Mich dat ik niet heel veel had gemist) en we moesten het busje in naar de volgende bestemming. De gids van het abseilen gaf me nog zijn telefoonnummer zodat hij me wel het filmpje kon sturen dat hij gemaakt had, dan had ik in ieder geval nog wel een aandenken.

Dat was de Aguacero waterval, wat stortbui betekent. Daarvoor moesten we nog een uurtje rijden, 700 traptreden afdalen, 15 minuten kuitdiep door de rivier waden… maar toen was het echt spectaculair. Een brede waterval, niet eens zo hoog, maar met allerlei niveaus en gangetjes en badjes en douches. En het allerleukste was dat je er overal op kon klimmen! Het voelde als een natuurlijk waterpretpark, we hebben als kinderen heen en weer gerend en gespetterd en geklommen. Als je er aan de ene kant op ging, kon je helemaal naar de andere kant klimmen, door een klein gangetje in de rots waar ook water doorheen liep, en dan kwam je een stukje stroomopwaarts bij de rivier uit. Daarin kon je je dan met de stroom mee laten drijven tot het beginstuk. ZO LEUK!!! En ik voelde me weer helemaal fit, zo’n opluchting was dat.

De 700 traptreden omhoog vielen enigzins mee, we aten nog wat quesedillas samen met onze nieuwe vriend Alain, en toen weer het busje in terug naar San Cristóbal. De pilletjes waren een beetje uitgewerkt nu en ook Mich voelde zich iets minder, dus we waren toe aan een warme douche en aan soep. We gingen naar het tentje waar we de vorige dag met de free walking tour langs waren geweest; ik had kippensoep met groenten (echt goed ziekenvoer) en Mich vegetarische soep. Het was trouwens superdruk overal in de stad in verband met Dia de los Muertos, heel gezellig! We liepen nog langs een gratis concert met echt leuke muziek, dus bleven daar nog even hangen. En ook liepen er overal verklede en geschminkte kindjes rond voor “trick or treat”, zo schattig. Zelfs de kleinste baby’s krijgen al heksenmutsen en spidermanpakjes aan.

Eenmaal terug in het hotel googlede ik nog even “Treda”… nou, neomycine werkt als een trein maar je kunt er doof van worden en het is zo’n beetje wereldwijd uit de handel gehaald, alleen in Mexico is het nog over de counter te verkrijgen. Hm, ik laat dat laatste tabletje wel zitten en we zorgen er in het vervolg voor dat we áltijd loperamide mee hebben.

Dag 6: Dia de los Muertos

Maandag 1 november

Nu eens een echte rustdag! Na lekker te hebben uitgeslapen ontbeten we bij een tentje aan de overkant van de straat, Lemon Grass café. Heel schattig en goedkoop, maar heel traag en ze hadden geen koffie. Ik wilde graag alvast souvenirs kopen hier (straks hebben ze die op vervolgplekken niet meer!) dus we liepen over de enorme souvenirsmarkt, maar dat was zonder de koffie nog geen succes. Na een espresso’tje ging het beter, en hebben we verder door de stad gewandeld, wat gewinkeld, een tourtje geregeld. We waren nog op zoek naar een lekker taartje, want het was weer een jubileumdag voor ons (4 jaar en 1 maand samen!), maar dat bleek bijzonder moeilijk. Een café wat was aangeraden in de walking tour bleek dicht, maar de pizzeria die daar zat was wel open. We hebben daar lekker lang gezeten en een superlekkere groentenpizza gegeten. Het volgende café dat we binnengingen zag eruit als een typisch high-tea tentje, maar cakies? Ho maar. Na wat serieuzer google-werk liepen we naar de Oh la la-pastelleria, waarvan taartjes hun core-business was. Ik had een San Cristobalito met koffie en mokka en chocola, Mich had een lekker fris gebakje met witte chocolade en limoen. Eindelijk.

Na een korte rustpauze liep het al tegen 18.00u en namen we een taxi naar de begraafplaats. De taxichauffeur was nogal en sukkel en reed eromheen, dus het laatste stuk moesten we door het donker lopen… gelukkig liep er ook overal politie, voor het veilige gevoel. Er leek nog bijzonder weinig te gebeuren, hoewel wij verwacht hadden dat er overal families feest aan het vieren zouden zijn of op zijn minst met kaarsjes in de weer zouden zijn. Eenmaal bij de hoofdingang gekomen, bleek dat je niet zomaar de begraafplaats op kon, maar er was wel een speciale tour georganiseerd. Daar kochten we maar kaartjes voor, anders waren we ook voor niks gekomen. We waren precies op tijd voor de tour van 19.00u, want na ons waren de kaartjes uitverkocht. Het liep een beetje uit, maar daarna liepen we in een groep van 35 man de donkere begraafplaats op. Een dame ging ons voor en vertelde ons in het Spaans feitjes, legendes en mythes bij de verschillende graftombes. Het is bijvoorbeeld het grootste en oudste kerkhof van Chiapas (de staat). Bij de tweede stop vertelde ze dat deze tombe was neergezet om een ongeboren kindje te herdenken; in de tombe staat een wiegje met daarin een pop. Sommige mensen zweren dat ze om 19.00u het wiegje zien schommelen! Daarna liepen we verder in het donker, tot… WAAAAHHH! Er een creep in het donker tussen twee graftombes vandaan sprong! Dit gebeurde een paar keer en gelukkig steeds niet bij mij in de buurt, maar dat maakt het wel extra spannend hoor. Ergens anders liet ze ons in een grafkist kijken waar zogenaamd een net overleden persoon in lag. Ja, daar sprong natuurlijk een levende man uit toen iedereen er overheen gebogen stond. Ook heel cool was toen ze ergens vertelde over iemand die weer tot leven gewekt werd en ze vuurwerk ontstoken! We kregen lang niet elk verhaal mee maar het was absoluut een beleving.

Oeps, hierna hoorde ik dat we geen foto’s mochten maken

Tegen 22.00u waren we klaar en namen weer een taxi terug naar de stad. We moesten nog eten maar er was al heel veel dicht, we eindigden bij TierrAventura. Niet echt verfijnde smaken maar de porties waren wel groot, erg fijn voor mijn salade! Terug op de kamer pakten we onze spullen en zetten de wekker voor de volgende ochtend om 3.30u. Je zou toch bijna, héél even, vergeten dat het vakantie is…loWel nog leuke beestjes Lou