Deze week lagen er twee ernstig zieke patiënten op de afdeling. Het enige pluspunt was dat daar een idee voor een project uit voortkwam. Samen met de co’s hadden we namelijk bedacht dat we iets wilden doen voor het ziekenhuis, zoals geld inzamelen voor een bepaald project. Deze week nam dit plan hele vaste vormen aan! Je leest erover in de aparte blog “Count 4 Malosa”. Verder hadden Roos en ik nog ons andere project om te verwezenlijken. Busy, busy, busy.
Eerst iets leuks om mee te beginnen, namelijk de ontdekking van de week: onze veranda is echt de perfecte plek voor koffie en lunch (zie omslagfoto).
Dan ernstigere zaken. De meest zieke patiënt lag opgenomen sinds de vrijdagmiddag vóór het weekend. Hij was 35 jaar, HIV-positief sinds drie jaar en recentelijk opgenomen geweest in zowel het St. Luke’s als in Zomba Central Hospital, maar er was geen duidelijkheid over diagnose of behandeling. Wel was er toen getest op cryptokokkenmeningitis; die was negatief. Zijn klachten bij de huidige opname waren dat hij al drie dagen niet meer sprak en at. Hij zou zijn HIV-medicatie goed innemen volgens de ouders, die beiden trouw en zorgzaam aan zijn bed zaten. De patiënt was heel mager en lag suf in bed. Hij opende zijn ogen nog wel op aanspreken en kon pijn lokaliseren, verder kreunde hij wat. Hij kreeg van ons antibiotica en we “observeerden” hem. Bloedonderzoek liet zien dat hij lage witte bloedcellen had. Conclusie tot nu toe: we wisten het niet. Een infectie? Misschien tuberculose? Cryptokokkenmeningtis stond wel in de differentiaaldiagnose maar laag vanwege de negatieve utislag 3 weken ervoor. Het stond op de planning om de ruggenprik te herhalen als de patiënt iets beter was, want daarvoor moeten ze wel soort van alert zijn. Twee dagen sukkelden we door op hetzelfde beleid, terwijl de patiënt steeds iets verder achteruitging. Toen we de casus tijdens de overdracht bespraken op woensdag, besloot mr. Malabwu dat hij met ons mee zou lopen tijdens de visite. Hij is CO en voorzitter van het anti-retrovirale team, dat verantwoordelijk is voor de behandeling van HIV, en heeft veel ervaring met HIV en ziekte bij HIV. Samen besloten we dat een ruggenprik op dit moment inderdaad niet uitgevoerd kon worden, maar we konden wel de urine onderzoeken op tuberculose. Toen dacht ik terug aan mijn dienst de week ervoor. We konden ook het bloed testen op cryptokokken! Blijkbaar is deze test behoorlijk nieuw in het ziekenhuis, want beide CO’s waren hiervan niet op de hoogte maar ze waren het er wel mee eens deze te doen. Tegen onze verwachtingen in, omdat de lumbaalpunctie eerder negatief was geweest, bleek deze test positief! We zijn meteen gestart met de behandeling.
Dit was mijn eerste patiënt met cryptokokkenmeningitis, wat best uitzonderlijk was omdat mijn medeco’s allemaal al één of twee casus hadden meegemaakt. Het raakte me overwacht diep. Ik vond het heel moeilijk dat het zo’n jonge man was en dat er zoveel vertraging was geweest in het stellen van de diagnose. Voornamelijk was ik teleurgesteld in mezelf. Ik had al een soort niet-pluis gevoel, ik snapte gewoon niet wat er aan de hand was, maar had er niet verder over nagedacht of actie ondernomen. Of het veel had uitgemaakt als we eerder waren geweest met het stellen van de diagnose en het starten van de behandeling, weet ik niet; hij was immers al zeer ernstig verzwakt. Twee dagen later hoorde ik tijdens de overdracht dat hij die nacht was overleden.
