In Atjoni stopt de weg, maar het is zeker niet het einde van de wereld – het is juist het begin van de wereld van de Saramaccaners.

In Atjoni stond Mirjam van Anaula Nature Resort ons al op te wachten. We stapten in de boot en voeren in circa 45 min naar het Anaula River Resort. Langs de rivier zagen we overal al mensen die bezig waren om kleding, spullen of zichzelf in de rivier te wassen. Alle vrouwen droegen doeken om hun middel. Ja, dit doet echt denken aan Afrika! De Saramaccaners stammen af van de weggelopen slaven en zijn dus inderdaad van Afrikaanse oorsprong. Deze slaven vluchtten het bos in en moesten zelfstandig in leven zien te blijven, hierbij kregen ze soms hulp van de inheemse Indianen. De taal is ook anders, geen Sranantongo maar Saramaccaans, met veel Portugese invloeden. Wij voeren maar een klein stukje de rivier op, maar die loopt nog honderden kilometers door tot het zuiden van Suriname. Lotte ging met haar ouders voor de die-hard zesdaagse tour, waarbij ze zo ongeveer de kaart af voeren.

 

 

Het Anaula Nature Resort was echt prachtig, heel mooi groen, fel gekleurde planten, keurig onderhouden huisjes, spiksplinternieuw zwembad… We kregen direct lunch, rijst met gefrituurde kip en bruine bonen, de smaak viel helaas een beetje tegen. Daarna hebben we heerlijk op ligbedjes bij het zwembad gehangen. De afgelopen dagen waren heel bijzonder geweest, maar we waren nu wel toe aan een beetje rust. De communicatie en planning hadden deze mensen goed op orde. In de gemeenschappelijke ruimte stond namelijk een krijtbord met de dagplanning qua activiteiten en eetmomenten. Lekker overzichtelijk!

Om 17.00 was het snacktijd, bakabana (bakbanaan in krokant jasje) met pindasaus. We hebben daarna gezellig gebridged tot het avondeten, wat helaas weer weinig indrukwekkend was. Na het avondmaal was er een performance van lokale Saramaccaners, met zang en dans. De mannen speelden de instrumenten, de meisjes/dames zongen en dansten. En wij moesten ook meedoen! We voelden ons verschrikkelijk houterig naast die soepel met hun heupen draaiende dames… Dat gold waarschijnlijk niet voor onze medegasten. Dat was een club jongeren die het die avond op een zuipen hadden gezet, zij dansten heel enthousiast mee en zullen zich wel heel soepel hebben gevoeld.

De volgende ochtend begonnen we met een lekker kopje thee. Bij de service hoorde namelijk dat ze om 7u een thermoskan heet water bij ieder huisje brachten, hoe luxe! Daarna deden we een ochtend “drift” in de rivier, dus ons van A tot B laten drijven. Ik zat een beetje met enge verhalen van piranha’s en happen uit hielen in m’n hoofd, maar het viel gelukkig mee.

Op het programma stond die ochtend een wandeling over het eiland van een uurtje. We werden aangeraden om lange broek en wandelschoenen aan te trekken dus wij kozen voor de outfit “full jungle”. De zuipclub kwam in strakke spijkerbroeken en witte sneakers. Eerst voelde ik me overdressed, en dat was ook wel een beetje zo, maar toen die witte sneakers zwart terugkwamen van de wandeling was ik toch blij met m’n keuze. Lokale gids Alfred vertelde heel leuk over planten en hun toepassingen, ongeveer hetzelfde als wat we bij Fredberg ook al gehoord hadden.

Daarna vertrok de zuipclub en konden wij in alle rust genieten bij het zwembad, tot… De volgende groep gasten arriveerde, met lieve, luidruchtige kinderen. Toevallig genoeg zat bij deze mensen een chirurg die ik kende uit het ziekenhuis in Nickerie! Na het diner hebben we een praatje met hem gemaakt. Hij vroeg of ik al bij rijstmagnaat Manglie was geweest en wachtte nauwelijks mijn antwoord af (“nee”) om naar Zijne Excellentie te bellen en een bezoek voor ons te regelen. Zo blijkt wederom: het gaat hier in Suriname niet om wie je bent, maar om wie je kent.

De laatste ochtend gingen we op bezoek in het dorp Nieuw Aurora, op een kwartiertje varen. Gids Alfred kwam zelf uit dat dorp en kon heel goed over de cultuur vertellen. Hij legde bijvoorbeeld uit hoe ze een boot maken: een boomstam langzaam laten uitbranden en dan bewerken. De gezinnen zijn ook compleet anders, iedere man heeft meerdere vrouwen over wie hij zijn aandacht eerlijk moet verdelen. Een man met slechts één vrouw is sneu. Die vrouwen wonen samen met hun kinderen ieder in hun eigen kleine hutje, op het erf van hun familie. Handig, want als het fout gaat met de man zijn ze niet zo ver van huis.

De baas in zo’n dorp is de kapitein, die staat onder de Granman, een soort gouverneur. Er is één Granman voor alle Saramacaners in het Boven-Suriname gebied, hij heeft als taak hun belangen behartigen, en orde en vrede bewaren. Hij werkt veel samen met de districtscommissaris, welke meer een politieke functie heeft. De huidige Granman is de eerste die heeft gestudeerd en een tijdje in de stad heeft gewerkt, vertelde Alfred!

