JAAA! Het ging  door!!! Helemaal opgewekt zaten we om 7 uur aan het ontbijt. Om kwart over 8 stapten we in de Jungle Boss bus bij onze 9 mede-trekking-gangers. Eerst reden we naar de Jungle Boss Headquarters, voor een briefing. Dat hield in een kennismakingsrondje, schoenen lenen, lange mouwen t-shirt kopen en dry bag (waterdichte tas) voor de jungle inpakken.

We waren in totaal met een groep van 11, waaronder 5 Engels-sprekenden, een Zwitsers stel, een Israëlisch stel, en wij. Er werd ons meteen uitgelegd dat er een aantal gevaren waren, waaronder: “spikey trees” = bomen met veel en erg scherpe doorns eraan, een bepaalde prikkerige plant (klonk als heftige bereklauw), en… bloedzuigers. Die zaten niet alleen in het water, maar overal in de jungle. Dus iedereen kreeg een spray die je binnen handbereik moest houden en meteen op de belager moest sprayen, dan zou hij in een paar seconden dood gaan en loslaten. De spray rook niet eens dodelijk, maar heel lekker naar lavendel! Wel werd ik een beetje zenuwachtig van al die waarschuwingen voor deze beestjes; ik heb nog nooit te maken gehad met bloedzuigers maar dit klonk wel serieus en ernstig. Deze monstertjes waren ook de reden voor de verplichte lange mouwen, lange broek en hoge sokken. We kregen zelfs handschoentjes aan! Het voelde eigenlijk wel lekker veilig, zo helemaal bedekt. Later begreep ik trouwens dat deze handschoentjes vooral ter berscherming voor het klimmen waren bedoeld.

Deel van de groep en hun outfits

De schoenen die we leenden waren een soort hoge all-star gympen. Niet de meeste ondersteuning, maar wel met duidelijk meer profiel dan onze eigen schoenen, voor betere grip in de modder. Bovendien waren ze lekker hoog, goed tegen de bloedzuigers.

Voor we ons in het groen konden stortten, moesten we nog 45 minuten het park in rijden. Daar liep een pad vanaf de weg de jungle in, en het was direct het “meest jungle” wat we ooit gezien hadden. Alles is dicht en vochtig en groen en plant. Na 2 minuten waren we al doorweekt van het zweet. Na 5 minuten kwam ik mijn eerste bloedzuiger tegen op een tak op hoofdhoogte, op het pad! Het leek eigenlijk een soort grijze wurm die gezellig kronkelde, maar het speet me niet toen ik hem de lavender dood in joeg.

Takken uit mijn gezicht wegslaand, alles kriebelde

We hebben zo’n 5 uur door de jungle gelopen, door dichte begroeiing, over omgevallen bomen, door kniediepe riviertjes; klimmend over rotsen, glibberen door modder en duikend voor takken. Het scheelde wel erg dat Mich en ik onze rugzak afwisselend droegen; zonder konden we goed uitrusten.

Als lunch kregen we een Bahn my met omelet, wat crackertjes en een banaan.

Ingang Hang Over; mijn gezicht zegt alles

Na het stuk door de jungle kwamen we dan eindelijk bij de eerste grot, de Hang Over! Hang betekent grot in Vietnamees, maar het is nog wel een grappige naam. Dat is de op 6 na grootste grot ter wereld. Mich had de slimme vraag hoe ze dat dan meten: dat gaat op basis van hoogte, breedte en grootte van de ingang – niet op lengte dus! De Hang Over was 3,5 km lang, die wij helemaal door gingen. Dat ging deels makkelijk, maar bij sommige stukken moesten we echt klimmen en klauteren en hadden we de hulp van de porters erg nodig.

De twee porters liepen met ons mee, naast de gids, om juist hierbij te kunnen helpen. Bovendien hadden ze extra drinkwater en spullen voor het kampement met zich mee. Ongelooflijk hoe fit zij zijn, met de enorme zware bepakking rondhollen. Bovendien kunnen ze vreselijk goed klimmen op iets wat wij watersandaaltjes zouden noemen. Het moeilijkste was misschien nog wel hoe glibberig het overal was, je kon geen enkele zekere stap zetten.