Ook deze week had ik weer dienst, op maandag meteen. Dit keer gelukkig met een andere CO, die wél bereikbaar was. Tijdens de OPD had ik al een patiënte waarvan we niet wisten wat we ermee moesten. Ze was zo’n 65 jaar oud en had een heleboel keloïd, overmatige littekenvorming, in haar hals. Volgens haar Health Passport was ze hier al tien jaar mee bekend, maar haar huidige klacht was dat het pijn deed en gezwollen was. En inderdaad, er leek een abces in te zijn ontstaan! Dat stelde ik maar even uit tot een CO me kwam helpen. Eerst moest hij nog een lumbaalpunctie doen bij een patiënte met cryptokokkenmeningitis om de druk te verlichten, daarbij heb ik geholpen door een buisje vast te houden. Daarna beoordeelden we samen mijn patiënt; hij het met me eens dat het een abces leek en vond dat we het open moesten maken. Mijn assistentie hierbij bestond uit lidocaïne (verdoving) optrekken en een beetje deppen. Na afloop, toen ik mijn handschoenen uittrok, bemerkte ik branderig gevoel aan mijn linker ringvinger. Daar was een IENIEMIENIE sneetje zichtbaar waar geen bloed uit kwam. Dit was het dan, mijn prikaccident. Ik vroeg aan de CO wat de status van de patiënt was – een half jaar geleden negatief, pfieuw – en wat ik moest doen. Hij was niet erg onder de indruk en zei dat ik mijn handen moest wassen. Zelf was ik er minder gerust op en heb Perijne gebeld. Gelukkig was die heel duidelijk: laat de patiënte testen op HIV, hepatitis B en hepatitis C! Gelukkig duurt het betaalproces voor patiënten hier nogal lang en was de patiënte nog niet vertrokken, dus kon ik haar vragen of ze zich wilde laten testen. Dat wilde ze wel en 20 spannende minuten later wist ik dat ze negatief was voor alledrie de ziektes. Voor de HIV-test geldt echter wel dat de incubatietijd, dus de tijd waarin de ziekte zich kan manifesteren, drie maanden is. Als de patiënte de afgelopen die maanden HIV heeft opgelopen kan het dus dat de test het nog niet oppikt. Nu verwacht ik van deze 65-jarige dame dat het wel meevalt, maar alsnog moet ik in Nederland nog een keer getest worden. Lekker begin van mijn dienst.
Verder waren er meteen om 16.00 uur twee opnames op Female. Van één schrok ik nogal, zij werd op een brancard binnengebracht. Ik dacht “oh nee, nu krijgen we het hoor, een instabiele patiënt”. Gelukkig viel dat alles mee, ze was helemaal stabiel maar had een elektrische schok gehad van de TV, die was gevallen doordat de muur was ingestort. Bizar verhaal hè? Helaas voor de Malawianen zijn instortende muren hier een stuk gebruikelijker dan in Nederland. Ik had geen enkele ervaring met elektrische schokken, ik wist alleen dat je moet zoeken naar de in- en uitgangswond. De patiënte had twee kleine brandwondjes op haar wijsvinger, verder kon ik niets ontdekken. Met behulp van wat protocollen was mijn plan om haar op te nemen, te observeren en wat vocht via het infuus te geven. Daarna heb ik overlegd met de CO, die vond het allemaal helemaal mooi en had geen toevoegingen. Daarna was het een heerlijk rustige avond. Ik ging vroeg naar bed en heb de hele nacht behoorlijk goed geslapen. Alleen om 12 uur werd ik nog gebeld voor een opname, weer op Female, maar de verpleegkundige had eigenlijk alles al keurig uitgwerkt en binnen 20 minuten lag ik weer in bed.
Later in de week werd er weer een jonge, HIV-positieve patiënt opgenomen. Sinds een paar dagen erg verward, en jawel hoor… cryptokokkenmeningitis. Hij was een leraar op de plaatstelijke basisschool, waarin alle lessen in het Engels worden gegeven, maar hij begreep nu geen woord Engels meer. Zijn nog jonge kinderen waren vrolijk in de kamer aan het spelen, onbewust van de ernst van de situatie en de prognose. Gelukkig knapte de patiënt redelijk snel op zodra we gestart waren met de behandeling! Na een initiële hele hoge dosis, wordt die afgebouwd en moet de patiënt levenslang een lage dosering gebruiken omdat de infectie heel gemakkelijk terugkomt.
Voor het compressietherapieproject hadden Roos en ik bedacht om filmpjes te maken. Dat leek ons het makkelijkst om het duidelijk uit te leggen én heel leuk om te maken. Roos deed het werk, ik mocht het demonstratiemodel zijn. We deden de shooting in het ziekenhuis, op een ziekenhuisbed bedekt met chitenje, net als de patiënten altijd doen. Verder bespraken we met de fysiotherapeut, de hoofdverpleegkunde en het hoofd van de apotheek over de mogelijkheden om compressietherapie in het St. Luke’s toe te passen. Iedereen werd net zo enthousiast als wij! We besloten om naast de presentatie ook een oefenmogelijkheid te creeëren zodat de verpleegkundigen het echt konden toepassen.
????????????????????????????