Het was leuk, maar ook erg heet met weinig schaduw. Eenmaal terug in het resort pakten we onze spullen en stapten direct weer de boot in om terug te varen naar Atjoni. We reden terug naar Paramaribo, via de Afobaka dam. Dat is de enorme dam die in de rivier is aangelegd om een elektriteitscentrale te kunnen draaien. Die was weer nodig voor de aluminiumfabriek, die draait ondertussen niet meer maar Paramaribo kan de elektriciteit ook goed gebruiken. Alleen jammer dat er door het bouwen van de dam het leefgebied van 5000 mensen onder water kwam te staan.

De niet heel erg indrukwekkende dam

De dam was groot, maar het meest indrukwekkend was hoeveel mensen er waren om hem te bekijken –  zo bijzonder was het nu ook weer niet. Je zou boomtoppen moeten kunnen zien van bomen die er al groeiden voordat het meer ontstond, maar vanaf deze afstand lukte dat niet. We probeerden koffie te scoren, blijkbaar bij hetzelfde tentje als J&A want dat hadden ze niet. Wel was er een toilet gelukkig, naast een rij kamertjes met schaars geklede, Spaans sprekende dames. Hoogstwaarschijnlijk prostituees uit Venezuela of Brazilië, die hier voldoende werk hebben door de (Braziliaanse) goudzoekers.

In Atjoni hadden we al wat bami en nasi to go gescoord voor de lunch, dit aten we onderweg op. Rond 16u kwamen we in Paramaribo, door Surinamers ‘de stad’ genoemd. Het appartement was keurig en er was een zwembad! PMK zou daar een paar nachten blijven, ik één nachtje want ik moest maandag weer aan het werk in Nickerie. Na even rusten gingen we de stad in, naar de altijd populaire Van Sommelsdijckstraat. We kozen het mediterraanse restaurant waar ik vorige keer ook al zo lekker gegeten had met Mich.

De volgende ochtend deden we een nep-poging om op tijd te komen voor de vogeltjesmarkt, we waren om half 9 op het onafhankelijkheidsplein maar toen was er niets (meer?) te zien. Ach, dan maar een beetje rondwandelen en aan de koffie. De man die de koffiemachine bij Zus&Zo kon bedienen was een beetje te laat, na twintig minuten wachten gaven we het op. Een pop-up koffietentje in de palmentuin bleek gelukkig al wel open, daar serveerden ze écht lekkere koffie. En taartjes! Het bleek ook een soort verzamelplek voor expats van alle leeftijden, er kwamen steeds nieuwe niet-Surinamers aanwaaien. Die zaten een beetje gezellig te babbelen, te haken, te laptoppen… In een flits zag ik voor me hoe het zou zijn geweest als ik in Paramaribo had gewerkt in plaats van in Nickerie. Het zag er zo ook wel heel leuk en knus uit, maar het zou echt héél anders zijn geweest denk ik. Lotte vertelde later een verhaal van een vriendin van haar die coassistent is in Paramaribo. Een van haar eerste weekenden hier ging die vriendin met een groep andere coassistenten mee op schildpaddentrip in Galibi, Frans-Guyana. Het enige wat haar mede-coassistenten hadden gedaan was ladderzat worden, te laat komen en het gehele proces op het strand verstoren door te schreeuwen en totaal niet met de schildpadden bezig te zijn. Eén van die mensen kreeg de volgende dag zelfs trillende handen = ontwenningsverschijnselen in de bus terug en moest onderweg om 10.00u ’s ochtends alweer aan de wodka.

 

 

Ik was helemaal stil van dit verhaal. Wat ontzettend respectloos en triest, ik voelde plaatsvervangende schaamte toen ik dit hoorde (en nog steeds). Dat geneeskundestudenten zich zo kunnen misdragen! En dat moeten artsen worden, verantwoordelijk voor mensenlevens? Terwijl ik dit verhaal zat te typen, daagde me opeens iets. Zou die zuipclub uit het Anaula Resort misschien tot dezelfde groep behoren/dezelfde zijn? Het zou me niets verbazen; ik zag hen ook wodka recht uit de fles drinken.

Dus, godzijdank hoor ik daar niet bij. Lotte en ik liggen tegenwoordig na 2 bier al onder tafel, dat is een ander type ontwenningsverschijnselen ;)

Na de koffie gingen we naar Fort Zeelandia, voor de gratis tour op zondagochtend. Ik was al in dit museum geweest, maar de rondleiding voegde wel echt wat toe! Tijdens de rondleiding werd ik gebeld door de taxi, of ik om 12 uur klaar stond? Eh, NEE MENEER. Ik had om half 2 afgesproken, dus om half 2 sta ik klaar en geen minuut eerder. Ik zei het iets minder boos dan dat het nu klinkt, maar die Surinamers kunnen me wat met hun flexibele planning. Ik blijf een Hollander en er stonden nog een aantal zaken op míjn planning, zoals koffie drinken en lunchen. Dat probeerden we eerst bij het restaurant in Fort Zeelandia, wat zich in een prachtige idyllische tuin bevindt. De bediening was verre van idyllisch (traag en chagrijnig) en de lunchprijzen nog minder. Pap kreeg als laatste zijn koffie en heeft die bijna staand opgedronken, want de planning werd krapper en krapper. We liepen gauw terug naar Zus&Zo voor lunch. Daar was het ook druk en duurde het een poos voordat onze bestelling werd opgenomen. Toen ik echter vermeldde dat ik binnen een half uur in te taxi moest zitten, werd mijn quiche razendsnel voor me opgewarmd.

Natuurlijk was de taxi toen twintig minuten te laat, het blijft Suriname. Ik gaf pap, mam en Ka weer een dikke knuffel, tot over 3 dagen in Nickerie!