Deze indrukwekkende Maya-ruïnes behoren tot één van de zeven wereldwonderen, dus deze konden we echt niet missen.

Vrijdag 12 november

Natuurlijk eerst een fantastisch ontbijt

Chichen Itzá

Om de drukte zoveel mogelijk vóór te zijn, zorgden we dat we er stipt om 8.00u waren… We stonden in de langste rij tot nu toe, eerst voor de kaartjes en daarna voor de entree. Maar er waren gelukkig nog geen bussen, dus ik denk wel dat we de ergste drukte hebben ontlopen! We hadden geen zin in een “Engelse” gids die vaak toch moeilijk te verstaan zijn, dus we hadden een app gedownload. Op basis van locatie begon die automatisch in lekker duidelijk Amerikaans te vertellen zodra je bij een gebouw in de buurt kwam. Dat werkte heel goed! Zo hebben we lekker 2 uur lang rondgelopen en geluisterd, het was eigenlijk heel relaxed zo. Bovendien vertelde de gids niet alleen over de gebouwen zelf, maar ook over de Mayacultuur, dat maakte het bijna levendig!

Leuke feitjes van de (e)gids:
– het belangrijkste gebouw, El Castillo, laat twee keer per jaar iets heel bijzonders zien. Dat is op de equinox, de dag waarop de lente/herfst in gaat, en wanneer de zon loodrecht boven de evenaar staat. Op die dagen schijnt de zon zó over de flank van de piramide, dat er de schaduw een slangenlichaam vormt! En beneden aan de trap staat een slangenhoofd als versiering, dus dit klopt perfect. Of dit nu expres zo geconstrueerd is of dat de piramide per ongeluk de precies de juiste hoek heeft, is niet bekend.
– de Maya’s dachten dat de wereld plat was, en dat de zon na zonsondergang in de onderwereld terecht kwam. Daar veranderde die in een jaguar, die zich door de negen lagen van de onderwereld heen moest vechten.
– Adelaars en Jaguars waren de verschillende groepen strijders die slachtoffers voor offers moesten verzamelen. De adelaars waren de verkenners en konden goed met pijl en boog overweg, de jaguars waren de één op één strijders. Ze verzamelden hoofden van de mensen die geofferd waren op een speciaal (enorm!) platform om vijanden af te schrikken.
– de Maya’s speelden ook al een balspel op een speciaal veld. Daarbij speelden twee teams van 7 spelers tegen elkaar en moesten ze een soort (zware) rubber bal door een hoepel op 6 meter hoogte krijgen. Daarbij mochten ze geen handen of voeten gebruiken. Dat was net zo lastig als het klinkt, want soms duurde zo’n wedstrijd uuuren. Er overleden ook geregeld mensen bij, en er zijn theorieën dat óf de winnaars, óf de verliezers na de wedstrijd onthoofd werden. Als winnaar mocht je dan wel direct naar de hemel.
– de gewone Maya geloofde dat hij na het overlijden in de onderwereld met 9 verschillende niveaus terechtkwam. Als hij die allemaal “beklommen” had, kwam hij in de middelste wereld, de gewone aarde. Vanaf daar moest hij nóg 13 niveaus klimmen om in het paradijs te komen. Eenmaal daar beschikte hij over eeuwig geluk.
– er waren 4 manieren om direct in de hemel te belanden: door te sterven tijdens de bevallig, een oorlog of  het balspel, of door geofferd te worden. Vooral jonge meisjes werden vaak geofferd, een hele eer dus.
– de Maya’s stonden bekend om hun vergevorderde architectuur, wiskunde en astronomie. Ze dachten dat ze als ze goed naar de hemel keken, ze de wensen van de goden konden lezen. Het observatorium stak boven de omringende jungle uit, zodat ze de sterren goed konden zien. De belangrijkste planeet was Venus, waarvan ze al precies hadden uitgerekend hoeveel dagen een Venus jaar duurde (ze zaten er maar 2 uur naast). Ook hadden ze door dat vijf Venus-jaren gelijk stonden aan 8 jaren op aarde. Zelfs oorlogen werden getimed op basis van Venus! Verder zitten in de muren van het observatorium twee gleuven waardoor 2 keer per jaar het licht eventjes naar binnen schijnt. Daarmee konden priesters dus twee keer per jaar de exacte datum bepalen.
– de ruimte met duizenden kolommen ziet er heel bijzonder uit he? Ze denken dat het een markthal of verzamelplaats was en dat er vroeger ook een dak op heeft gezeten.

Cenote Oxman

Wel was het bijzonder heet, zoals gebruikelijk voor Yucatan. Op het middagprogramma stond de cenote Oxman, vlakbij onze volgende bestemming Valladolid. De cenote was onderdeel van wat vroeger een haciënda was geweest en wat nu een soort… entertainment locatie leek? We hebben eerst lekker gezwommen en gesprongen (zie filmpje!) in de cenote, daarna een paar uur bij het zwembad zitten lezen en relaxen met een gezellig muziekje op de achtergrond. Dit beviel ook wel eens voor een keer! We lunchten met een clubsandwich met frietjes, daarna reden we de laatste 10 minuutjes naar ons hotel in Valladolid.

Het hotel was een chique verassing, er zat zelfs een keukentje in! Die hebben we niet gebruikt, maar mogelijkheden hebben geeft toch altijd een vrij gevoel. Het was al donker tegen de tijd dat we het stadje in liepen, en helaas ook erg rustig. We deden een drankje en deelden een bord nacho’s bij bar “Les Frappes”, totdat we de herrie van de liveband niet meer aan konden horen. Daarna liepen we naar de kerk ertegenover, want daar zou om 21.00u een projectie-show op de gevel zijn over de historie van de stad. Jammer genoeg werkte dat niet, maar ik vond het ook niet erg om terug te gaan naar de kamer. Het was namelijk de hoogste tijd om dingen voor Suriname te gaan regelen, waar ik vanaf april 2022 een half jaar wil gaan werken. Daar heb ik een paar uur op moeten studeren, stressen en uitbesteden (bedankt mam en Bet!!), maar alles lijkt nu te lopen.