Ergens halverwege, op een makkelijk stukje, deden we onze hoofdlampen uit. Wat. Was. Dat. Donker. 15 meter lijkt dan opeens 100 meter…. Ik zorg dat ik nooit van mijn leven zonder licht in een grot kom te zitten. Heerlijk om weer in het licht te komen!

Om een wijs man te quoten:

“Het leukste aan een grot, is wanneer je er weer uit mag”
(M. Baas, oktober 2019)

Uitgang? Ingang? Van Hang Over

Maar we waren er nog niet. Eerst waren Hang Over en Hang Pygmy één grote grot, maar op een bepaald punt is het dak ooit ingestort waardoor het twee aparte grotten zijn geworden. Tussen de twee grotten is dus een stuk vallei ontstaan met heel veel rotsblokken. Dat duurde maar 15 minuten om te overbruggen, maar was behoorlijk pittig klimwerk.

Gelukkig was Hang Pygmy maar 1km lang, ik was eigenlijk al heel moe en best hongerig. Het leek echter een stuk langer, want dit moesten we al abseilend en gezekerd afleggen. Ook hier renden de porters ongezekerd langs, zodat ze ons op het volgende punt konden helpen. Bizar.

En toen waren we om 18 uur eindelijk bij het kampement bij het uiteinde van Hang Pygmy! Ik was bijna misselijk van de honger. Eerst onze vieze spullen uit, schoenen checken op bloedzuigers (ik had er maar 1, Mich geen), douchen onder koude druppels van stalactieten en toen ein-de-lijk eten. Ze hadden heerlijk Vietnamees voor ons gekookt. Er waren ook nog 7 porters/koks via een andere route gekomen met nog meer spullen. Hoewel ze wel 3-4x per week die tocht organiseren, ruimen ze elke keer alles op!

Mich en ik hadden die dag geen koffie gehad, in tegenstelling tot onze normale 3-4 kopjes per dag. Om dezelfde wijze man te quoten

“Dat is dan weer zo’n levensles, die fout maak je één keer en niet meer”.

Samen met de inspanning zorgde het bij ons allebei toch voor een hoofdpijn! Gelukkig hadden ze koffie in het kamp, wat heel erg goed hielp.

Na het eten hebben we nog een beetje spelletjes zitten spelen, om half 10 was het bedtijd. We hadden samen een tentje met een dun matje en 4 slaapzakken. Ik heb wonderwel goed geslapen, als rugslaper heb je het toch echt een klein beetje makkelijker in deze wereld dan de rest denk ik.

Ons tentje

Links: de “douche”, de natte/donkere rots onder stalactieten druppels

Het kamp bij daglicht

De volgende ochtend werden we rond half 8 wakker. Nu pas konden we de grot echt goed zien, want we waren in het donker aangekomen. Het was prachtig, maar vooral het idee waar je hebt geslapen is zo bijzonder.

Pho met ei, bananenpannekoekjes, koffie

Het ontbijt bestond uit de lekkerste pho die we tot nu toe gehad hebben, en bananen pannenkoekjes. Toen moesten we ons weer in onze vieze, natte pakken hijsen. Zodra we de grot uit liepen, raakten we doorweekt van de regen. Het werd één grote glijboel toen we bergop en bergaf door de modder ploeterden. Ik vond het heerlijk, het deed me heel erg denken aan de survival run!

We mochten weer!

De route op deze tweede dag was een stuk beter te doen. Ze hadden 4 uur door de jungle voorspeld, maar ik denk dat het maar 3 was. Er zat wel een flink steile klim van een uur in, maar daar waren we op voorbereid. Het laatste stukje naar de grote weg klimmen viel me nog wel even zwaar, maar de voldoening was des te groter toen we eindelijk de jungle uit liepen. Geen modder meer! Geen bloedzuigers! We hadden het overleefd!

Pfff, wat waren dat een intensieve, bijzondere en memorabele 36 uur geweest.