Weinig plaatjes, maar des te meer onder de indruk was ik na “Mr. Rot’s secret tour”. Oprechte waarschuwing: ga je nog naar Vietnam, lees dit dan niet helemaal!

Ik zal het meest geheime gedeelte helemaal voor het laatst bewaren en er een groot waarschuwingsteken voor zetten, zodat je wel een stukje kunt lezen.
Hoe kwamen we bij deze tour? Zeer goede reviews op internet, echter wel van 2 jaar geleden. Er was nauwelijks informatie te vinden over de inhoud van de tour, slechts enthousiaste aanbevelingen, dus we waren heel nieuwsgierig. Ik twijfelde dan ook erg of, en zo ja hoeveel, ik dan kon schrijven hierover, maar ik was (en ben nog steeds)  zo onder de indruk dat ik het heel graag wil vastleggen om later terug te lezen!

We werden om 8 uur opgehaald met een busje. Voorin zat een man de hele tijd grapjes te maken, dit bleek Mr. Rot himself. “Goed betaalde comedian”, aldus Mich. De beste zin uit de introductie vond ik: “I love tourists, but I hate touristy.” Waar we heen gingen, zouden we géén souvenirs kunnen kopen en géén andere toeristen zien.
Het ochtendprogramma was het meest “top secret”, daarom bewaar ik dat voor het (te skippen) einde. Nog helemaal stil en onder de indruk liepen we naar een lokaal tempeltje, waar de neef van Mr. Rot, Jesse, in de tussentijd lunch had gemaakt. Helaas moest Mr. Rot himself weg, Jesse nam het middagprogramma voor zijn rekening. We kregen koffie en daarbij les over belangrijke dingen die we moesten weten als toeristen in Vietnam (lekker op tijd):

Gebaren

  • Handen tegen elkaar voor je borst alsof je bidt mag als je in een tempel bent, maar niet buiten op straat – dan wens je iemand dood.
    Het “kom hier” gebaar dat wij gebruiken is heel onrespectvol, alsof je iemand als huisdier behandelt. Daarom zie je mensen hier ook altijd “andersom” wapperen, met handpalm naar de grond.
  • Niet je wijsvinger en middelvinger kruisen, dat betekent ook dat je iemand dood wenst.
  • Deze kende ik al uit Malawi! Als mensen je een hand geven of iets aangeven, doen ze dat vaak met twee handen of ondersteunen ze de geef-hand met de andere hand. Dit doe je om respect te tonen aan vreemdelingen, je meerdere of aan ouderen.
  • Waarom staan Vietnamezen altijd met twee opgestoken vingers op de foto? Niet omdat het peace betekent. Een, twee, drie in Vietnamees is mot, hai, ba. Daar proosten ze ook mee: mot, hai, ba, yooo! Maar twee, hai, klinkt dus als “hi”, hallo! Ze zeggen gewoon hallo op de foto :)
  • Waarom staan mensen met een soort “geld” gebaar op de foto, met binnenkant van het topje van wijsvinger en duim tegen elkaar? Probeer het maar, het is een soort hartje! Veel handiger op selfies dan de oude hartjes die je met twee handen moest maken. Vernuftig hoor, die Vietnamezen.

Taal: Te ingewikkeld. Ze werken hier met keelklanken en toonhoogte, daarom is Engels ook erg lastig te leren voor hen. Ze hebben ook niet genoeg aan het Latijnse alfabet dat de Fransen voor hen bedacht hadden. Elke lettergreep kun je op drie manieren uitspreken: op één toonhoogte, dalend of juist stijgend in toonhoogte. Daarom krijgen geschreven klinkers vaak allerlei accenten en circonflexen et cetera. Voor hallo, xin chao (zeg sin tsjau), geldt bijvoorbeeld dat de eerste lettergreep op één toonhoogte uitspreekt, en de tweede lettergreep dalend. Voor “bedankt” hadden wij eerder geleerd dat je bedankt ongeveer uitspreekt als het Amerikaanse “come on”. Blijkt dat je de eerste lettergreep stijgend in toonhoogte moet uitspreken en de tweede dalend; als je het te vrolijk zegt (guess who’s guilty) wordt het een verwensing… Fijn, ik was de hele week in de war en heb niks Vietnamees meer durven zeggen. Behalve caphe den uiteraard.

