Van elk weekend hier maken we een minivakantie. Ondanks dat het niet zulke lange dagen zijn, ben ik daar dan ook echt wel aan toe! Mijn derde weekend hier (na mijn tweede week Female) wilden we naar de Mulanje mountains gaan om te wandelen, maar het weerbericht voorspelde veel regen en onweer. Op het laatste moment hebben we dus besloten gezellig bij Isabelle op bezoek te gaan in Blantyre.

We vertrokken vrijdagavond rond half zes, dat was eigenlijk te laat omdat het hier al rond half zeven donker wordt en het tweeënhalf uur rijden is. In het donker rijden in Malawi is namelijk een ding. Iedereen heeft altijd groot licht aan, waardoor je verblind wordt. Daarnaast lopen alle mensen aan de zijkant op de weg, maar die dragen niets reflecterends oid dus die zie je pas heel laat. Daarom rijd je het liefst in het midden van de weg. Nu is dit allemaal al lastig, maar de slechte staat van onze taxi maakte de rit echt zenuwslopend. Zijn eigen lichten waren namelijk heel zwak én zijn voorruit was heel vies, waardoor we bijna moesten stoppen als we een tegenligger passeerden omdat je gewoon helemaal niets kon zien. En dan deden twee van de drie gordels op de achterbank het ook niet, waaronder de mijne! Het was echt gewoon niet leuk meer en achteraf hebben we ook een berichtje naar de taxi-baas gestuurd dat wij ’s avonds niet meer in die specifieke auto willen stappen.

Uiteindelijk kwamen we dan rond half negen in Blantyre aan bij Doogle’s, een hostel waar Sam al een keer eerder had geslapen. Ik sliep samen met Sander in een comfortabel chaletje met eigen badkamertje. Isabelle verbleef op loopafstand van het hostel en kwam ons ophalen voor het diner, namelijk pizza bij restaurant Mamma mia.

Zaterdagochtend sloegen we het ontbijt over zodat we meer trek hadden met de lunch – duidelijk niet mijn suggestie – maar gingen we meteen voor de koffie. Sam wilde namelijk graag een poster printen en dat kantoortje zat op een beetje afgelegen plek, maar daarnaast zat dan wél weer een superleuk koffietentje. Wat heerlijk om weer cappuccino te drinken! Na dit bezoekje gingen we boodschappen doen bij de Chipiku, een supermarkt met veel Westerse producten. Voor de lunch gingen we naar Grazia, een Italiaans restaurant wat ook al op een beetje een gekke achterafplek zat maar inderdaad wel heerlijke panini, koffie en chocoladetaart had (dankjewel Sander dat ik zoveel hapjes mocht proeven). Na de lunch hebben we de markt van Blantyre verkend en heb ik, opnieuw dank aan Sander voor het spotten, een hele mooie chitenje gevonden waar ik een jumpsuit van wil laten maken!

Terug bij Doogle’s hebben we allemaal een mojito gedronken met een extra shotje rum omdat we er geen alcohol in proefden. Vervolgens hebben we verrukkelijk gegeten bij de Indiër. We sloten de avond af met drankjes in een soort club/bar, het was half open en er stonden picknicktafels. Het was een beetje rustig en er werd niet echt gedanst, maar we hebben er nog wel gezellig gezeten. Toen we daarvan terugkwamen, zagen we voor de poort van Doogle’s een aantal schaarsgeklede meisjes staan. Aha! Waar ik mij als naïef plattelandsmeisje van geen kwaad bewust was, had de rest eerder al opgemerkt dat de verlichting op die van een “hoerenbar” leek. Even googlen leerde ons dat het dat vroeger inderdaad was geweest, maar ook nu in het heden zagen we daar nog genoeg aanwijzingen voor.

Van links naar rechts Doris, Isabelle, Sam, ik en Sander

Zondag ontbeten we in het hostel (prima Full English) en hebben verder gelezen, eindelijk de tweede aflevering van Wie is de mol gekeken en ik heb als enige in het zwembad gezwommen (de rest durfde het vanwege de reputatie van de bar niet meer aan). Om twee uur stond een andere chauffeur ons gelukkig op te wachten. Onderweg hebben Doris en ik een jackfruit gescoord, een grote vrucht waarmee we vegan pulled pork wilden maken. Nou, dat hebben we geweten.