Zondag hadden we een tour geboekt naar Teotihuacan, een archeologische opgraving van een heel oude stad, die bekend staat om de twee pyramidevormige tempels.

We vertrokken om 7.45u van huis, nog voordat het ontbijt geserveerd werd… Toen de taxi ons had afgezet op de opstapplaats, vonden we gelukkig een straattentje naar mijn hart met bekers yoghurt (met enorme blokken jelly), granola en vers fruit.

Heerlijk aan zo’n tour is dat je gewoon kunt instappen en achteroverleunen, alle instructies en informatie worden je aangeleverd. De tourgids sprak Engels, maar wel Muy Rapido en iedere zin wisselde ze af met het Spaans, dus eigenlijk vonden we het bijzonder moeilijk te volgen. We waren wel beter af dan de Fransenin onze groep, die helemaal geen Engels spraken en het met een gebarentaal moesten doen.

Het was een uurtje rijden en ondertussen vertelde de gids over van alles, onder andere wees ze de buitenwijken van Mexico-Stad aan. Het is echt bizar hoe de bebouwing maar blijft doorgaan.

Kleurrijke buitenwijken

De eerste bouwsels van Teotihuacan waren al van de eerste eeuw voor Christus en de naam betekent stad van de Goden. Het was in die tijd de grootste stad in Midden-Amerika en de hoofdstad van een groot rijk! Verder is er eigenlijk weinig over bekend; toen de inwoners de stad zelf verlieten vanwege interne onrust, namen ze alles van waarde mee. Er zijn geen geschriften bekend van dit volk, alleen enkele dingen van Maya’s die ook in de stad woonden.

De kleinere tempel wordt de tempel van de Maan genoemd, maar later is vastgesteld dat die voor water en vruchtbaarheid was bedoeld. Deze tempel had precies dezelfde vorm als de berg erachter, maar omdat het geen heel spannende vorm is valt dat niet zo op.

De grotere Tempel noemt men de tempel van de Zon, maar deze zou ook voor het water zijn. Wel jammer is dat bijna alles wat je ziet is gereconstrueerd, alleen de basis onder de buitenste laag is origineel.

Gelukkig ging dit gedeelte van de tour redelijk vlot, want het was heet en iemand was de zonnebrand vergeten. Volgende stop was een “cultureel centrum” met uitleg over obsidiaan (zwarte steen, duur), en over de agaveplant waar ze textiel, papier en alcoholische drankjes van maken! Natuurlijk volgde daarna een proeverij daarvan: pulque = puur agavesap met 4% alcohol; tequila en mezcal zijn hetzelfde maar het mag alleen Tequila heten als het uit die regio komt; en een likeur van de cactusvijg met 15% alcohol, dat was zoet en meer mijn ding. Daarna werden we de toeristenshop in geleid, maar ik heb me goed ingehouden en niks gekocht.

Lunch “mochten” we doen bij het restaurant dat ze aanraadde, dat was redelijk duur en niet erg bijzonder maar ze hadden wel salade! GROENTEN! Die zijn toch moeilijk te vinden in het alledaagse dieet hier, dus ik was er echt blij mee.

Terug de bus in, terug naar de stad, naar de basiliek van Guadalupe. Hier hoort een heel verhaal bij hoe Maria van Guadalupe op deze heuvel aan de jongeman Juan Diego verscheen, en vroeg of hij kon zorgen dat er daar een kerk werd gebouwd zodat zij alle mensen kon helpen. Juan ging het aan de bisschop doorgeven, maar die geloofde hem niet. De tweede dag herhaalde zich dit, toen vroeg de bisschop om bewijs. De derde dag liet Maria Guadalupe rozen groeien bovenop de berg, in december! Juan plukte die en nam ze mee in zijn mantel. Toen hij deze openvouwde om aan de bisschop te tonen, werd een afbeelding van Maria Guadalupe zichtbaar. Nu geloofde de bisschop hem wel en werd een kerk bovenop de betreffende Guadalupe heuvel gebouwd. Dit prachtige verhaal én de echte mantel van Juan trekken heel veel religieuze bezoekers die bijdragen aan de business van de reli-souvenirs: beelden, sleutelhangers, kaarsen, mondkapjes, opschrijfboekjes, rozenkransen…

De officiële mantel met Maria Guadalupe’s afbeelding erop hing in een “nieuwe kerk” en om al die stromen bezoekers goed te reguleren, is er een lopende band voor dat doek langs gemaakt. Slim! Anders blijft iedereen natuurlijk eindeloos hangen bij dat prachtige kleedje.

Het uitzicht vanaf de originele kerk bovenop de heuvel was erg mooi, zie de foto!

Daarna hadden we nóg een stop… De eerste kerk van de Spanjaarden, maar gebouwd op een oude kerk van de Azteken. Ze vertelde veel maar er is niets blijven hangen, ik was te moe.

Terug in het centrum hebben we nog de Angel de independencia van dichtbij bekeken, daarna wandelden we terug naar onze wijk Condesa. Onderweg deden we een biertje met snack (arancini) bij restaurant Nonna, daarna gingen we naar een bar in de buurt, Don Keso. Dit bleek niet echt de wijnbar die we verwachtten, maar de ham-kroketjes en patatas bravas smaakten goed. Eenmaal terug in het hotel, rond 22.00u, ging ik weer verder met mijn nieuwe routine, de blog!