Hierna deden we proeverij van allerlei onbekende maar hele lekkere fruitjes! Uiteraard dragon fruit, maar ook jack fruit, custard apple (=bekende uit Malawi), het grote broertje van de custard apple, dragon eyes, long shot, …

’s Middags bekeken we de Elephant waterfalls, er zijn zoveel watervallen in Dalat dat je er toch minstens eentje gezien moet hebben. Best mooi.

 

 

Elephant falls, deze echter zonder olifant rots

De volgende stop was de markt. Vietnamezen gaan minstens één keer per dag naar de markt, ’s ochtends, om vers voedsel voor de dag te halen. Als ze iets anders nodig hebben zoals kleding of een bezem, gaan ze ’s middags weer. Het brengt namelijk de hele dag ongeluk voor de winkelier als de eerste klant twijfelt en toch niets koopt!
We liepen langs vlees (ze eten hier alle organen), prachtig fruit dat we net hadden leren kennen, en… Piñata’s? In de vorm van motorfietsen en paardjes? Nee, dat zijn dingen die ze branden voor de overledenen, zodat zij die voorwerpen hebben in het hiernamaals!

Het bliksembezoek aan een zijde “fabriek” was ook erg leuk. Lokale families houden zijderupsen, die zich als lelijke larve in een cocon van zijdedraad wikkelen om tot prachtige vlinder uit te groeien. Dat zal nooit gebeuren. In de “fabriek” worden de cocons in bijna kokend water gestort, zodat de larves doodgaan en het zijdedraad makkelijker loskomt. Zes zijdedraadjes worden samen tot één garen gewikkeld. Het buitenste draad van de cocon is van lagere kwaliteit en vormt dus lagere kwaliteit zijde, het binnenste wordt hoge kwaliteit.


We reden daarna door naar een grote tuin met koffieplanten, Vietnam is een hele grote exporteur van Robusta koffie. We kregen een snelle uitleg over het koffie proces, met drogen en roosteren, maar dat heb ik niet onthouden. Laatste stop: het diner! Iedereen keek elkaar verbaasd aan, we wisten niet dat dat erbij hoorde. We keken naar het bord boven de ingang, “Cricket farm”.

 

Niet mis te verstaan plaatje op het bord & Mich mocht eindelijk weer eens tegen een bal trappen

Dit was daadwerkelijk een krekelboerderij die krekels kweekte voor consumptie… Om eerlijk te zijn waren ze gefrituurd, gezouten, met een beetje chilisaus en nog minder nadenken echt best lekker. Als het nou ook nog tot iets onherkenbaars wordt verwerkt, zoals een burger, denk ik dat dit veel potentie heeft als vleesvervanger.

Oké, dan komt nu eindelijk het mysterieuze stuk. Je bent gewaarschuwd!

Opgemaakt door Mr.Rot mbv lokaal vruchtje, maar oranje is niet Mich z’n kleur

Na vertrek reden we al ongeveer een uur. Mr. Rot gaf de chauffeur aanwijzingen, ze leken een beetje zoekende. Dat vonden we best gek, hij deed deze tour toch vaker? We stopten op een klein zijstraatje van een grotere weg toen de uitleg pas kwam. Als je Dalat bezoekt, zijn er volgens hem twee belangrijke dingen die je móet meemaken. Het eerste is een waterval, zoals eerder besproken. Het tweede is de originele bevolking van  Dalat, de K’Ho. Voordat de Fransen in Dalat kwamen en er bleven vanwege het heerlijke klimaat (altijd betrekkelijk koel, tussen 20 en 25 graden), was het de woonplaats van de zogenaamde “minority people”. In heel Vietnam zijn er 54 minority villages, dus dorpjes waarvan de inwoners tot een etnische minderheid behoren. Veel van die dorpen spreken geen “Vietnamees” en hebben een eigen taal, er zijn 28 verschillende talen in Vietnam. Toen er steeds meer Fransen en “gewone” Vietnamezen (ook wel “city people”) in Dalat kwamen wonen, vertrokken de K’Ho. Ze trokken allemaal een andere kant op en hebben in een cirkel van ongeveer 60 km rondom Dalat zo’n honderd nieuwe dorpjes gesticht. De inwoners van deze dorpjes hebben nauwelijks contact met de city people, ze vormen een hechte gemeenschap die erg op zichzelf is. Ze verbouwen hun eigen groenten op hun boerderij. De overheid heeft ze wel in het oog en biedt hulp: soms door voedsel uit te delen, sinds zes jaar is er gratis elektra aangelegd, en ook kinderen mogen sinds een aantal jaar gratis naar school. Heel soms worden kinderen die goed presteren op school, eruit gepikt voor een beurs of geadopteerd door city people. Dit laatste is ook met Mr. Rot gebeurd, zo vertelde hij. Hij was geboren in een groot gezin in een K’Ho dorp. Hij was een nieuwsgierige leerling, en op zijn elfde werd hij geadopteerd door zijn tweede ouders, zoals hij ze noemt. Daardoor was het voor hem mogelijk om naar de universiteit te gaan. Hij heeft wel 10 keer benadrukt hoe veel geluk hij had gehad, omdat dit echt voor maar heel weinig K’Ho mensen is weggelegd. Zijn ouders, broers en zussen wonen nog steeds in zijn originele K’Ho dorp. Dat hij beide talen spreekt, maakt hem perfect als tour guide. Anders zouden de K’Ho mensen hem niet begrijpen en niets met ons van doen willen hebben.

Hij gaat elke keer naar een ander dorp, dus hier was hij nog nooit geweest. Van tevoren had hij al uitgelegd dat we vooral heel blij moesten kijken. We liepen door het dorp tot we een K’Ho vrouwtje tegenkwamen. Mr. Rot had al uitgelegd dat ze er anders uitzien, met name dat ze een donkerdere huid hebben vanwege al het buiten werken. Hij begon met het vrouwtje te praten, maar ze begon me toch terug te schreeuwen! Wij vroegen ons allemaal af wat Mr. Rot wel niet had gezegd, maar die verzekerde ons dat ze niet boos was. Dat is hun manier van praten, ze moeten altijd schreeuwen als ze op het land zijn. We moesten nogmaals echt blij kijken en dichterbij komen. Op een gegeven moment begon Mr. Rot haar aan haar arm mee te trekken! Hoewel wij nog niet overtuigd waren, verzekerde Mr. Rot ons dat ze het goed vond als we haar huis kwamen bekijken. Onderweg kwamen we nog een andere vrouw tegen, die ook schreeuwend met ons meeliep en toen we eenmaal binnen zaten, was binnen 10 minuten het hele dorp (12 vrouwen en 10 kinderen) van de partij. Het huisje was van hout met een golfplaten dak, een stuk voor opslag en een leefruimte van 3×3 ruimte waar ze zitten, koken en slapen. Voordat we konden gaan zitten, moest Mr. Rot heel goed duidelijk maken dat wij géén Amerikanen waren – ze zien alle blanken als Amerikanen. We moesten zo blij kijken omdat aan te geven dat we hier op vakantie waren, dat we graag over hun cultuur wilden leren, en dat we dus niets kwaads in de zin hadden.

Uiteindelijk ontdooiden ze compleet. We mochten van alles vragen; de antwoorden kwamen van 12 schreeuwende vrouwen die allemaal niet volstonden met een korte ja of nee. Ik was vooral nieuwsgierig naar het huwelijk. Alle huwelijken zijn gearrangeerd en gebeuren op jonge leeftijd, rond de 15-16 jaar. De familie van de vrouw moet een man kopen voor een flink bedrag, waarna die jongen bij zijn schoonfamilie komt wonen en op hun boerderij komt werken. Meisjes zijn daarom de meest geliefde kinderen: je moet een keer flink betalen, maar daarna heb je er een kracht voor op je boerderij bij en kun je als ouders wat rustiger aan doen. Een goedkope jongen kost zo’n 1000 USD, duurdere mannen die hard werken en niet lui zijn gaan richting de 2000 USD. Als twee mensen verliefd zijn, maakt de familie van de man daar gebruik van en wordt de prijs hoger. De vrouw is daarna de baas van de familie en van de man. Ze krijgen ze al vroeg kinderen, want hoe eerder die weer trouwen, des te korter hoef jij zelf veel werk te verrichten. Huwelijken tussen minority people tussen  twee verschillende dorpen, of tussen een minority person en een city person, zijn hoogst ongebruikelijk. Ze zijn er ook zeker niet blij mee, omdat die kinderen vaak niet terugkeren. Heel soms gaan kinderen wel studeren in de stad, maar ze komen bijna altijd terug.

Ze eten rijst en vlees van allerlei dieren, niet alleen koeien maar ook honden en ratten, wat ze barbecuen. Wij mochten iets proeven waarvan ze eten als ze tussendoor honger hebben;niet iedereen deed het maar ik vond het onbeleefd om te weigeren. Het was koude, dunne, smakeloze rijstsoep uit een kruik, die je naar binnen goot. Het vrouwtje ging de kring af en goot de monden van de dapperen vol. Daarna moest je met een takje wat spul uit een koker halen en erbij stoppen voor wat smaak. Dat was een mix van geroosterd vlees, chili en limoengras. Het smaakte best oké, een beetje zwart en pittig. Vlak nadat ik had doorgeslikt, vertelde Mr.Rot wat voor vlees het was geweest… Rat. Ik had rat gegeten. Holy moly. Ik heb gauw een heleboel water gedronken.

Daarna hebben de dames ons nog van alles laten zien. Daarvoor moesten ze wel een beetje aandringen bij elkaar, waarbij er ook getrokken werd. Blijkt dus dat als je meteen toegeeft als iemand vraagt of je wilt dansen, het als opscheppen wordt gezien. Pas als  je aandringt en aangeeft dat je het echt graag wilt zien, vinden ze het prima en leuk om te doen. Dat verklaarde een hoop! We hebben gezien hoe ze garen maken van katoenpluis met een spinnenwiel; hoe ze elke zondag traditioneel dansen en zingen; en hoe ze hun traditionele kleding weven. Hoewel dat er super ingewikkeld en snel uitzag, verteld. Mr. Rot vertelde dat ze slechts een paar uur doen over het maken van een rokje. Als we het leuk vonden, mochten we vast wel een rokje meenemen. Dat hoefde hij natuurlijk geen twee keer te zeggen. We hebben allemaal een prachtige kleedje, om te slaan als rokje, uitgezocht. Toen we er geld voor wilden geven, wilden ze dat eerst helemaal niet aannemen – ze zeiden dat ze zich slecht voelden dat ze dan iets van ons  ‘afnamen’! Uiteindelijk waren ze wel te overtuigen met het argument dat ze er voedsel mee konden kopen voor hun kinderen. Het is nu al mijn mooiste souvenir ooit. Helaas is deze weefkunst aan het uitsterven, want de kinderen willen het niet meer leren.

We hebben zo’n anderhalf uur daarbinnen gezeten, maar het vloog voorbij. Het voelde ontzettend bijzonder hoe we binnen werden gelaten, hoe de dames trots over hun cultuur vertelden, eten met ons deelden en van alles te voorschijn haalden om aan ons te laten zien.